Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Binnenland

Samen handen uit de mouwen

Redactie 06 november 2011, 00:00
Samen handen uit de mouwen

De Joodse begraafplaats in Amsterdam-Oost staat bekend om zijn vervallen status, maar sinds kort ook als plek van verbroedering. Afgelopen zondag knapten Joodse en Marokkaanse jongens de bijzondere plek samen op.

Op een open veldje, vlak naast een paar scheve grafstenen die boven hoog onkruid uitsteken, staan tientallen mensen in een kring te luisteren. Fotografen maken foto’s. Journalisten schrijven alles op wat er gebeurt. Hoogwaardigheidsbekleders speechen een voor een en prijzen dit moment van samenkomst. Locoburgemeester Lodewijk Asscher (PvdA) spreekt van een ‘bijzonder project’ en ambassadeur Chaim Divon van Israël stelt dat deze dag goed is voor ‘het aanzien’ van zijn land. Stadsdeelvoorzitter Fatima Elatik (PvdA): „De tijd van praten en debatteren is voorbij, we moeten nu eens onze handen uit de mouwen steken.” Ook initiatiefnemer Jaap Meijers en groenwerker Arnold Meijer, bedrijfsleider van hoveniersbedrijf Van der Tol doen hun zegje. „Ik heb gereedschap genoeg voor jullie. Pas wel op, want het is vlijmscherp. Heb respect voor de graven en het natuurgebied dat deze begraafplaats is,” roept Van der Tol. Achter de VIP’s staan Marokkaanse jongens met rode jasjes aan. Ze hebben schoffels, harken en elektrische zagen in hun handen. Aan de andere kant staan Joodse jongens met keppeltjes op. Allemaal zijn ze er klaar voor om het overwoekerde gebied te lijf te gaan.

Paintballen
De bijeenkomst is uniek, want voor het eerst harken Joodse en Marokkaanse jongeren een Joodse begraafplaats aan. Het begon allemaal toen rabbijn Lody van de Kamp vorig jaar in Amsterdam Nieuw-West rondliep met een verborgen camera. Door zijn Joodse voorkomen scholden Marokkaanse jongens hem uit en brachten ze hem de Hitlergroet. Het incident veroorzaakte een schokgolf binnen de Joodse gemeenschap. Bekend was dat niet alle Marokkaanse Nederlanders een positief beeld hadden over hun Joodse medeburgers, maar dit bewees dat er meer aan de hand was. Van de Kamp nam contact op met de Marokkaanse jongerenwerker Saïd Bensallam, in 2006 winnaar van de prijs Amsterdammer van het Jaar. Beiden concludeerden dat dit gedrag niet door de beugel kon. Maar een tweede incident op de kermis in de Indische Buurt was de directe aanleiding. Twee jongens werden betrapt tijdens een potje paintball op de vervallen Joodse begraafplaats Zeeburg. Saïd Bensallam benaderde die andere Held van Amsterdam, Frans Stuy die op zijn beurt contact opnam met Jaap Meijers en Marcel Mok van de stichting Eerherstel Joodse begraafplaats Oost. Ze kwamen op het idee om Marokkaanse jongeren met Joodse jongeren te laten samenwerken door deze eeuwenoude begraafplaats op te knappen. Op dit gebied van zestien voetbalvelden groot liggen zo’n 200.000 voornamelijk arme Joden begraven. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de begraafplaats in verval omdat nagenoeg alle nabestaanden zelf waren omgekomen tijdens de Shoa. Het project met de Marokkaanse en Joodse jongeren moet het tij keren.

Joden eten halal
Hing, hing, hing, hiiiiiiing! Met een lange kettingzaag snoeit Faizal (19) de wilde gewassen rond een scheve grafsteen weg. „Ik wil vandaag het contact tussen de Joden en Marokkanen verbeteren omdat er vaak te slecht over elkaar wordt gepraat. We kunnen nu laten zien dat het wel goed kan gaan en niet alleen slecht,” zegt hij. De jongen kende de begraafplaats niet. Naast hem zit Bilal (19) op zijn hurken te knippen. „We moeten respect voor elkaar hebben enzo. Dit is mooi om te doen en leerzaam. Je hebt verschillende Joden, Nederlandse en Arabische. Het jodendom bestaat uit verschillende culturen, maar de Joden hebben toch veel overeenkomsten met de moslims. Ik eet ook geen varkensvlees, weet je. Wij zijn broeders, begrijp je.” Hij krijgt bijval van zijn vriend Omar (20). „Ik ken bijna geen Joodse jongeren. Ze wonen niet in mijn buurt en ik zit niet bij ze op school. Wel weet ik dat er een Joodse gemeenschap in Amsterdam is, maar eigenlijk weet ik daar weer niet veel van. Ik wil de Joden dus beter leren kennen en hoop echt dat er vriendschappen uit dit project ontstaan.” Zelf heeft Omar niets tegen de Joden. Hij weet ook iets van het jodendom af. „Het is echt niet zo dat alle Marokkaanse jongeren een hekel hebben aan de Joden en andersom. Zij lijken juist erg op ons. Ze hebben ook mensen die met een baard rondlopen. Ze eten ook halal. Net als wij.”

Steen ontdekt
Ondanks alle euforie valt het op dat de Joodse jongeren in de minderheid zijn. Volgens de organisatie is er een paar weken voor het evenement een oproep gedaan bij Maimonides. Helaas gooide een Haboniem-weekend roet in het eten en is de belofte gemaakt dat de komende weekenden meer Joodse deelnemers mogen worden verwacht. Want in totaal zullen de jongeren nog vijf weekenden op de begraafplaats aan de slag zijn. Mikhaël Gorin (23) is wel gekomen. „Alle dingen die deel uitmaken van Joods Nederland moeten daar deel van blijven uitmaken, ook deze begraafplaats. Ik vind het jammer dat de plek na de oorlog in de vergetelheid is geraakt. Maar ja, uiteindelijk liggen onze voorouders hier. Als ik op deze manier mijn steentje kan bijdragen, dan doe ik dat,” zegt hij met het geluid van de zagen op de achtergrond. Hij is niet vies van een beetje zweten om Joods Nederland op de kaart te zetten. „Het vermengen van het Marokkaanse met het Joodse vind ik erg interessant. We hebben in onze culturen gemeenschappelijke dingen. Ik denk dat we daarvan kunnen leren.” Ineens stopt het geluid van de zagen. „We hebben een steen!” roept iemand. Dayan Evers, ook aanwezig, loopt naar de plek. De steen hangt achterover en is deels weggezakt in de zachte klei. Twee jongens buigen hem een stukje naar voren terwijl de dayan de inscripties leest. „Dit is het graf van Chaïm Breit, een belangrijke rabbijn. Hij kwam uit het Servische stadje Duklja en is hier 154 jaar geleden gestorven. Hij was hier op doorreis.” Marokkaanse jongens zetten de grafzerk af met roodwitte linten. De gelukkige vinder is Moshe Elimelech. „Ik was aan het maaien, voelde ineens getril en zette de maaier meteen uit. Niemand wist dat hier ook een steen lag. Ik ben echt blij dat ik hem gevonden heb en ga nu door met zoeken. We leggen ons verleden hier letterlijk bloot.”

 

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *