Nu ik de dertig gepasseerd ben blijf ik vaak even staan voor het raam van de makelaar in Tel Aviv.
Kijken of er nog een buitenkansje is. Maar net als Israëli’s van mijn leeftijd loop ik altijd snel weer door, ontmoedigd door de astronomische prijzen. Dat buitenkansje is er nooit. Sterker: de situatie op de huizenmarkt in Israël is zo nijpend dat vooraanstaande economen waarschuwen voor de langetermijngevolgen. De droge cijfers vertellen het verhaal. Tussen 2007 en 2015 stegen de huizenprijzen met 114 procent (81 procent na inflatiecorrectie). Huren in die periode stegen met 49 procent. Gemiddeld kost een woning nu 148 maandsalarissen, vergeleken met 80 in 2008. Een bescheiden driekamerappartement met parkeerplaats in een nieuwbouwcomplex in Jaffa? Betaal je gemakkelijk 2 miljoen sjekel voor, omgerekend bijna 500.000 euro. Zelfs de succesvolle jongens en meisjes in de hightechsector over wie ik op deze plek zo vaak schrijf kunnen zich dit niet veroorloven. Buiten de regio Tel Aviv is de situatie minder extreem, maar daar is het weer moeilijk om een geschikte baan te vinden.
Nieuw is dit probleem natuurlijk niet. In 2011 gingen honderdduizenden Israëli’s de straat op om te protesteren tegen de exploderende kosten van levensonderhoud. Jonge dokters en advocaten sliepen in tentjes op Rothschildboulevard om de huizencrisis op de politieke kaart te zetten. Dat lukte. Middenpartijen als Yesh Atid en Kulanu kwamen in de Knesset met beloften om te bouwen en sociale huurprojecten op te zetten. Er gebeurt inderdaad veel, maar het gaat te traag, waarschuwen de economen nu. Buitenlandse investeerders die gebruikmaakten van gunstige belastingregelingen hebben de prijzen alleen maar verder opgedreven.
Realitycheck
Ik besprak de situatie met de geliefde burgemeester van Tel Aviv, Ron Huldai:
“Dit probleem speelt overal. Mijn dochter kon ook geen huis in Tel Aviv kopen, dus week ze uit naar Or Jehoeda. We moeten accepteren dat niet iedereen in het centrum van de populaire steden kan wonen.” Zijn antwoord behandelt natuurlijk maar een deel van het probleem. Traditioneel is Israël een land van huizenbezitters, zelfs onder lage inkomens. Israëlische babyboomers hebben doorgaans bezit en vermogen opgebouwd, net als in Nederland. Zij kopen nu de huizen voor hun kinderen, maar dit is niet houdbaar. De middenklasse wordt uitgehold.
De babyboomers kopen nu de huizen voor hun kinderen, maar dit is niet houdbaar
Gelukkig is er een nieuw particulier initiatief om de crisis te bezweren: Achim La’Bayit (Vrienden van het huis). Dit programma van de filantropische Israel Free Loan Association helpt jonge gezinnen die een huis willen kopen met rentevrije leningen van maximaal 100.000 sjekel (zo’n 25.000 euro).
“De strenge hypotheekregels in Israël zijn het grootste probleem. Kopers moeten minstens 25 procent van de prijs aanbetalen. Dat kunnen de mensen die bij ons aankloppen nooit bij elkaar sparen,” zegt Nurit Rehovi (46), die de aanvragen toetst. De voormalig hypotheekadviseur gebruikt haar ervaring nu om de financiële situatie van jonge gezinnen te toetsen. “We helpen alleen waar het echt nodig is. In Be’er Sjeva en Tiberias kunnen mensen heus nog wel een huis kopen met een bescheiden inkomen. Vaak geef ik mensen ook een realitycheck. Niet iedereen kan in Tel Aviv wonen.”
Misschien moest ik ook maar eens langs een makelaar buiten de stad.