In april werd in Israël het langverwachte verkennende onderzoek rond vermeende malversaties aangaande Israëlische Maror-gelden gepubliceerd. Accountantsbureau Rosenblum Holtzman constateert dat belangrijke informatie voor een eenduidig oordeel ontbreekt en beveelt diepgaand onderzoek aan. Maar gaat dat er ook komen?
Het verkennende Israëlische onderzoek van Rosenblum Holzman richtte zich op de SPI, Stichting Platform Israël. Het NIW heeft de Engelse vertaling van het onderzoek in zijn bezit. Bij SPI zou volgens klokkenluiders als André Boers veel geld zijn verdwenen dat bestemd was voor Holocaustslachtoffers wonend in Israël. Boers beschuldigde de voormalig voorzitter van SPI, Avraham Roet, al in 2015 in het NIW van malversaties in zijn tijd als leidinggevende van SPI. Roet ontkende pertinent. Aan Nederlandse kant werd er een onderzoek ingesteld, gefinancierd door het ministerie van Financiën en uitgevoerd door Ernst en Young, in opdracht van het CJO (Centraal Joods Overleg). Ernst en Young meldde in dat rapport, dat het mandaat waarmee moest worden gewerkt, beperkt was en er alleen onderzoek kon worden gedaan binnen de door het CJO gestelde opdracht. Belangrijk in dat rapport was de rol van SAMO (Stichting Afwikkeling Marorgelden Overheid), waarvan het ministerie toezichthouder is. Het rapport werd in eerste instantie niet openbaar gemaakt totdat onderzoeksjournalist Sjors van Beek een WOB (Wet Openbaar Bestuur)-verzoek indiende. Het rapport verscheen online maar gevoelige informatie was weggewit. SAMO liet in een persbericht weten dat Ernst en Young ‘geen onregelmatigheden had geconstateerd’.
Geen uitsluitsel
Nu is er dit verkennende Israëlische onderzoeksrapport, dat opnieuw spreekt van veel vraagtekens. Ook dit rapport kan geen uitsluitsel geven omdat te veel documenten ontbreken en beveelt een diepgaand vervolgonderzoek aan. Intussen hebben onderzoeksjournalist Sjors van Beek, die in 2015 een groot artikel over de zaak publiceerde in de Volkskrant, en klokkenluider André Boers verdere stappen ondernomen. Er zijn meer WOB-verzoeken ingediend om alsnog SAMO-stukken boven tafel te krijgen die meer licht op de zaak zouden kunnen werpen. Een aantal van die verzoeken loopt nog steeds, ze liggen zelfs bij de Raad van State. De komende maanden wordt opnieuw door de rechter uitspraak gedaan of die stukken daadwerkelijk openbaar gemaakt moeten worden. Het ligt gecompliceerd omdat niet duidelijk is of de zaak valt onder publiek- of privaatrecht.
Er zijn meer WOB-verzoeken ingediend om alsnog SAMO-stukken boven tafel te krijgen
In ieder geval is duidelijk dat SAMO, dat zegt overbodig te zijn geworden en zichzelf op 1 april ophief, zich tegen openbaarmaking van de stukken blijft verzetten. SAMO zit in een ‘vereffeningsproces’. Er zit nog een paar ton bij SAMO ‘in kas’, een deel daarvan komt toe aan het SCMI (Stichting Collectieve Marorgelden Israël). SAMO heeft SCMI laten weten dat voordat het die gelden uitkeert, eerst alle juridische kosten die de organisatie heeft gemaakt en maakt (onder meer voor het tegengaan van openbaarmaking) van het aan SCMI uit te keren bedrag zal aftrekken. Tijdens de laatste hoorzitting van André Boers, op 13 juni, werd SAMO opnieuw vertegenwoordigd door twee landsadvocaten. SAMO-bestuursleden waren afwezig. Uitspraak: 25 juli.
Roddels en geruchten
Onderzoeksjournalist Sjors van Beek werkt tegenwoordig voor De Limburger. Hij schrijft dezer dagen een artikel over de zaak: “Ik heb nog steeds een omvangrijk WOB-verzoek lopen voor openbaarmaking van de correspondentie tussen SAMO en betrokken partijen. Alleen zo krijgen we helderheid. Ook als er niets aan de hand zou zijn. Maar waarom dan al die rookgordijnen en mist? SAMO en ook Avraham Roet zouden gewoon openheid van zaken kunnen geven. Waarom doen ze dat niet? Die weigering werkt averechts. Het versterkt het vermoeden dat er zaken niet in de haak zijn. SAMO verschuilt zich tot aan de Raad van State toe, ze doen er alles aan, inclusief kosten voor dure advocaten, om geen openheid van zaken te hoeven geven.”
‘ Die weigering werkt averechts, het versterkt het vermoeden dat er zaken niet in de haak zijn’
Het NIW belt met de Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid, en krijgt het advocatenkantoor van de heer Arjeh Baumgarten aan de lijn. Baumgarten is de huidige voorzitter van SAMO. NIW vraagt hem waarom SAMO documenten die helderheid zouden kunnen verschaffen niet vrijgeeft. De heer Baumgarten spreekt over roddels en geruchten: “SAMO is op dit moment bezig met vereffening, we moeten op een rij zetten wie nog wat krijgt. Er zijn twee partijen die nog geld tegoed hebben, SCMI en de Stichting Collectieve Marorgelden. Daarnaast moeten we kijken of er nog andere schuldeisers zijn. Zoals accountants, advocaten, de Kamer van Koophandel. Daarna wordt de zaak netjes verdeeld.” Begrijpt Baumgarten dat er onder meer door SPI en SCMI, maar ook door Broers en Van Beek vraagtekens worden gezet bij de opstelling van SAMO? “Die vraagtekens zullen wel blijven want er is kennelijk een bepaalde hetze gaande. Maar naar mijn gevoel is er helemaal niets aan de hand.”
‘Er is kennelijk een bepaalde hetze gaande, maar naar mijn gevoel is er helemaal niets aan de hand’
Moreel dilemma
De huidige voorzitter van de SPI is Gideon Soesman. Hij zegt niet te kunnen vertellen hoeveel geld er nog bij de SPI in kas zit, maar verklaart wel dat er in principe voldoende financiële middelen zijn voor een vervolgonderzoek. Soesman: “Ook na dit verkennende onderzoek van Rosenblum Holtzman blijven grote vraagtekens bestaan. Er is sprake van substantiële bedragen die vooralsnog niet kunnen worden verklaard. Wij als SPI zitten nu met een moreel dilemma: geven we, nu er nog altijd rook is, opnieuw (ere)geld uit aan een vervolgonderzoek, met het risico dat het vuur allang gedoofd is en je niets meer terugvindt? Of geven we dat geld uit aan mevrouw Cohen, die hier in Israël woont, overlevende van de Holocaust is en heel goed een verzetje kan gebruiken? We kunnen het geld maar één keer uitgeven. Ik ben sinds april vorig jaar de nieuwe voorzitter van SPI. Alle beslissingen, inclusief die van het verkennende onderzoek, zijn door ons bestuur unaniem genomen. Op 2 juli nemen we opnieuw een standpunt in en het kan goed zijn dat we verder gaan onderzoeken. We willen allemaal de onderste steen boven hebben, maar het moet ook haalbaar zijn en op een gegeven moment moet er een punt achter gezet worden en moeten we vooruitkijken naar de toekomst van deze gemeenschap.”
Soesman benoemt ook het verschil tussen daadwerkelijke malversaties en moreel laakbaar gedrag. Het is bekend dat er dure businessclasstickets en hotelrekeningen zijn betaald van Maror-eregeld. Maar volgens de letter van de destijds vastgestelde overeenkomsten met het ministerie, vallen die kosten niet buiten de regels.
Beslag gelegd
Statutair kan SPI onkosten declareren bij SCMI. Als SPI te weinig geld in kas heeft, kan het voor aanvulling bij die organisatie aankloppen. Maar geldt dat ook voor kosten van een onderzoek waarvan de uitkomst ongewis is? SCMI is ook een van de rechthebbenden op de laatste tonnen van SAMO. De stichting heeft begin dit jaar beslag laten leggen op de bankrekeningen van SAMO, waaronder een rekening bij de Deutsche Bank. Chaim Even-Zohar, voorzitter van SCMI, vertelt: “We hebben een claim op verschillende zaken van SAMO, waaronder rentes. SAMO heeft bevestigd dat er ook uitkeringsgelden zijn die nog niet betaald zijn. Dat openstaande bedrag is ongeveer 260.000 euro, het gaat dus niet om verdeling van SAMO’s restgelden. Nadat SAMO weigerde dit bedrag naar Israël over te maken, zijn wij naar de rechtbank gestapt om beslag te laten leggen op deze vordering. De banken bleken niet echt behulpzaam. Na veel vijven en zessen hoorden wij dat één bankrekening niet meer bestond en dat op de SAMO-rekening bij de Deutsche Bank geen geld stond. Later bleek dat het ministerie van Financiën een zero balancing-overeenkomst heeft met die bank. Zodra SAMO een uitgave doet, wordt het tekort dezelfde dag aangevuld door het ministerie. Het feit dat er zo’n regeling getroffen is, toont aan hoe de overheid nog steeds betrokken is bij SAMO. Wij hebben het beslag ingetrokken.”
Geheel niet onmogelijk
Even-Zohar: “Tot nu toe heeft de betaling van verdere onderzoeken nog nooit bij ons op de agenda gestaan, maar nu is door SPI gevraagd om een eerste bedrag. We hebben geen flauw idee hoeveel ze in totaal nodig zullen hebben. Op 27 juni heb ik een boardmeeting waar het op de agenda komt. Ik neem aan dat er over een klein bedrag geen moeilijkheden zullen ontstaan, maar SCMI heeft niet veel geld meer. We hebben nog voor een jaar of vier middelen en hebben veel projecten die de kwaliteit van leven van de nog overlevende slachtoffers kunnen verbeteren. Het geld is in principe voor de financiering daarvan. Het is geheel niet onmogelijk dat in het verleden dingen bij SPI zijn gebeurd die niet hadden mogen gebeuren, maar ik vrees dat die vandaag de dag niet meer te bewijzen zijn. Moet SCMI geld uitgeven aan een onderzoek waarvan de uitkomst verre van vast staat en waarvan wij ook de totale kosten niet kennen? Want zeker als er forensisch moet worden onderzocht, kan dat behoorlijk in de papieren lopen. Maar goed, op 27 juni zal ons bestuur zich over deze zaak buigen.”
Ongefundeerde beschuldigingen
Op het verzoek van het NIW in te gaan op het bovenstaande, stuurde de advocaat van Avraham Roet ons een e-mail. Advocaat Le Poole noemt – namens de heer Roet – partijen die niet werden genoemd in dit artikel. Voor de zuiverheid publiceren we de reactie toch integraal:
“Het gaat om een interim rapport dat is uitgebracht aan SPI en in strijd met de gemaakte afspraken voortijdig openbaar is gemaakt. Die voortijdige openbaarmaking heeft tot gevolg gehad dat accountantskantoor Rosenblum Holtz de relatie met SPI heeft verbroken en niet bereid is om een eventueel vervolgonderzoek uit te voeren. Verder is dit interim rapport gebaseerd op contacten met de heren Boers en Fass, die Roet reeds langdurig en ongefundeerd beschuldigen. Het accountantskantoor Rosenblum Holtzman heeft geen contact gehad met andere accountants, SAMO, SIM, Roet of anderen die de beschuldigingen van Boers en Fass eenvoudig kunnen weerleggen. Verder dient u
melding te maken van het feit dat de beschuldigingen van Boers en Fass zijn onderzocht en weerlegd in de rapporten van de accountantskantoren Dekel in Israël en Ernst & Young in Nederland. De opdracht tot het onderzoek door Ernst & Young is in samenspraak tot stand gekomen met alle betrokken partijen, inclusief de heren Boers en Fass. Het onderzoek is gefinancierd door het ministerie van Financiën. Naar aanleiding van het rapport van Ernst & Young, waarin alle beschuldigingen worden weerlegd, hebben de CJO en het ministerie van Financiën besloten geen verder onderzoek nodig te achten. Bovendien heeft het ministerie van Financiën inmiddels besloten SAMO op te heffen en te liquideren. Bij de totstandkoming van de opdracht tot onderzoek door Ernst & Young is uitdrukkelijk besproken dat alle betrokken partijen zich zouden confirmeren aan de uitkomst van het op te stellen rapport. Het is zeer betreurenswaardig dat de heren Boers en Fass zich daar niet aan houden en onverminderd voortgaan met hun pogingen om de heer Roet zwart te maken. Het is nog betreurenswaardiger dat een serieus medium, zoals het NIW, zich ervoor leent om opnieuw ongefundeerde beschuldigingen onder de publieke aandacht te brengen.”
‘ Het is betreurenswaardig dat de heren Boers en Fass onverminderd voortgaan met hun pogingen om de heer Roet zwart te maken’
Oogluikend toegestaan
André Boers blijft strijdlustig: “Een gemeenschap die niet in staat is om zichzelf in de spiegel te kijken, kan nooit volwassen worden. Alle rapporten hebben uitgewezen dat er dingen zeer ernstig mis zijn. Het wordt niet ontkend dta er veel geld is verdwenen en verspild. Dat is oogluikend toegestaan, vijftien jaar lang. Als wij dit niet zelf kunnen uitzoeken, dan zal deze zaak op andere wijze uitgeplozen worden. Er zijn andere instanties die dit kunnen onderzoeken. Zoals de Israëlische Kamer van Koophandel, om er maar een te noemen. En dan is het niet ondenkbaar dat ook Nederlandse organisaties die hieraan hebben meegewerkt, in dat onderzoek worden betrokken.”
In een volgende editie zullen we verder op deze zaak en bovenstaande reacties ingaan, ook op het statement van de heer Le Poole.