Tomar: van tempeliersstad tot inquisitiebolwerk

Wilt u even weg uit de drukte van Lissabon, maar niet de lange reis naar Belmonte ondernemen? Dan is Tomar een aanrader. Midden in het schilderachtige centrum vindt u er een van de twee synagogen die de inquisitie overleefden.
Boven de pittoreske straatjes van Tomar torent het Convent van Christus uit
Boven de pittoreske straatjes van Tomar torent het Convent van Christus uit

ESTHER VOET EN BART SCHUT

Echt zonnig wordt het dezer dagen in Portugal niet. Door de zuidenwind meegevoerd Saharazand legt een rood-grijze waas over het land en vertroebelt ondanks de aangename temperatuur het zonlicht. Maar de natuur is al in volle glorie ontwaakt en kleurt de heuvels in lentegroen met geel van de bloeiende brem en rijpe citroenen, roze en wit van de fruit- en amandelbloesems en oranje van de sinaasappels. De route door dat landschap leidt ons op zo’n 140 kilometer afstand van Lissabon, via de onaantrekkelijke buitenwijken die je in heel Portugal ziet, naar een steile heuvel waarop een enorm klooster prijkt. Het blijkt het convento de Christo, waarvan de bouw in de twaalfde eeuw begon.

Aan dit klooster dankt Tomar zijn naam en faam. Het was een van de grootste abdijen van de in Portugal gevestigde orde van de tempeliers en dat willen de inwoners van Tomar nog maar al te graag weten. Bij de ingang begroet een als tempelier verklede man de bezoekers en iets verderop ontwaren we een troubadour met luit. Het klooster was vooral in de vijftiende eeuw van grote importantie, omdat van daaruit Hendrik de Zeevaarder (1394-1460) zijn avontuurlijke zeereizen begon. Hij financierde de ontdekkingsreizigers die Portugal tot wereldmacht vormden. Bovendien gaf hij veel vrijheid aan de in zijn rijk wonende Joden.

Goed gerestaureerd

Het complex torent ver uit boven het oude centrum van de stad, waar sommige straatjes zo smal zijn dat de buitenspiegels van onze huurauto moeten worden ingeklapt. Maar het centrum is een wandelingetje meer dan de moeite waard. Het is wonderbaarlijk goed gerestaureerd. Aan het met kinderkopjes bestrate dorpsplein liggen friswit geschilderde panden, de straatnamen zijn voorzien van sierlijke tegeltjes en de aantrekkelijke interieur- en souvenirwinkels tonen dat Tomar beslist niet de armste stad van het land is. Zelfs de aanplakbiljetten voor stierengevechten, ook in Portugal populair hoewel het in dit land verboden is ze in de arena te doden, doen niet af aan de goed onderhouden schilderachtigheid van de plaats.

Op het centrale plein, nu Praça da República geheten en dat voor de revolutie Praça Dom Manuel I werd genoemd, wachten aantrekkelijke terrasjes op gasten voor de lunch. Op een steenworp afstand ligt de Rua Dr. Jaquim Jacinto, waar de lucht zwanger is van een enorme bloeiende jasmijn. In dit straatje moet zich nog een van de twee overgebleven synagogen van het land bevinden die de Portugese inquisitie heeft overleefd. De eerste bevindt zich in het dorp Castelo de Vide ten oosten van Lissabon, in Tomar ligt de tweede. In het gebouw, opgetrokken tussen 1430 en 1460, kwamen de Joodse inwoners van de stad samen voor hun diensten en het mikwe. Joodse aanwezigheid in de stad was er al veel eerder. Op de Joodse begraafplaats van Faro, in het zuiden van Portugal, bevindt zich een grafsteen uit 1315 van rabbijn Joseph van Tomar.

Tribunalen

Lang kon de gemeenschap niet van het gebedshuis genieten, omdat koning Emanuel I in 1497 trouwde met Isabella van Aragon, de dochter van het beruchte Spaanse koningspaar Isabella en Ferdinand. Isabella junior was eerder getrouwd geweest met een voorganger van Emanuel, kroonprins Afonso, die in 1491 overleed nadat hij met zijn paard ten val was gekomen. Zij keerde terug naar Spanje waar haar ouders in 1492 de inquisitie instelden.

Dochter Isabella zwoer geen voet meer op Portugese bodem te zetten zolang Emanuel – in het Portugees Manuel – aan wie zij vervolgens werd uitgehuwelijkt, niet dezelfde houding aannam tegenover Joden als haar ouders hadden gedaan. Dus viel de Portugese Joden hetzelfde lot ten deel als dat van hun oosterburen. Maar tussen 1492 en 1496 nam de Joodse gemeenschap in Tomar veel Joodse vluchtelingen uit Spanje op en moet het percentage Joden in Tomar nog hoger zijn geweest dan daarvoor. Toen besloeg de gemeenschap ruim een derde van het inwonersaantal, wat neerkwam op zo’n tweehonderd leden.

De synagoge bewijst dat het de Joden van Tomar zowel in financieel als sociaal opzicht goed ging. En dat is bijzonder, want tempeliers en Joden vormden niet altijd een ideale combinatie. Bekend is echter dat de Joden van Tomar veelal in dienst stonden van de opvolgers van de tempeliers, de Militaire orde van Christus.

Toen de inquisitie in Portugal werd ingesteld, werd Tomar een van de zes zetels waar tribunalen werden gehouden. Van Tomar is bekend dat er in de jaren 1543 en 1544 twee autodafe’s waren en vier Joden daadwerkelijk werden terechtgesteld. In 1544 stopte de rechtbank met de werkzaamheden, waarschijnlijk nadat was ontdekt dat er sprake was van ‘administratieve fouten’. Een paar jaar later, in 1548, werd een gratieverklaring uitgegeven aan iedere ‘nieuwe christen’ die toen nog op last van de inquisitie in de stad gevangen werd gehouden.

Twaalf zuilen

Na de verdrijving van de Joden stond het vrijwel rechthoekige gebedshuis tot 1516 waarschijnlijk helemaal leeg. In 1629 kwam er nog een speciale assemblee samen in het klooster om zich te buigen over de vraag wat te doen met achtergebleven conversos, ‘bekeerde’ Joden. Bewijs daarvan werd in 2022 geopenbaard door de nationale bibliotheek van Israël, met documenten die gewag maken van tribunalen in Lissabon en Tomar. Bestond er maar de geringste verdenking, dan maakten de bijeengekomen geleerden en bisschoppen meteen korte metten met het slachtoffer.

Pas in 1821 werd in Portugal de inquisitie officieel opgeheven

De voormalige synagoge fungeerde in de eeuwen daarna als gevangenis en rooms-katholieke kapel, opslagplek voor hooi en als pakhuis voor wijn en groenten. Pas in 1821 werd in Portugal officieel de inquisitie opgeheven en in 1920, niet lang na de voorzichtige wederopstanding van Joods-Portugees leven, werd de synagoge door onderzoekers herontdekt. De regering gaf de overblijfselen een jaar later de status van monument.

De gerenoveerde synagoge in Tomar
Alamy

Toch gebeurde er weinig met het pand totdat het in 1923 werd verkocht aan de Poolse Jood Samuel Schwartz, de naam die wij terugzien in de geschiedenis van Belmonte (pagina 29). Hij restaureerde het gebouw, dat nog bijzondere karakteristieken vertoonde. In juli 1939 doneerde hij de synagoge aan de Portugese regering, in ruil voor het Portugese staatsburgerschap. Daardoor overleefden hij en zijn vrouw de Holocaust. Wel stelde hij als voorwaarde dat het een museum zou worden, wat het tot op de dag van vandaag is. Het museum werd vernoemd naar Abraham Zacuto.

Nu staat het gebouw bekend als een van de weinige voorbeelden van een middeleeuwse synagoge en Portugese bouwkunst voor de renaissance.

Voor je het weet, ga je voorbij aan de onopvallende synagoge

Het staat in de voormalige Nieuwe Straat, zoals veel Joodse straten in Portugal werden genoemd. Inmiddels heet het schilderachtige straatje de Rua Dr. Jaquim Jacinto, en wie erover loopt, moet goed opletten. Voor je het weet, ga je aan het onopvallende gebouw voorbij. Binnen is een sobere ruimte te vinden met inscripties uit de dertiende eeuw en grafstenen. Er bevindt zich een dertiende-eeuwse gevelsteen uit de oude synagoge van Belmonte met de tekst ‘En de Heer is in zijn heilige tempel, heel het land, zwijg voor hem’. De naam van God wordt aangeduid met drie stipjes, zoals usance was als schrijfwijze in de Dode Zeerollen. Nog niet zo lang geleden werd het mikwe in de synagoge blootgelegd.

____________________

Abraham Zacuto

Alamy

Abraham Zacuto, oftewel Avraham ben Shmuel Zacut, werd in 1452 geboren in Salamanca, in het koninkrijk Castilië en León. Hij overleed in 1515 hoogstwaarschijnlijk in Jeruzalem. In Salamanca ontwikkelde Zacuto een kosmische planetentabel, de Hibbour gadol, een navigatie-instrument voor de grote vaart in het Hebreeuws. Zijn werk op het gebied van astronomie en zijn maritieme speelde een grote rol in het succes van de Spaanse en Portugese zeevaarders.

Nadat Zacuto in 1492 uit het Spanje van Isabella en Ferdinand was verdreven, week hij eerst uit naar Portugal. Daar werkte hij tot in de eerste jaren van de heerschappij van Emanuel I. Zijn kennis was van doorslaggevende betekenis voor de grote ontdekkingsreizigers, onder wie Vasco da Gama en Christoffel Columbus. Zo was zijn Almanach perpetuum, in het Hebreeuws Bioer hijot, van grote waarde. Vasco da Gama gebruikte het in zijn eerste poging om via zee India te bereiken.

Het verhaal gaat dat Columbus een van Zacuto’s astronomische almanakken gebruikte om daar een zonsverduistering mee te voorspellen en zo de oorspronkelijke bevolking van Amerika angst aan te jagen, waardoor hij zijn eigen leven en dat van zijn bemanning redde.

Maar Zacuto was meer dan alleen astronoom. Ook was hij rabbijn en onderlegd in Joods recht. Nadat hij eerst naar Tunis was gevlucht, reisde hij later door naar Jeruzalem. Zacuto wilde zo dicht mogelijk in de buurt van Jeruzalem begraven worden en hoewel hem dat goed kan zijn gelukt, suggereren sommige bronnen dat hij in Damascus overleed. In de synagoge van Tomar vinden bezoekers meer informatie over deze illustere wetenschapper en geleerde.

____________________

Deze Portugalspecial werd mede mogelijk gemaakt door Maror en verscheen eerder in het NIW26 van 5 april 2024

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer Gerelateerde Berichten

Lissabon

Het geheimzinnige jodendom van Belmonte