Het gerenoveerde Charles Bronfman Auditorium in Tel Aviv is het nieuwe thuis van het vermaarde Israëlisch Filharmonisch Orkest. „Eindelijk heeft Israël zijn eigen Concertgebouw.”
Itzhak Perlman is een levende legende. Geboren in een straatarm Pools-Joods gezin in Tel Aviv in 1945, werd hij op zijn derde afgewezen voor vioolstudie aan het Shulamit Conservatorium in zijn geboortestad. Hij was te klein om een viool vast te houden. Een jaar later veroordeelde polio hem tot een leven op krukken. Maar Perlman bleek een vasthoudend wonderkind. Op zijn dertiende speelde hij al in de beroemde Amerikaanse televisieshow van Ed Sullivan. Het was het begin van zijn zegetocht als een van de grootste klassieke violisten van onze tijd. Zijn bijdrage aan de muziek van de film Schindler’s List staat in het collectieve geheugen gegrift. Op zaterdag 25 mei etaleerde Perlman zijn unieke talenten als solist voor het Israëlisch Filharmonisch Orkest, ter gelegenheid van de opening van het geheel gerenoveerde Charles Bronfman Auditorium in het hart van Tel Aviv. Vlak voor de generale repetitie rijdt Perlman met een elektrische rolstoel het podium op. Hij strompelt naar zijn kruk, ondertussen met zijn zware stemgeluid grapjes makend met de muzikanten van het orkest. Maar zodra hij de eerste noten van een vioolconcert van Beethoven speelt, slaat de sfeer om. De zaal raakt betoverd. In opperste concentratie beweegt Perlman zijn door polio verwrongen gezicht op de melodie. Hij stopt even. „Het moet crescendo na die herhaling en ik wil een forte piano na de cadenza,” zegt hij tegen dirigent Zubin Mehta, een oude vriend. Mehta knikt en instrueert het orkest. Tussen deze twee muzikale grootheden bestaat geen hiërarchie.
Akoestiek
Voor de renovatie werd kosten noch moeite gespaard. Yasuhisa Toyota, een wereldberoemde akoestische expert, werd aangetrokken, het interieur werd vervangen en het aantal zitplaatsen verminderd van 2750 naar 2500 ten behoeve van de akoestiek en veiligheid. Kostenplaatje: ruim 30 miljoen euro, waarvan de helft voor rekening kwam van de gemeente Tel Aviv en de rest werd gefinancierd uit private giften. De Canadese filantroop Charles Bronfman, rijk geworden in de drankhandel en een van de oprichters van Taglit-Birthright Israel, stortte 10 miljoen dollar voor de zaal die nu zijn naam draagt. „Deze renovatie is een ware mijlpaal voor de klassieke muziek in Israël,” zegt Mehta na afloop van de besloten repetitie, een dag voor het openingsconcert voor het publiek. Mehta is ‘dirigent-voor-het-leven’ van het Israëlisch Filharmonisch Orkest en een belangrijke aanjager van de renovatie. „Ik doe met dit orkest de beroemdste concertzalen in de wereld aan. Daarmee vergeleken was de akoestiek in dit gebouw echt ondermaats; we kwamen thuis minder goed uit de verf. Nu kan Israël zich eindelijk meten met klassieke concertzalen als het Concertgebouw in Amsterdam.”
Verbroedering
Voor Mehta was het een persoonlijke missie. Hij heeft het Israëlisch Filharmonisch Orkest nooit meer verlaten sinds hij in 1961 als veelbelovende 25-jarige dirigent uit een beroemd Indiaas muzikaal geslacht inviel voor de vaste dirigent. „Ik viel direct voor Israël. De geschiedenis van het land en alle crises en oorlogen die ik inmiddels hier heb meegemaakt, binden mij.” Vorig jaar trad Mehta, die eerder het beroemde Filharmonisch Orkest van New York dirigeerde, 150 keer met het orkest op. In de jaren 80 bracht hij het orkest – samen met Perlman – voor het eerst naar landen van de voormalige Sovjet- Unie, waar veel muzikanten in het orkest ooit vandaan zijn gevlucht. „Dit orkest heeft zo’n bijzondere geschiedenis. Tijdens Israëls oorlogen trad het vrijwillig op aan het front. Het moet verbroederen. We willen graag in Egypte, Jordanië en de Palestijnse Gebieden spelen, maar dat is er nog niet van gekomen.” Ondertussen bergt Perlman zijn viool weer op. Hij kletst nog een tijdje ontspannen met fotografen en bezoekers voor hij in zijn karretje wegrijdt. Morgen is de grote dag. „We spelen de Vijfde Symfonie van Mahler, het vioolconcert van Beethoven dat jullie net hoorden en een modern stuk van de Israëlische componist Noam Sherrif. Muziek die we al jaren in de beste zalen ter wereld spelen. Het wordt een reis door de geschiedenis,” zegt Mehta lachend.