Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Binnenland

Uitgestreden

Redactie 05 mei 2015, 00:00
Uitgestreden

DeborahMeesurfend op de Tweede Feministische Golf ontstond in orthodox-Joods Nederland een groep die streed voor gelijke rechten voor vrouwen: Deborah. Na ruim 35 jaar houdt de groep ermee op. Is het Nederlandse jodendom uitgeëmancipeerd?

Door: Joram Bolle

Hup dames, naar binnen nu! We gaan beginnen.” Het kost organisator Nicolienne Wolf wat moeite iedereen de grote zaal van de Burcht van Berlage op de Amsterdamse Henri Polaklaan in te krijgen. In de ontvangstruimte staat koffie en thee en liggen kosjere koekjes te wachten, maar de aanwezige vrouwen hebben het veel te druk met kletsen. De meesten hebben elkaar een hele tijd niet gezien, en misschien duurt het na vandaag weer jaren. Want van datgene wat hen bindt, vrouwengroep Deborah, wordt deze zondag afscheid genomen. De groep die ooit bijna driehonderd leden kende, en nu nog maar zo’n honderd, besloot zich juni 2014 op te heffen nadat er geen nieuw bestuur gevonden kon worden. Een bijeenkomst onder de noemer ‘Dag… Deborah’ vormt het sluitstuk, waarbij het programma belooft ’s ochtends in ‘verbondenheid’ terug te blikken en ’s middags ‘zwierig uit te zwaaien’. „Jij ook naar binnen,” klinkt het richting de NIW-verslaggever, die als enige man een tikje uit de toon valt. „Voel je je wel een beetje thuis? We hadden ooit één mannelijke donateur, maar op bijeenkomsten was die niet welkom.”

Boven de AOW-grens
Spreekstalmeester Sonja de Leeuw legt het programma uit, nadat haar is verzocht de microfoon wat dichter bij haar mond te houden. De gemiddelde leeftijd ligt ruim boven de AOW-grens dus niet ieders gehoor is even goed meer. De Leeuw kan er de humor wel van inzien: „Vroeger waren we jong en mooi, nu alleen nog maar mooi.” Een aantal vrouwen draagt een column voor over wat Deborah voor hen persoonlijk betekent heeft. De dames in de zaal mogen reageren. Na de lunch houdt het zwierig uitzwaaien een programma in met muziek en een toetjesbuffet.
Bloeme Evers mag beginnen. Zij was voorzitter tot 1993 en een van de oprichters in 1978, samen met Minny Mock en Bettina Sanders, op voorspraak van Henriëtte Boas. Destijds was het nog niet mogelijk voor vrouwen verkozen te worden in de Raad van de orthodox- Joodse gemeente in Amsterdam, de NIHS, in tegenstelling tot buiten de hoofdstad. Het bewerkstelligen van dat passieve kiesrecht was de belangrijkste reden voor de oprichting. „Het merendeel van de NIHS-leden was en is vrouw,” zegt Bloeme Evers. „Maar dat kwam niet tot uiting in de Raad. De mannen vroegen of wij soms ook mannen wilden zijn. ‘Nee hoor,’ zei ik, ‘ik ben heel tevreden met mijn vrouw-zijn. Wij eisen onze rechten op.’”
Het duurde ruim dertig jaar voordat dat doel bereikt werd. Pas in 2009 ging de NIHS overstag, nadat er jaren actie was gevoerd bij stembussen en Deborahleden bij ieder individueel Raadslid op bezoek waren geweest. Eerder moesten mannen niets van de vrouwengroep hebben. Berucht is het verhaal over de eerste keer dat Deborah een lezing van de Megilat Ester organiseerde, tijdens Poeriem in 1989, waar alleen vrouwen welkom waren. Met als doel de lezing te verstoren had een drietal mannen zich toegang tot de bijeenkomst verschaft door zich als vrouw te verkleden, onder hen Chanan Hertzberger, die later als NIHS-voorzitter met vrouwen in de Raad zou zitten. Hertzberger noemt het nu desgevraagd een ‘jeugdige Poeriemgrap’ en wil er niet meer over zeggen. Toen het bedrog uitkwam, werden de mannen hardhandig de zaal uitgezet. Of eigenlijk gerold: ze boden flink weerstand. Eentje sloot zich uit angst voor de toorn van de Deborahvrouwen zelfs op in de wc. Sindsdien is de vrouwenlezing van de Megilat Ester een jaarlijkse traditie.
Bloeme Evers is altijd de grote motor achter de groep gebleven. Vraag een willekeurige vrouw op deze dag waarom ze lid is geworden van Deborah en de kans is groot dat het antwoord twee lettergrepen lang is: Bloeme. Ze werd zo vaak over activiteiten gebeld, grapt Evers in haar praatje, dat haar man de telefoon bijna standaard opnam met: ‘Hallo, met Deboris’. De populariteit van de groep had ermee te maken dat men niet alleen binnen de orthodox- Joodse gemeentes feministische doelen nastreefde. Daar hielden vooral vrouwen uit Amsterdam zich mee bezig, maar veel leden kwamen juist van daarbuiten. Voor hen waren andere activiteiten belangrijker.

Geen liberale leden
Zo gaf (en geeft) Bloeme Evers cursussen over de achtergronden van het jodendom. Vrouwen die niks van het jodendom wisten, bijvoorbeeld omdat ze ondergedoken zaten bij een christelijk gezin en na de oorlog niet Joods waren opgevoed, leerden zo veel over hun identiteit. Er werden bijeenkomsten gehouden voor vrouwen die gemengd gehuwd waren. „Er kwamen zelfs een keer vier vrouwen uit Zee land,” vertelt oud-voorzitter Hetty van Emden. „Die waren zo blij dat ze met de groep over hun huwelijk konden praten. Soms begrijpt je niet-Joodse partner je toch niet helemaal. Al komt dat ook bij Joodse echtgenoten voor, hoor.” Met veel genoegen wordt ook teruggekeken op de lustrumweekenden, waarbij de vrouwen zelf Tora lazen. Nicolienne Wolf: „Mijn pleegzus had nog nooit op sjabbat kaarsjes aangestoken. Dat deed ze daar voor het eerst.”
En, zo klinkt het uit de zaal, het was ook heel fijn dat binnen Deborah orthodox in aanraking kwam met liberaal, ‘vroom ontmoet vrij’ heette dat. Iedereen, ongeacht hoe streng in de leer, kon lid worden. Met één maar: vrouwen moesten wel volgens de orthodoxe regels Joods zijn. Vrouwen die bij de liberalen Joods waren geworden mochten wel op bijeenkomsten komen, lid worden was uitgesloten. Dat zorgt zelfs op deze laatste Deborah-dag nog voor discussie. „Ik werd bij de liberalen als een soort verrader gezien dat ik desondanks lid bleef van Deborah,” herinnert iemand zich. „We vonden het belangrijk invloed op de orthodoxie te houden,” zegt een ander. „Daarom was het nodig dat alle leden halachisch Joods waren.” Waar de vrouwen het absoluut wel over eens zijn: Deborah heeft heel wat bereikt en ontzettend veel voor de vrouwen betekend, vooral in het versterken van hun Joodse identiteit.

Googelen
Over meer zijn de vrouwen eensgezind, blijkt uit gesprekken tijdens de lunch. Ten eerste dat de NIW-verslaggever nu echt wat moet gaan eten (‘We zijn ook jiddisje memmes’). En daarnaast dat de meesten het niet jammer vinden dat Deborah stopt. Natuurlijk, zeggen ze, er is veel goeds gedaan. Maar de belangstelling voor activiteiten was al jaren tanende en de groep is niet meer van deze tijd. Lily de Beer: „Tegenwoordig kan je gewoon googelen naar alle informatie die je zoekt.” En de educatieve functie die Deborah had is door andere instanties overgenomen, zoals JMW en Crescas. Nicolienne Wolf: „We hadden zes jaar geleden al opgeheven moeten worden, toen een van onze doelen, vrouwen in de Raad, bereikt was.”
Toch valt er nog wel wat te emanciperen, vindt Bloeme Evers. Die ruimte is er binnen de Joodse wet, maar het probleem is volgens haar dat het jodendom een mannenbolwerk blijft: „In mijn eigen sjoel in Amsterdam-West maak ik op sjabbat af en toe kidoesj. Maar als ik ergens anders ben en dat voorstel, word ik nog steeds aangekeken of ik gek ben.” Ook Hetty van Emden, wiens dochter een van de eerste vrouwen in de NIHS-raad was, heeft als AMOS-lid verbeterpunten: „Bij ons wordt ‘Aniem Zemirot’, een lied op het einde van de sjabbatdienst, altijd door jongetjes gezongen. Dat mag ook door meisjes.” Jansje Stodel, wier moeder al bij Deborah betrokken was, denkt dat er nog meer mogelijk is: „Bij de CIZ-sjoel zit ik weggestopt achter een grote mechietse, een afscheiding tussen het mannen- en vrouwengedeelte. In Amerika is die veel lager, soms echt maar een balk. Er valt dus nog wel wat te winnen voor vrouwen, maar dat is aan onze dochters. Ik ben moegestreden.”
Dat geldt voor de meeste Deborahvrouwen. Maar dat betekent niet dat alles stopt. De jaarlijkse lezing van de Megilat Ester blijft en ook een aantal andere activiteiten vindt gewoon doorgang, zij het niet onder de vlag van een officieel bestuur. Sonja de Leeuw: „Onze literatuurgroep gaat gewoon door.” En nee, wordt de mannelijke verslaggever op het hart gedrukt, daar bespreken ze heus niet alleen maar vrouwelijke auteurs.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *