Nederland toen en nu, overeenkomsten tussen vooroorlogse Jodenvervolging en hedendaagse moslimhaat is een conferentie die 26 februari ‘voor broeders en zusters’ zal worden gehouden in Hilversum.
Jammer dat ik mezelf geen ‘zuster’ kan noemen, want ik zou graag horen wat het publiek op die bijeenkomst wijsgemaakt wordt. De titel voorspelt weinig goeds. Een van de sprekers is Fouad el Bouch, alias Abou Hafs. In 2014 verbond hij zijn naam ook al aan een bijeenkomst op 4 mei (let op de datum), ook in Hilversum, met als onderwerp de ‘Palestijnse Holocaust’. Abou Hafs is de uitvinder van de term islamitisch activisme en daar komt hij ver mee. Heel ver. Zo werd hij begin 2015 uitgenodigd op de Universiteit van Amsterdam om zijn denkbeelden ten toon te spreiden voor onze toekomstige fine fleur. Toen daartegen werd geprotesteerd was het antwoord van de UvA dat alleen personen die een veroordeling aan hun broek hebben, worden geweerd. Wetenschappelijke inhoud is klaarblijkelijk geen criterium.
De situatie van de Joden voor en tijdens WO II vergelijken met die van moslims nu wordt steeds populairder. Onder islamistische fanatici en bij activistische media. Zelfs ons aller Lody van de Kamp, die een eenmansactie startte tegen de SGP vanwege het door die partij uitgebrachte islam-manifest, maakt zich er schuldig aan. Doodmoe word ik van die vergelijkingen, van uitspraken als ‘moslims zijn de nieuwe Joden’. De vergelijking gaat aan alle kanten mank en is pure geschiedvervalsing, zo schreef ook columnist Sylvain Ephimenco dinsdag in Trouw. Hij somde punt voor punt de gebeurtenissen in opmaat naar de Shoa op, inclusief de reeks antisemitische wetten die vanaf 1933 werden uitgeschreven, en voegde daar ook de rol van de Jeruzalemse grootmoefti Amin al-Hoesseini aan toe. Want bij welke millennial is bekend hoezeer deze moslimvertegenwoordiger nazi-Duitsland en Hitler een zeer warm hart toedroeg? “Ik zal ook niet onbesproken laten dat uit de Joodse gemeenschap toen geen geloofsfanatici opstonden die aan de lopende band in Europa massamoorden en aanslagen pleegden op trein- en metrostations, cafés, concertzalen, kerken enz. We moeten voorzichtig zijn geschiedvervalsing in onwaarheden van verbaalextremisten onweersproken te laten,” eindigt Ephimenco in zijn lezenswaardige column.
Omdat de vrijheid van meningsuiting een groot goed is, mogen extremisten als Abou Hafs deze vileine scheeftrekking van de historie brullen. Maar we hebben mensen als Ephimenco nodig om deze schijnvertoningen effectief en overtuigend te weerleggen.