Opnieuw een voorbeeld waar extremen elkaar kunnen raken. Algemeen bekend is dat in sommige ultraorthodox-Joodse kringen het begrip ‘zionist’ een scheldwoord is. Fans van de Israelische serie Shtisel kunnen daarover meepraten. Kijk bijvoorbeeld naar Naturei Karta, een sekte die met open armen wordt ontvangen door Israëls staatsvijand nummer één: Iran. Met regelmaat demonstreert deze groepering in de straten van Washington met de oproep de Joodse staat op te doeken. Dat in progressief Joodse kringen het steeds modieuzer wordt de focus te leggen op het bekritiseren van het land, is ook in Nederland genoegzaam bekend. Israël bashen is in die kringen hip en het levert je bonuspunten op bij (extreemlinkse) activistische groeperingen, waar de term zionist een scheldwoord is. Zie bijvoorbeeld de Joodse leden van Bij1, die met een misplaatst gevoel van moed een extremisme aan de dag leggen waarin ze zelfs hun niet-Joodse leden voorbijstreven.
Dat in progressief-Joodse kringen in Amerika ook een steeds radicaler standpunt populair wordt, bewijst de kehila Tzedek Chicago. Deze gemeenschap, die bestaat uit zo’n tweehonderd gezinnen, werd zeven jaar geleden opgericht en presenteerde zich toen al als kerkgenootschap zonder bijzondere banden met Israël.
Maar afgelopen week gingen de leden een stapje verder. Ze veranderden hun ‘niet-zionistische’ standpunt officieel in ‘antizionistisch’, meldde het Amerikaans-Joodse medium The Forward. De voorzitter van de sjoel, Scout Bratt, was verguld met de beslissing die volgens hem door alle leden van de kehila werd gedragen. In de gemeenschappelijke verklaring staat te lezen dat de stichting van de staat Israël ‘een onrecht tegen het Palestijnse volk was, een onrecht die tot op de dag van vandaag voortduurt.’ Dat dit soort geluiden worden geuit door een medewerker van Amnesty International, die kortgeleden verklaarde dat Israël als Joodse staat van de kaart moest, is één ding. Tot tien jaar geleden was het echter ondenkbaar dat een Joods kerkgenootschap dat zou doen.
De verklaring van de gemeenschap leidde tot felle kritiek uit andere Joodse hoek. “Ik geloof niet dat deze mensen beseffen wat jodendom inhoudt,” reageerde Daniel Koren, directeur van de Hasbara Fellowships Canada. Anderen wezen op het feit dat de kehila niet eens is opgenomen in het register van Amerikaanse synagogen. Maar de man die de groep in 2015 oprichtte, rabbijn Brant Rosen, meldde toen al: “Er zijn steeds meer Joden, jonge Joden in het bijzonder, die zich niet als zionist identificeren en de opvatting dat je als Jood zionist moet zijn, verwerpen.” Overigens is Tzedek Chicago niet de enige Amerikaanse kehila die dit denkbeeld aanhangt. Volgens The Forward zijn er ten minste nog vijf andere gemeenschappen met dit gedachtegoed.
IJsmerk
in de politiek Hoe hypocriet bedrijven kunnen zijn, bewijst ijsmaker Ben & Jerry’s. Bijna waren we de Israëlboycot van het bedrijf vergeten in de enorme stroom wereldnieuws die ons land de afgelopen weken overspoelde. Het ijsmerk, opgericht door twee Joods-Amerikaanse hippies en tegenwoordig dochteronderneming van voedselgigant Unilever, kon het niet langer voor zichzelf rechtvaardigen zijn populaire product te verkopen op de Westelijke Jordaanoever. Tenminste, zolang daar Joden wonen. Dat was volgens oprichters Ben Cohen en Jerry Greenfield niet antisemitisch, want de boycot richtte zich alleen tegen de ‘nederzettingen’ van ‘kolonisten’, zoals in het jargon steden en mensen worden genoemd.
Niet-antisemitisch dus, want de boycot liet de rest van de Joodse staat ongemoeid. Dat dit helemaal niet was wat de rabiaat anti-Israëlische bestuursvoorzitster Anuradha Mittal voor ogen had, namelijk een totale boycot, bleef in de lucht hangen. Ben & Jerry’s klopt zich al decennia op de borst vanwege zijn humane beleid: ‘Peace, love and ice cream’ is de slogan van het bedrijf. Daarbij werd bij de overname door Unilever autonomie bedongen om politiek activisme te kunnen blijven voeren. Op de website is onder het kopje ‘Mensenrechten en waardigheid’ te lezen: “Wij zijn overtuigd van het recht van mensen te leven met vrijheid, zelfvertrouwen, en de vrijheid van meningsuiting en protest.”

Radiostilte
Stuk voor stuk zaken die zijn weggevaagd in Oekraïne sinds de Russische inval. Dus mag worden verwacht dat Ben & Jerry’s vooroploopt in de strijd tegen het regime van Vladimir Poetin. Maar niets is minder waar. De laatste boodschap die de bedrijfsleiding via haar Twitteraccount over het conflict in Oekraïne naar buiten bracht, was … een oproep het land niet te steunen. In een reactie op de aankondiging van president Biden de Oekraïners bij te staan tegen de Russische agressie, schreef Ben & Jerry’s: “Wij roepen president Biden op spanningen te de-escaleren [sic] en voor vrede te werken in plaats van oorlog voor te bereiden.” Alsof het Biden en niet Poetin was die op een oorlog aanstuurde.
Die tweet was van 22 februari, twee dagen voor de Russische invasie. Sindsdien houdt het bedrijf de kaken stijf of op elkaar. Geen woord over de aanval zonder aanleiding, niets over Russische oorlogsmisdaden of de vier miljoen Oekraïners die hun land hebben moeten ontvluchten. Ook op het privéaccount van Anuradha Mittal is het stil. De bestuursvoorzitster schrijft over smeltende poolkappen, de positie van de Masai in Tanzania, de nieuwe president van Chili en natuurlijk een niet-aflatende stroom anti-Israëltweets, die haar de titel ‘antisemiet van het jaar’ opleverde van mensenrechtenorganisatie Campaign Against Antisemitism. Maar geen woord over het grootste Europese conflict sinds de Tweede Wereldoorlog. ‘Love, peace and ice cream’? Op zijn best alleen nog dat laatste.
Oproep tot terreur
Intussen liepen afgelopen week in downtown New York demonstranten met Palestijnse vlaggen door de straten, terwijl Israël wordt geteisterd door een reeks terroristische aanslagen, waarvan enkele zelfs werden opgeëist door IS. Daarbij kwamen ook niet-Joodse staatsburgers om het leven, maar dat weerhield de demonstranten er niet van ‘Verspreid de intifada over de wereld’ te scanderen. Al eerder werd op sociale media opgeroepen de aanslagen te gebruiken om een derde intifada tegen de Joodse staat te beginnen. In het land staan de inwoners op scherp omdat de ramadan is begonnen, een periode waarvan de geschiedenis leert dat die tot veel Joods bloedvergieten kan leiden. Maar voor het eerst werd nu opgeroepen een internationale intifada te ontketenen, wat kan worden geïnterpreteerd als een rechtstreekse oorlogsverklaring tegen Joden in de hele wereld.
Heeft u dit artikel met plezier gelezen? Met een abonnement op het NIW krijgt u toegang tot columns, opinies, analyses, nieuws – en achtergrondverhalen. Kies hier wat het beste bij u past.