ESTHER VOET EN BART SCHUT
Normaal gesproken zou een special over Joods Denemarken beginnen met een anekdote uit het rijke verleden van die gemeenschap. Maar dit keer beginnen we met een verhaal dat nooit heeft plaatsgevonden. Het is een hardnekkige mythe: toen de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog de Deense Joden dwong de gele ster op hun kleding te dragen, verscheen koning Christian X de volgende dag zelf met het gehate symbool op zijn kleding, om zo zijn solidariteit met zijn Joodse onderdanen te tonen.
Helaas is dit verhaal van a tot z verzonnen. In een andere versie ging de Deense bevolking massaal met Jodenster de straat op. Ook dat is nooit gebeurd. Het zou ook onlogisch zijn, want de Joden in Denemarken werden nooit verplicht de gele ster te dragen. Net zoals een hele reeks antisemitische maatregelen nooit door de nazi’s in dat land werden ingevoerd. Dit dankten de Denen aan de samenwerking van de regering in Kopenhagen met de Duitse overheid, die leidde tot een opvallend milde bezetting. Er was de eerste twee jaar nauwelijks sprake van verzet in het land, waardoor de Duitsers geen reden zagen tot vergaande onderdrukking.
Dat pakte bijzonder goed uit voor de Joodse gemeenschap. De situatie mag zonder meer ironisch genoemd worden: samenwerking met de nazi’s leidde tot een betere situatie voor de Deense Joden. De keerzijde van die medaille was al even ironisch. In de eerste jaren van de bezetting was er nauwelijks sprake van weerstand, maar toen halverwege 1942 de oproep tot verzet groeide en leidde tot de eerste sabotageacties, werd de onderdrukking door de nazi’s grimmiger. In augustus 1943 trad de Deense regering af en namen de Duitsers het heft zelf in handen. Dat leidde tot de arrestatie van ambtenaren, verzetslieden en lang lieten anti-Joodse acties niet op zich wachten.
Vissersboten
Het Frihedsmuseet, het museum van het Deense verzet, toont wat er vervolgens gebeurde. Het ligt in een somber, modern rond gebouw tegenover het Kastellet, het stervormige fort in het noorden van Kopenhagen. Een paar verdwaalde toeristen zijn er op zoek naar de Kleine Zeemeermin, die op een steenworp van het museum de haven siert. Aan de hand van de verhalen van vijf verzetsstrijders leert de bezoeker dat de nazi’s het plan hadden op 30 september 1943, aan de vooravond van Rosj Hasjana, alle achtduizend Deense Joden te arresteren. Maar nota bene een Duitse diplomaat, Georg Duckwitz, lichtte Deense politici in. Door hen ingefluisterd waarschuwde Marcus Melchior, de rabbijn van de Grote Synagoge in Kopenhagen, zijn kille.
Wat vervolgens gebeurde, is uniek in de geschiedenis van de Shoa. Bijna als één man schaarde de Deense bevolking zich achter haar Joodse gemeenschap. Vrienden, collega’s, zelfs totaal onbekenden verborgen Joden in hun huizen. Ook de lutheraanse kerk speelde een belangrijke rol in de organisatie van dit verzet en bij het openen van de kerkgebouwen voor onderduikers. Een enorme exodus naar Zweden kwam op gang met alle mogelijke soorten vaartuigen. Veel vissersboten en pleziervaartuigen werden ingezet, maar ook roeiboten en zelfs kajaks maakten de oversteek van Seeland, het eiland waar Kopenhagen op ligt, naar de Zweedse kust. Toegegeven, sommigen Denen vroegen woekerprijzen voor de tocht, maar meer dan negentig procent van de Joden vond zo een veilig heenkomen in Zweden, onder wie wetenschapper Niels Bohr en architect-ontwerper Arne Jacobsen, over wie u in dit NIW ook artikelen vindt.
Een groep van nog geen vijfhonderd bleef achter. Een aantal werd verraden, anderen hadden niet gereageerd op de oproep onder te duiken. Zij werden gearresteerd en naar Theresiënstadt gedeporteerd. Daar stuurden de Denen massaal voedselpakketten naartoe. Uiteindelijk kwamen maar 52 Deense Joden om in de Holocaust, iets meer dan een half procent van het totaal.
Christian X droeg geen davidster op zijn kleding, maar wel in zijn hart
De koning sprak zich onomwonden uit tegen deportatie en moedigde zijn bevolking aan de Joden te helpen waar en wanneer zij maar konden. Christian X droeg nooit de gele davidster op zijn kleding, zoals de hardnekkige legende beweert, hij droeg hem in zijn hart.
Onomwonden
De op 14 januari afgetreden koningin Margrethe II is in dat opzicht in haar grootvaders voetsporen getreden. Misschien dat haar geboortejaar een rol speelt: Margrethe is van 16 april 1940, slechts enkele weken voor nazi-Duitsland haar land bezette. De wat excentrieke, maar geliefde vorstin waarschuwde in haar allerlaatste nieuwjaarsrede waarin zij ook haar aftreden bekend maakte, tegen het opkomende antisemitisme in haar land. Meteen na de pogrom van 7 oktober had zij al onomwonden haar steun uitgesproken aan de Israëlische slachtoffers en ‘haar’ Joodse gemeenschap en woonde ze een herdenkingsdienst in de Grote Synagoge bij. Dat was beslist niet de eerste keer dat zij die bezocht. In 2022 nog eerde zij de gemeenschap met haar aanwezigheid toen in de synagoge van de hoofdstad het 400-jarige jubileum van Joodse aanwezigheid in Denemarken werd gevierd.
Dat die gemeenschap kan rekenen op niet-aflatende steun van de overheid, maar ook van niet-Joodse Denen, zien wij, de NIW-redactie, als we die sjoel bezoeken aan de Krystalgade in het hart van Kopenhagen. Het gebouw wordt zwaar bewaakt en op de omheining liggen nog altijd de zichtbare bewijzen dat de Denen in deze laatste dagen van 2023 solidair blijven met hun Joodse medeburgers. Bloemen, kaarsen, knuffels en kinderspeelgoed sieren het hek van de synagoge al sinds 7 oktober. Het is moeilijk voorstelbaar dat de soldaten nodig zijn. De sfeer in Kopenhagen is uitermate relaxed, ook ’s avonds. Het is een schril contrast met de vaak opgefokte stemming in de Nederlandse grote steden. Er zijn pro-Palestijnse demonstraties, zeker, maar die worden minder gekenmerkt door het expliciete antisemitisme dat bijvoorbeeld op de Nederlandse NS-stations schering en inslag is.


Dat lijkt vooral te komen door de houding van Deense centrumlinkse politici, die anders dan veel van hun Nederlandse collega’s weigeren zich zo anti-Israëlisch mogelijk op te stellen. De Deense sociaaldemocraten worden vaak aangehaald als voorbeeld voor Nederlandse zelfbenoemde progressieven. De succesvolle sociaaldemocratische premier Mette Frederiksen heeft rechts de wind uit de zeilen gehaald door een streng immigratiebeleid te voeren. Het gevolg is zichtbaar op straat in Kopenhagen: in het centrum zijn vrouwen met hoofddoeken met één hand te tellen en groepen Noord-Afrikaanse hangjongeren lijken volledig te ontbreken.
Glückstadt
De door het Deense leger bewaakte, neoklassieke Grote Synagoge werd gebouwd in 1833, dik twee eeuwen nadat koning Christian IV de eerste Joden naar een plaats met de symbolische naam Glückstadt uitnodigde – een stadje dat nu in het Duitse Sleeswijk-Holstein ligt. Let wel, alleen Sefardische Joden waren welkom op Deens grondgebied in de eerste helft van de zeventiende eeuw, Asjkenaziem werden angstvallig buiten de deur gehouden. Dat veranderde in 1684, toen de eerste Asjkenazische gemeenschap in Kopenhagen werd gesticht.
Alleen Joden met een zekere rijkdom mochten zich in het land vestigen
In de achttiende eeuw groeide het aantal Joden in Denemarken naar zo’n 1600, maar alleen degenen die een zekere rijkdom genoten, werd toegestaan zich in het land te vestigen.
Er waren anti-Joodse maatregelen van kracht en religieuze discriminatie was een probleem, maar getto’s bestonden er niet. De Deens-Joodse geschiedenis telt zegge en schrijve één anti-Joodse rel, in 1819. Op de napoleontische oorlogen volgde begin negentiende eeuw de volledige emancipatie van de Deense Joden. Het Joodse culturele leven kwam tot bloei in kunst, literatuur en zelfs politiek. Zoals in veel andere Europese landen, zien we ook in Denemarken een verschuiving van het platteland naar de grote stad. Waren er eind negentiende eeuw nog twaalf gemeenschappen in het land te vinden, waarvan de begraafplaatsen nog stille getuigen zijn, rond de eeuwwisseling trokken veel Joden naar de stad, Kopenhagen dus.
Pogroms in Rusland leidden er aan het begin van de twintigste eeuw toe dat de Joodse bevolking groeide tot ongeveer vierduizend zielen, een aantal dat nog voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zou verdubbelen.
Bar mitswa
Met de komst van zo’n 250 duizend moslimimmigranten begon aan het begin van deze eeuw het antisemitisme toe te nemen. En door de oorlog in Gaza van 2014 sloeg de vlam in de pan. Een imam vergeleek de Joden met apen en varkens, en riep Allah op hen te verdelgen: “Tel ze en dood ze allemaal, spaar niemand.” Binnen een jaar, op 14 en 15 februari 2015, voegde een terrorist de daad bij het woord. Omar El-Hussein, van Jordaans-Palestijnse afkomst maar in Denemarken geboren, opende het vuur op een bijeenkomst met de Zweedse Mohammedcartoontekenaar Lars Vilks. Eén Deense burger kwam om het leven en drie politieagenten raakten gewond.
Een dag later koelde El-Hussein, die voor zijn acties een eed van trouw aan ISIS-leider Abu Bakr al-Baghdadi had gezworen, zijn woede op de Grote Synagoge aan de Krystalgade. Hij vermoordde een 37-jarige Joodse beveiliger, Dan Uzan, bij een bar mitswa en verwondde twee politieagenten. Op 15 februari sloot het net zich rond de terrorist bij station Nörrebro. El-Hussein opende het vuur op het arrestatieteam, maar werd gedood in het vuurgevecht. Vier handlangers, allen moslimimmigranten, werden gearresteerd. Op 14 december 2023 werd Denemarken opnieuw opgeschrikt toen een speciale terreureenheid meerdere personen oppakte die ervan werden verdacht een aanslag op Joodse doelen in Kopenhagen te beramen. De verdachten werkten onder meer samen met een Nederlander en zouden banden hebben met Hamas.

Bart Schut
Is het omdat de schrik er bij de Joodse gemeenschap in Kopenhagen na die arrestaties goed in zit? Of is het omdat onze enige mogelijkheid de Deense hoofdstad te bezoeken tussen kerst en oud en nieuw is? Maar als we bij onze voorbereidingen voor de reis met deze gemeenschap contact proberen te leggen, zowel telefonisch als per e-mail, stranden al onze pogingen. Er komt taal noch teken terug. Ook het Joods Museum blijkt, terwijl de website belooft dat het open is, gesloten. Voor de deur vragen enkele beteuterde toeristen zich af of de sinds 7 oktober verslechterde veiligheidssituatie daar iets mee te maken heeft.
We parkeren onze fietsen voor het Chabadhuis, waar we hartelijk welkom zijn
Dat is anders bij de groeiende Chabadgemeenschap aan de Ole Suhrsgade in het noorden van het Kopenhaagse centrum. Met hen is het contact heel snel gelegd en ondanks de enorme drukte voor een speciaal evenement op sjabbat, maken rabbijn Yitzi Loewenthal en zijn vrouw Rochel graag tijd voor ons vrij. We parkeren onze fietsen – Kopenhagen wordt als de meest fietsvriendelijke stad ter wereld beschouwd – voor het pand waarop posters met de Israëlische gijzelaars op de gevel zijn geplakt. Ook hier zwaarbewapende militairen van het Deense leger voor de deur, die ons nieuwsgierig maar vriendelijk begroeten.
Verbinding
Binnen krijgen we een warm onthaal van de rebbetsen en horen we overal kinderstemmen. Moeders brengen hun kroost naar het kinderdagverblijf. In het kantoortje liggen allerlei paperassen, de kasten puilen uit. Een teken dat hier hard wordt gewerkt. Rochel zit achter de computer te werken met een van de tien kinderen van het echtpaar, Menachem, op haar schoot. Yitzi zet koffie in de keuken en neemt ons mee naar boven, naar restaurant Taim, omdat dat deze ochtend de enige plek is waar we niet gestoord zullen worden. Met een groot deel van de zesduizend Joden die het land met vijf miljoen inwoners telt, staan de Loewenthals in verbinding. Onder hen is een groep van zo’n duizend Israëli’s, die de laatste tijd is gegroeid omdat overlevenden van kibboets Nir Oz en omgeving en evacués uit het noorden van Israël in Kopenhagen zijn neergestreken. Sommige hebben al de wens geuit in de Deense hoofdstad te willen blijven.
De Chabadgemeenschap is verreweg de meest actieve kille. Yitzi: “Op 2 oktober hadden we nog een groot evenement ter herinnering aan de evacuatie van de Deense Joden eind ’43. We voeren toen op een boot met zo’n honderd man naar Zweden en hadden tien overlevenden aan boord die hun verhaal vertelden. Maar andere voorgenomen herdenkingsevenementen sneeuwden helemaal onder, omdat vijf dagen later 7 oktober plaatsvond.”
Het gebouw waarin de gemeenschap is gehuisvest, heeft een bijzondere geschiedenis. In 1910 scheidde een rabbijn zich af van de gemeenschap na een halachisch dispuut en richtte zijn eigen kille op dit adres op. De sjoel in het gebouw, die uit 1933 stamt, is er nog steeds. En dat is uniek, omdat het gebouw werd geconfisqueerd door de nazi’s, die er een van hun tien hoofdkantoren in de stad van maakten.
Symbolisch
De Britse Yitzi en Rochel Loewenthal streken hier 27 jaar geleden neer. De gemeenschap leek toen naar binnen gekeerd en wat ingeslapen. Daar bracht Chabad verandering in, nu zijn er diverse gemeenschappelijke activiteiten. De enige Joodse school in Kopenhagen ligt naast de Grote Synagoge, waar ook kinderen van Joodse vaders worden geaccepteerd. Ook Yitzi’s kinderen zitten daarop of hebben erop gezeten. In tegenstelling tot de liberale gemeenschap in Nederland, is die in Denemarken klein. De kille komt slechts eens per maand samen. Rabbijn Loewenthal vertelt dat Denemarken vergelijkbare obstakels kent als Nederland. De sjechita is in het land al een aantal jaren verboden: “Maar dat was niet meer dan een symbolische daad. We haalden ons koosjere vlees toen al tijden uit het buitenland, omdat dat gewoon goedkoper was dan de slacht hier te laten plaatsvinden.”
En ook in Denemarken staat de briet mila onder druk. 86 procent van de Denen vindt volgens een peiling dat de besnijdenis zou moeten worden bestraft met zes jaar cel. Daar was zelfs een wet voor in de maak, maar premier Mette Frederiksen is daar persoonlijk voor gaan liggen. “We hebben de Joodse gemeenschap beschermd in de oorlog, dat doen we nu ook,” verklaarde ze. Het wetsvoorstel was voornamelijk bedoeld tegen de islamitische besnijdenis, legt Loewenthal uit: “Er gingen filmpjes rond van vierjarige jongetjes die besneden werden. Maar in die hele discussie hebben moslims zich op de achtergrond gehouden en gedacht: laat de Joodse gemeenschap dit maar oplossen, want die hebben meer krediet. Wat ook zo is.”
Kerstboom
Daarnaast spelen in het land problemen als assimilatie en de worsteling van sommigen met hun Joodse identiteit. “Vooral gemengd getrouwde echtparen staan sinds 7 oktober onder druk, merken wij,” zegt Loewenthal. “De niet-Joodse partner staat vaak anders in het conflict.” Daarnaast laten enkelen zich afschrikken door de bewaking van Joodse gebouwen, die strenger is dan in Nederland. Denemarken kent al jaren een terrorismedreiging op niveau 4 en sinds 7 oktober zijn er extra maatregelen genomen. Hoewel 90 procent van de Joodse gemeenschap achter Israël staat, is er een kleine groep jongeren die zich verzet. Yitzi: “Zo’n 26 jongeren, die zeggen affiliatie met het jodendom te hebben, schreven een brief naar de premier, waarin ze haar aanvielen op haar pro-Israëlische houding. Ik zeg bewust ‘affiliatie met’. Ze bevinden zich in de periferie van de gemeenschap en ik betwijfel wie van die 26 zouden tellen voor een minjan. Daarop heb ik weer gereageerd met een kritische brief aan die jongeren.”
Zoals in veel andere Europese steden, organiseerde Chabad in Kopenhagen een sjabbattafel voor de gijzelaars. “En als cross-overactiviteit hadden we in het centrum zelfs een kerstboom opgetuigd met daarin kaartjes met foto’s van de ontvoerden.” Loewenthals verhaal is opvallend optimistisch. Als wij dat tegen hem zeggen, antwoordt de rabbijn lachend: “Ik weet het, iedereen houdt van een goede pessimist. Tien jaar geleden hoorde je mensen zeggen dat er over tien jaar geen Joods leven meer in Denemarken zou zijn. Maar je ziet: optimisme creëert realiteit.”
Verbijsterend
We nemen met pijn in het hart afscheid van de hoofdstad van het land dat Nederland zou kunnen zijn. Kopenhagen is schoner en veiliger dan de grote Nederlandse steden. In het uitgaanscentrum zien we Deense jongeren met een slokje te veel op, maar nergens ook maar een teken van agressiviteit. Als wij met elkaar over onze ervaringen praten in de taxi op weg naar het vliegveld, herkent onze chauffeur sommige woorden, waarschijnlijk ‘Israël’, ‘Palestijnen’ en ‘terreur’. Hij onderbreekt ons gesprek. Hij zegt Alex te heten en drukt ons op het hart dat we vooral niet moeten denken dat antisemitisme hier geen probleem is. Hij ziet het elke dag onder zijn islamitische collega’s: “Ik heb een Joodse collega, die heeft het niet gemakkelijk, maar voordat ze aan hem komen, moeten ze eerst langs mij.” Als wij Alex vragen waarom hij het opneemt voor een Joodse collega, vertelt hij ons een verbijsterend verhaal.
“Ik ben basketbalfan, van de club Partizan Belgrado,” vertelt de chauffeur, nadat hij ons heeft uitgelegd dat hij van Servische afkomst is. Zijn familie kwam tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië naar Denemarken: “De dag waarop we aankwamen, mochten we thuis alleen nog maar Deens spreken.” Zijn club achterna reizend, komt hij nogal eens ergens. Zo ook op 5 oktober vorig jaar, toen Partizan speelde tegen Maccabi in Tel Aviv.
“Na de wedstrijd ging ik naar Jeruzalem. Daarna zou ik met wat Israëlische vrienden een dansfestival in de woestijn bezoeken.” Op de achterbank van zijn taxi kijken wij elkaar aan: het zal toch niet?
Alex zou op 7 oktober naar het Novafestival gaan. Maar de taxi was te duur
Alex vertelt dat hij inderdaad op 6 en 7 oktober met zijn vrienden naar dát festival, Nova, aan de grens met Gaza zou gaan. “Maar ik had te veel gedronken om zelf te rijden. De taxichauffeur wilde ons wel brengen, maar dat zou ons 200 euro lichter maken. En terug hetzelfde bedrag. Dat was wat te veel van het goede, dus zijn we uiteindelijk niet gegaan.” De Servische regering vloog hem op 8 oktober gratis met de laatste vlucht het land uit naar Belgrado en vandaar terug naar huis in Kopenhagen. Het ongebruikte kaartje voor het festival hangt nu op Alex’ koelkast, als macabere herinnering aan wat had kunnen gebeuren. Het leven kan zo bizar lopen, peinst Alex. “Had die taxichauffeur de helft gevraagd, dan waren we naar dat festival gereden. Je kunt zeggen dat hij ons het leven heeft gered.”
Deze Kopenhagenspecial werd mede mogelijk gemaakt door Maror en verscheen eerder in het NIW18 van 9 februari 2024
