Het aantal antisemitische incidenten op scholen neemt toe, aldus het CIDI in de zojuist verschenen Monitor antisemitische incidenten in Nederland 2015.
Door David de Leeuw
Van basisschool tot universiteit is het aantal voorvallen met antisemitisch karakter gestegen van 10 in 2014 naar 16 in 2015, het hoogste aantal in tien jaar. Dat meldt het CIDI. “Een zorgelijke trend,” vindt CIDI-directeur Hanna Luden. “Antisemitische incidenten brengen de veilige leeromgeving van leerlingen in gevaar en een stijging voorspelt weinig goeds voor de toekomst.”
Een voorbeeld uit de Monitor: ‘Een Joods jongetje uit Etten-Leur krijgt na zijn spreekbeurt over z’n bar mitswa te horen: “Wat jammer dat je ouders niet onder de douche zijn gezet in WO II”, “kankerjood”, “brillenjood” en “Moet je het niet over geld hebben?” De school weet niet goed wat ze ermee aan moeten. Het gaat allemaal beter na een les biologie over seksuele voorlichting. De docent heeft het over de voorhuid, waarop het Joodse jongetje vraagt wat dat is. De docent denkt
dat hij in de maling wordt genomen en legt hem kleinerend uit waar de voorhuid zit, waarop de jongen zegt die niet te hebben. De islamitische jongens in de klas vallen hem bij en zeggen ook die niet te hebben. Sindsdien zijn er geen incidenten meer geweest en zien ze elkaar als broeders.’
Fysiek geweld
Op het eerste gezicht lijkt het totaal aantal incidenten te dalen: van 171 in 2014 naar 126 in 2015. Echter omdat 2014 een bijzonder jaar was, waarin de Gaza-oorlog voor een forse opleving van verbaal en fysiek anti-Joods geweld zorgde, is een vergelijking met een ‘normaal’ jaar op zijn plaats. In 2013 werden er 100 voorvallen geregistreerd. Daarmee is het antisemitisme in Nederland nog altijd aan het toenemen. Vijf keer (één keer minder dan in 2014) gingen antisemitisch scheldende daders over tot fysiek geweld, zo werd een Joodse jongen in Arnhem door een groep geslagen en een Amsterdamse bij de keel gegrepen.
Uit de Monitor: ‘Een leverancier die ondeugdelijke producten terug komt halen uit een café en weet dat de café-eigenaar Joods is, maakt bij het weglopen de Hitlergroet, zegt “Sieg Heil” en rijdt herhaaldelijk met zijn steekwagen tegen het been van melder. Melder trapt met zijn andere voet naar het wagentje, de leverancier pakt dat been en melder valt heel hard op de grond. Hij breekt zijn pols op drie plaatsen en er schiet een stuk bot in de heup. Melder heeft een zes uur durende operatie nodig.’
Vinkje
De politie heeft volgens de Monitor inmiddels het ‘vinkje antisemitisme’ toegevoegd aan het aangifteformulier. Misschien helpt dat tegen de toegenomen meldingsmoeheid die bij de Joodse gemeenschap wordt opgemerkt – vaak worden daders niet opgespoord of wordt antisemitisme niet als discriminatiegrond (h)erkend. De afnemende meldingsbereidheid geeft bovendien een vertekend, want lager, beeld van het werkelijke aantal antisemitische incidenten.
De Monitor bevat ook cijfers over de 52 door het Openbaar Ministerie in 2014 ontvangen en afgedane antisemitische discriminatiefeiten: deze blijken voor 56 procent uit blanke hoek te komen, voor 13 procent uit Marokkaanse hoek, voor 8 procent van andere allochtonen, voor 8 procent van extreem-rechts en voor 4 procent van Turken. Antisemitisme was na ‘ras’ (47 procent) met 30 procent de meest voorkomende specifieke discriminatiegrond.
Monitor: “Ik doe niks met Dodenherdenking, hoort melder op de faculteit Geneeskunde van de Erasmus Universiteit een student zeggen. Dodenherdenking is van de Joden, die zijn niet te vertrouwen.”
Internet
Het CIDI telt zelf geen meldingen van antisemitisme op internet, maar ontving via het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) in 2015 1002 uitingen van online discriminatie, waarvan 114 antisemitisch (en weer 30 daarvan Holocaust-ontkennend). Het percentage antisemitische meldingen op het totaal bedraagt 15. Antisemitisme is hiermee de tweede meest voorkomende discriminatiegrond op internet, in 2014 zelfs de meest voorkomende.
Antisemitisme blijkt voor 56 procent uit blanke hoek te komen
Het CIDI wil strenger (justitieel) optreden en een antidiscriminatie-leertraject op scholen, waarin leerlingen vanaf jonge leeftijd Nederlandse kernwaarden als democratie, inclusie en respect voor elkaar wordt bijgebracht, alsmede les over de Holocaust ‘zonder Joden louter te portretteren als slachtoffers: Holocausteducatie mag leerlingen nooit een schuldgevoel aanpraten, maar dient de situatie en keuzemogelijkheden van personen in die tijd te onderwijzen.’ Verder moet Twitter door de Nederlandse overheid gedwongen kunnen worden om de IP-adressen van zich antisemitisch uitlatende Twitteraars prijs te geven, iets waar het CIDI al langere tijd voor pleit.
De gehele Monitor antisemitische incidenten in Nederland 2015 is te lezen op
www.cidi.nl/wp-content/uploads/2016/05/CIDI_Monitor_Antisemitisme_2015.pdf