Met Pesach voor de deur moet ik denken aan de paradoxale rol van Mozes en Benjamin Netanyahu in de lange Joodse geschiedenis. Op seideravond leren we ieder jaar opnieuw dat Mozes het Joodse volk uit Egyptische slavernij naar de vrijheid leidde. Tijdens de veertig jaar in de woestijn werd de vrijheid bekroond met de Tien Geboden. Daar in de Sinaï werden in tien korte zinnen de hoge principes van de Joodse godsdienst geopenbaard.
Onder leiding van Mozes waren de Israëlieten op weg naar Kanaän, dat Mozes niet mocht betreden. God strafte hem voor ongehoorzaamheid gedurende de omzwervingen door de woestijn. Mozes mocht het beloofde land vanaf de berg Nebo wel zien, maar hij zou op deze berg sterven. Onder leiding van Jozua, de opvolger van Mozes, veroverden de Israëlieten Kanaän en ging Gods belofte het Joodse volk naar het beloofde land te leiden in vervulling.
Vertaald in termen van onze tijd veroverde Jozua het gebied ten westen van de Jordaan tot de Middellandse Zee, dat min of meer samenvalt met het Britse mandaat over Palestina na de eerste wereldoorlog. Het VN-delingsplan in 1947 voorzag in de deling van Palestina in een Joodse en Palestijnse staat.
Netanyahu onderscheidt zich van Mozes doordat hij wél een deel van het beloofde land heeft betreden: Judea en Samaria (de Westelijke Jordaanoever). De rol van Jozua werd gespeeld door generaal Yitzhak Rabin, die dit gebied in de oorlog van 1967 veroverde. Ik neem de vrijheid om de aanbidding van Judea en Samaria Israëls gouden kalf te noemen; een afgod die het hoge principe ‘gij zult niet begeren wat van uw naaste is’ ontkracht.
Omsmelten
Erosie van de democratie en de waarden van het humanistisch zionisme is de prijs die Israël betaalt voor de bijna halve eeuw aanbidding van de bezetting van de Westelijke Jordaanoever. Ik voorzie – de eerste tekenen zijn er – dat de durende bezetting tot een verwijdering zal leiden tussen Israël en de Joodse diaspora. Ik hoef slechts te verwijzen naar de toon en inhoud van het NIW om dit punt duidelijk te maken. Ongenoegen en kritiek op Israëls politiek en handelen komen in het NIW regelmatig tot uitdrukking. Niet alleen in mijn columns, maar ook in bijvoorbeeld het vorige nummer, waar de gezaghebbende commentator Max van Weezel zich niet meer herkent in de moraal van het Israëlische bezettingsleger. De Joodse Democratische senator Bernie Sanders, die vecht voor kandidatuur voor het presidentschap van de VS, heeft zich heel duidelijk uitgesproken tegen de Israëlische nederzettingenpolitiek en voor Palestijnse rechten. In de Amerikaanse politiek is dat grensoverschrijdend. De andere kandidaten voor het presidentschap hebben tijdens de grote AIPAC-bijeenkomst in Washington uit angst voor deze machtige lobby Netanyahu’s Israël warm omarmd.
Het Israëlische volk verandert, de Israëli’s worden meer Israëli dan Jood zoals we die in de diaspora kennen
Sinds 1948 zijn er diepe historische processen in de Joodse wereld op gang gekomen. Het Israëlische volk verandert, de Israëli’s worden meer Israëli dan Jood zoals we die in de diaspora kennen. Ze zijn thuis, ze zijn vrij, ze winnen oorlogen waaraan de diaspora geen deel heeft en aanvaarden verliezen om vrij te blijven. Pesach is voor velen van hen ook het feest van bevrijding van vreemde overheersing dicht bij huis.
Ik kan slechts hopen dat het gouden kalf nog tot vrede kan worden omgesmolten. Is dat ijdele hoop? Duurt de bezetting al zo lang dat hij zich niet meer laat omsmelten en Judea en Samaria onverbrekelijk met Israël zijn verbonden? Dat is de vraag die misschien aan de seidertafel kan worden opgeworpen. Of is daar dan te veel moed voor nodig?