Vorige week lanceerde Israël twee aanvallen vanuit het Libanese luchtruim, die Jeruzalem niet officieel heeft opgeëist. De eerste, in de nacht van donderdag op vrijdag, was vermoedelijk gericht tegen een opslagplaats van raketten, en de tweede, op de vroege zondagochtend, werd uitgevoerd op een militair complex bij Jamraya, ten noordwesten van Damascus, en op militaire bases op de berg Qassiyoun, ten noorden van de stad. Daarbij kunnen zowel laboratoria voor chemische wapens als een of meer rakettransporten of opslagplaatsen zijn geraakt, dat was dinsdag nog onduidelijk. Wie in een brandend vuur roert – de Syrische burgeroorlog – loopt een risico, zeker als daarbij, zoals Damascus nu beweert, tientallen doden vallen. Maar Israël nam een gecalculeerde gok. Ieder uur dat er geen militaire reactie kwam, verminderde de kans op escalatie, schreef de Times of Israel. Syrië deed vooralsnog niets (het sprak wel van ‘een oorlogsverklaring’) en Iran meende dat Damascus heel goed ‘voor zichzelf kan zorgen’. Niettemin verplaatste Israël twee Iron Dome raketafweerbatterijen naar het noorden. Om iedereen duidelijk te maken dat Netanyahu geen oorlog verwachtte vertrok hij maandag gewoon naar China, zoals gepland. Veertig jaar lang was het rustig aan het noordoostelijke front van Israël, dankzij het dictatoriale, maar ‘stabiele’ karakter van het regime. Dat werd eerst geleid door Hafiz Assad, die tienduizenden interne vijanden over de kling joeg, en vanaf 2000 door zijn zoon Bashar, die nogal mild leek te beginnen maar uiteindelijk niet humaner bleek te zijn toen de machtspositie van zijn alevitische (sjiitische) minderheid vanaf het voorjaar van 2011 onder druk van soennitische rebellen kwam te staan. Israël maakt zich geen illusies over de betrouwbaarheid van een nieuw regime en voelt geen sympathie voor de rebellen.
Fateh-110
Burgeroorlogen zijn notoire besmettingshaarden en Israël volgt de situatie bij de Golanhoogte op de voet. Het land ziet drie gevaren: leveranties van game changing wapens aan Hezbollah; chemische wapens in handen van terroristen; een burgeroorlog die de grens oversteekt. Israël hield zich twee jaar lang afzijdig, afgezien van een aanval op een rakettransport in januari. Israël heeft altijd gezegd dat het ingrijpt wanneer een van de drie bovengenoemde ‘rode lijnen’ wordt overschreden. Ook de laatste twee aanvallen waren niet gericht tegen Assad, maar tegen Hezbollah. Wie heeft waarbij belang? Hezbollah steunt Assad openlijk, en terreurleider Nasrallah heeft op zijn beurt beloofd dat Hezbollah Damascus niet zal laten vallen – enkele honderden Hezbollahstrijders zouden nu al zij aan zij met de alevieten tegen de soennieten vechten. Assad moet Hezbollah te vriend houden, want strategen voorzien voor de komende jaren een drastische ontwikkeling: Damascus ‘valt’ vroeg of laat en Assad trekt zich terug op het alevitische ‘thuisland’ in de kuststreek; de moordpartij in Baniyas (waar Assads troepen vorige week tientallen of meer soennitische burgers vermoordden) zou een etnische zuivering zijn als onderdeel van de voorbereiding op dat cultureel homogene ‘West-Syrië’. Die nieuwe staat zou tegen Libanon aan komen te liggen, waardoor Assad en Hezbollah nog inniger verbonden zouden raken. Zo’n alevitische rompstaat houdt Israël niet wakker, maar Assads beloning voor Hezbollah wel: Iraanse Fateh-110-raketten, die met een bereik van 300 kilometer, een explosieve lading van 600 kilo en een accuratesse van 200 meter meteen de nauwkeurigste projectielen van Hezbollah zouden zijn; of Scud D-raketten, die minder precies zijn maar een dodelijker lading hebben. En dan moet Israël nog letten op Yachont-raketten die op grote afstand schepen kunnen raken, en SA-17’s, die vliegtuigen kunnen neerhalen. Wat het dan ook was wat Israël aanviel, ingrijpen werd kennelijk als noodzaak ervaren, en het escalatierisico nam Jeruzalem op de koop toe.
Sjiieten en soennieten
Israël speculeerde daarbij op Assads moeilijke positie: hij kan zich geen oorlog met Israël veroorloven, al kan hij later wel tot terreur besluiten. Hezbollah wil zijn kostbare arsenaal niet verspillen aan een oorlog met Israël en zijn voorraad Iraanse wapens aanvullen via de Syrische route zolang het nog kan. Damascus bestempelde de Israëlische aanval als een bewijs voor ondersteuning van de rebellen, maar dat gelooft eigenlijk niemand, noch zal Israël Syrië binnenvallen, want dan zouden alle vijanden zich aaneensluiten. Het is wel zo dat sjiieten graag zouden zien dat sjiieten aller landen zich zouden verenigen tegen Israël. De Iraakse ex-militieleider Muqtada al-Sadr riep op tot wraakacties om ‘de eer van Damascus te redden’. Volgens professor Uzi Rabi van de Universiteit van Tel Aviv hopen sjiieten in Libanon, Irak en elders dat de Israëlische aanvallen worden gebruikt ‘om een problematische kloof tussen soennieten en sjiieten om te buigen en terug te keren naar het simpele begin – Israël tegen de rest’.