De Israëlische ambassadeur Haim Divon reageert op de column van Tamarah Benima ‘Amok’ in NIW 46. Daarin ageerde Benima fel tegen het besluit van de Israëlische regering dat de weg baant voor een nieuwe nederzetting op de Westelijke Jordaanoever. En ze trok flink van leer tegen het bijbehorende pr-beleid van Netanyahu.
Geachte mevrouw Benima,
Met verwondering heb ik uw column in het NIW van 5 september (p. 25) gelezen waarin u schrijft, volgend op een artikel in De Telegraaf getiteld ‘Israël annexeert 400 hectare grond op de Westelijke Jordaanoever’, dat u mij niet wilt bellen omdat ‘Israëls regering al jaren niet luistert’. Ik kan het niet nalaten me af te vragen waarom u zo vooringenomen schrijft over hoe onze dialoog zou zijn geweest. Niet eerder heb ik gehoord dat wij niet zouden luisteren. Inderdaad, misschien zijn we het niet met elkaar eens, maar naar elkaar luisteren is een ander verhaal. Ik sta altijd klaar om in gesprek te gaan. Ach, ik ga er maar van uit dat het kennelijk eenvoudiger is om een column te schrijven dan de telefoon op te pakken.
Iedere mening is gerechtvaardigd, maar een stellingname zoals u presenteert in uw column heb ik zelden meegemaakt binnen de Joodse gemeenschap in Nederland. Geregeld ontmoet ik de leiders en leden van de Joodse gemeenschap in Nederland en ik merk niets anders dan steun en liefde voor Israël. Natuurlijk zijn er mensen, zoals uzelf, die de drang hebben om frustratie te uiten over bepaalde zaken, maar dit is slechts een fractie van de Joodse gemeenschap. Door uw mening over nederzettingen op deze manier te formuleren, en zonder gebruik van gegronde argumenten, stelt u de lezer bloot aan een dialoog die nooit heeft plaatsgevonden. U lijkt uw column te richten op uw ongenoegen over een recente beslissing van de Israëlische regering, maar u verwijst ook naar de ‘desastreuze’ strijd in de media, welke Israël zogenaamd verloren zou hebben. Het is interessant dat u zich bewust bent van de verdraaide werkelijkheid die soms zichtbaar is in ‘de media’. U gebruikt het NIW, een medium, als platform om bij te dragen aan onjuiste en onvolledige informatievoorziening in het publieke domein. Opmerkelijk. U had er ook voor kunnen kiezen om de lezer te voorzien van achtergrondinformatie over ‘wat Israël doet’.
Ter illustratie zou ik u graag willen verwijzen naar het artikel ‘Take Away Their Guns’ door Avigdor Lieberman, de minister van Buitenlandse Zaken, recentelijk gepubliceerd op Foreign Policy, waarin hij aan de hand van het interim-akkoord betreffende de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, dat een centraal onderdeel vormde voor de zogenaamde Oslo-akkoorden, ondertekend in 1995, uitlegt dat het idee voor demilitarisatie van Hamas en andere Palestijnse terroristische groeperingen niet voortkomt uit Operatie Protective Edge. Het is al bijna twintig jaar een centraal onderdeel van verschillende overeenkomsten tussen Israël en de Palestijnen.
Net als de andere kernonderwerpen, zal over de nederzettingen worden onderhandeld in de uiteindelijke vredesbesprekingen. Omdat u niet met mij wilt spreken omdat u alle antwoorden al paraat denkt te hebben over de door u beschreven kwestie, zal ik u een paragraaf van een artikel voorleggen van iemand die niet namens de Israëlische regering spreekt. Afgelopen vrijdag schreven Elliot Abrams van de Council on Foreign Relations, en Uri Sadot van het Institute for National Security Studies over dit onderwerp in Foreign Policy: Het land ligt in Gush Etzion – een gebied voornamelijk bevolkt door Joden al voor 1948 en in vorige onderhandelingen door zowel Amerikaanse als ook Palestijnse leiders erkend als gebied dat onderdeel van Israël zou blijven in een toekomstige overeenkomst. Door de nieuw formele status als ‘state land’, is het gebied legaal open voor nieuwe bebouwing.
Tot slot wil ik in herinnering brengen dat Israël zich gecommitteerd heeft aan de tweestatenoplossing sinds het VN-verdelingsplan van 1947 op tafel lag en voor de zekerheid zal ik erbij zeggen dat Israël zich hieraan blijft houden. Net als andere democratische landen worden politieke leiders in Israël gekozen en nieuw beleid wordt gevormd, waarop vervolgens beslissingen worden gebaseerd. Echter, stellen dat Israël geen ‘vredesbeleid’ heeft is niet alleen incorrect, het misleidt ook de lezers. Israël heeft aangetoond dat het een partner voor vrede is, zowel betreffende bestaande buurlanden alsook het komen tot overeenkomsten met de Palestijnen.
Mevrouw Benima, had u de telefoon maar opgepakt. Monologen zoals de uwe leiden tot niets anders dan het afstoten van een echte dialoog die daadwerkelijk tot positieve dingen zou kunnen leiden. Het zou veel beter zijn geweest als u ofwel mijn woorden aan mijzelf had gelaten of de stilte had bewaard, maar door deze vooringenomen manier van schrijven wordt niet alleen uw geloofwaardigheid aangetast, maar ook de werkelijkheid verkeerd voorgesteld aan de lezers. En ik? Zoals de Joodse gemeenschap in Nederland heel goed weet, houd ik ervan de dialoog gaande te houden en met iedereen in gesprek te treden. Daarom nodig ik u graag uit voor een ontmoeting. Uiteraard is het prima om van mening te verschillen of uw ongenoegen te uiten. Het enige dat ik van u vraag is om ook dan niet te vloeken.
Hoogachtend,
Haim Divon,
ambassadeur van Israël