Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Cultuur

De kosjere hamvraag: Alcohol

Redactie 29 januari 2013, 00:00

Joden zijn door de bank genomen geen drinkers. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, zo kent elke sjoel wel een paar vaste klanten die hun geloofsbeleving op zaterdagochtend halen uit het steeds luider ‘lechajim!’ roepen over een lange reeks whisky’s. Geheel in de geest van koning David: ‘ik hef het glas voor alle hulp en Gods naam zal ik uitroepen’ (Psalmen 116:13). Maar ook al worden Joodse jongetjes al op hun achtste levensdag met wat zoete wijn getroost na het vervolmaken van hun lichaam, het blijkt zelden de kiem van een latere alcoholverslaving. Misschien is het een beetje als Obelix. Die viel als baby in een ketel toverdrank en hoefde daarna nooit meer een slok. Iedereen die weleens een Joods feestje heeft doorstaan, weet dat het speciaal ingekochte kratje bier grotendeels overblijft tot het volgende feestje. De Chanoekaborrel van het NIW bleek onlangs zelfs geheel bierloos. Bij nader inzien zat in koning Davids glas waarschijnlijk cola light. Mogelijk heeft het iets te maken met het eeuwige getob en getwijfel. Joden zijn angsthazen. Ze gaan voor elke pukkel naar de dokter. Ze zijn bang dat er spekjes in hun salade zitten. Moeders vrezen dat hun zonen geen beroemde dokters worden. Als Joden daten zijn ze doodsbenauwd afgewezen te worden. De zorgeloze houding die vereist is voor een onbezorgde avond aan de toog, is aan maar weinig jidden besteed. Stel je voor dat ze controle verliezen! „Oehoe, ik ben helemaal tipsy,” roepen Joodse dames steevast uit na een hoeveelheid alcohol die nog geen kreupele hamster doet wankelen. Het is als dat oude mopje: als een Italiaan moe en dorstig is, dan wil hij een wijntje. Als een Griek moe en dorstig is, dan wil hij een ouzo. Als een Mexicaan moe en dorstig is, dan wil hij een tequila. Als een Jood moe en dorstig is, dan denkt hij dat hij diabetes heeft. Er is serieus wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het signifi cant lagere alcoholmisbruik onder Joden. Recente studies tonen aan dat Joden genetisch meer ADH2*2 aanmaken, een stofje dat essentieel is bij de afbraak van alcohol. Hierdoor zijn Joden minder snel geneigd om verslaafd te raken en ontstond een cultuur waarinbovenmatige alcoholconsumptie niet wordt aangemoedigd. De Tora geeft ook niet hoog op van alcohol. Noach en Lot werden dronken en de gevolgen waren niet best. Noach zette zich te kijk door te gaan naaktlopen en bij Lot verzandde het in groepsincest. De priesters Nadav en Awiehoe gingen volgens de overlevering dronken de tempel in toen ze hun laatste vuuroffer brachten. Ze werden verdelgd door een goddelijke bliksemschicht. De tempel bestaat niet meer en hoe herdenken we dat? We laten kersverse bruidegoms een wijnglas kapot trappen. Toch zag de Joodse God een alcoholverbod, zoals Allah de moslims oplegde, niet zitten. Integendeel. Van Joden wordt verwacht dat ze vrijdagavond de sjabbat beginnen met een glas wijn en dat nog eens dunnetjes overdoen op zaterdagochtend. Ook de havdala, waarmee de sjabbat wordt beëindigd, draait om wijn of sterke drank. We trouwen met wijn. Met Pesach drinken we minstens vier glazen en op Poeriem is het zelfs de bedoeling om toetertje lam te worden, al zijn er gebruiken die beter worden nageleefd. De schizofrene houding ten opzichte van alcohol komt het best tot uiting bij het maken van kidoesj en havdala. De beker wordt tot de rand gevuld, maar meer dan een paar angstige slokjes worden er niet genomen. Ik erger me daar altijd groen en geel aan. Maar als het om alcohol gaat, ben ik ook een regelrechte goj.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *