De sjoels in Breda en Arnhem vierden vorige week hun jubileum: een eerbetoon aan twee volhardende gemeenten.
Het is feest voor de kleine Joodse gemeenten in Nederland. De sjoel in Arnhem bestond vorige week 160 jaar. In Breda werd het jubileum gevierd van de succesvolle restauratie van de sjoel, twintig jaar geleden. De vieringen in Breda en Arnhem laten zien dat het Joodse leven in de verschillende provincies nog steeds een belangrijke rol speelt. Volgens Opperrabijn Binyomin Jacobs, die bij beide vieringen op 26 augustus in Breda en op 2 september in Arnhem aanwezig was, zijn de jubilea een goed teken. „De kleine groep Joden die betrokken is bij de gemeenten zet zich nog steeds vol enthousiasme in. Het is kenmerkend voor de mediene dat iedereen zijn verantwoordelijkheid voelt en neemt. De saamhorigheid is ongekend groot. Het probleem is echter dat de gemeenschap slinkende is. Ik zou zeggen dat de kwalitateit perfect is, maar dat het met de kwantiteit zeer ondermaats is gesteld,” aldus de opperrabbijn.
Gehuld in gebedsmantel
Tijdens zijn speech prees Jacobs de gemeente Breda als ‘een echte kehila, een voorbeeld voor vele andere gemeenten’. „De Joodse Gemeente Breda levert door haar sjoel en door haar activiteiten in die sjoel een permanente bijdrage aan dat deel van Gods aarde dat aan haar is toebedeeld. En als de Mosjiach er is zullen bestuur en leden van de NIG Breda niet uit sjoel verwijderd worden maar mogen ze, gehuld in gebedsmantel, blijven, omringd door de rechtschapenen wier gebeden in de muren van deze synagoge bewaard zijn gebleven.”
In Arnhem stond de inzet van de gemeente centraal . „Na de vernietiging van de jaren 40-45, de totale duisternis, is de huidige Joodse Gemeente Arnhem als een klein zuiver vlammetje in de duisternis, zichtbaar, gastvrij en vol met warmte,” zei de opperrabbijn tijdens zijn praatje. „Het is niet eenvoudig om een kehilla als Arnhem overeind te houden. Sjoeldiensten, sjioerim, pastorale zorg, bijeenkomsten, representatie, contacten met lokale overheid, levajot. Geen ingehuurde professionals, geen secretariële betaalde ondersteuning: alles wordt door gedreven bestuurders en bezielde leden geregeld en uitgevoerd.”
Emotioneel
De viering in Arnhem had ook een oranje randje. Drie leden van het gemeentebestuur in Arnhem werden verrast met een Koninklijke onderscheiding, die ze door burgemeester Krikke opgespeld kregen. Leo Vosdingh is net als zijn collega’s David Meijers en David Stegers toegetreden tot de Orde van Oranje- Nassau. „Het was voor mij een zeer emotionele dag,” vertelt Vossingh. „Oorspronkelijk kom ik uit de provincie Groningen, uit Veendam. Door mijn inzet is de Joodse begraafplaats in Veendam weer in de handen van de gemeente gekomen. Ik doe dit werk voor mijn ouders en grootouders die niet meer zijn teruggekomen.”