Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Binnenland

In memoriam: Uri Coronel

Redactie 22 juli 2016, 00:00
In memoriam: Uri Coronel
Uri Coronel (l) met Tora-schrijver Bernard Benarroch bij het in gebruik nemen van een nieuwe sefer Tora in de Portugees-Israëlietische Gemeente. Foto: Dirk P.H. Spits / DPHOTO

Uri Coronel (l) met Tora-schrijver Bernard Benarroch bij het in gebruik nemen van een nieuwe sefer Tora in de Portugees-Israëlietische Gemeente. Foto: Dirk P.H. Spits / DPHOTO

Maandag overleed Uri Coronel plotseling. Zijn vrienden Jaap Wijnschenk en Frits Barend herdenken deze markante Joodse Mokumer.

Een man met natuurlijk gezag

Door Jaap Wijnschenk

Uri hield niet van geouwehoer, en ik kan dat zeggen, ik kende hem nog maar zestig jaar. We waren vrienden van kinds af aan en sinds de HBS hebben we elkaar nooit meer losgelaten. Zijn betekenis voor Joods Nederland is enorm geweest. Hij was voorzitter van Beth Shalom, het Joods Bijzonder Onderwijs, de Portugees-Israëlietische Gemeente, het Nieuw Israëlietisch Weekblad en bestuurslid van De Joodse Invalide. En dan noem ik alleen de grootste, er zijn nog veel meer organisaties waarvoor hij zich heeft ingezet. Dat deed hij met grote visie en heel veel lef. Een voorbeeld: tijdens de bouw van Beth Shalom zaten wij samen in het bestuur. Hij als voorzitter, ik als penningmeester. We hebben destijds zonder vergunning een vierde verdieping op het gebouw gezet. Sterker nog: we hadden niet eens een verpleegvergunning. Hij deed niet altijd alles volgens de regeltjes, maar uiteindelijk kwam alles op z’n pootjes terecht. Dat was Uri. Een man met natuurlijk gezag. Dat had hij van kinds af aan.

Gedreven
Uri was een buitengewoon sociaal voelend mens, altijd goed voor zijn medewerkers en personeel, een man met een enorm netwerk. Als kind van ouders die in Bergen-Belsen hadden gezeten zette hij zich enorm in voor de ouderen in onze gemeenschap. Die mochten niets tekortkomen. Uit de oorlog kwam ook zijn gedrevenheid. Hij had extra aandacht voor de jeugd. Mensen moesten eens weten wat hij heeft gedaan voor het JBO, Haboniem, Bne Akiwa. Mede dankzij zijn inzet is het JBO overeind gebleven.
Integer was hij ook. “Ik ben zo eerlijk omdat het gemakkelijk is,” zei hij. Naarmate hij ouder werd, werd hij milder. Maar aan geouwehoer had hij een broertje dood. Mensen kwamen bij hem voor raad, hij zocht altijd de consensus en had voor iedereen een luisterend oor, maar duurde het hem te lang, dan hakte hij de knoop gewoon door. Hij kon dan heel autoritair zijn. Dat kwam over als arrogant, maar in wezen had hij gewoon weinig geduld. Hij had niets met bestuurders die maar op het geld bleven zitten: “Geld is er om uit te geven en niet om in de pot te houden,” vond hij. Als er geprotesteerd werd omdat er in een begroting geschoven werd, zei hij: “Maar we hebben het zo beslist.”

Onwezenlijk
Met zijn heengaan heeft Joods Nederland een heel goed bestuurder verloren en ik een heel goede vriend. Zaken heb ik nooit met hem gedaan. Hij was verzekeringsmakelaar, maar ik heb mijn  verzekeringen nooit bij hem ondergebracht. Ik doe geen zaken met vrienden. Maar als bestuurders hoefden we maar oogcontact te hebben om te weten welke kant we op wilden, en daar kwam dan niemand meer tussen. Voor mij is het allemaal nog onwezenlijk dat hij er niet meer is.
Soms heb ik het gevoel dat men hem niet op waarde heeft weten te schatten. Ik weet dat hij zijn taken binnen de gemeenschap wilde afbouwen. Zijn netwerk werd ook kleiner. Het was tijd om het rustiger aan te gaan doen. Maar toen zijn broer Jacques ziek werd en de  PIG een dringend beroep op hem deed, weigerde hij niet. En hij wist: dit is niet met een jaartje klaar. Hij heeft zijn taak niet af kunnen maken. Dat is het gevoel dat ik heb nu hij er niet meer is, zijn leven was nog niet af.
Baroech dayan ha’emet.

Een bestuurlijke kanjer

Door Frits Barend

Er is weer een Amsterdammer doodgegaan: Uri Coronel. Uri was niet zomaar een Mokumer. Hij was maatschappelijk actief voor uiteenlopende organisaties als Ajax, Artis, de Amsterdamse Sportraad en de Alzheimer Stichting, als er blijkbaar maar een A in de organisatie zat. Uri leed (gelukkig) niet aan valse bescheidenheid. Ik haat valse bescheidenheid. Waarom mag je niet zelf vinden dat je iets kunt? Heel soms vonden mensen Uri daarom arrogant. Hoezo arrogant? Hij was een bestuurlijke kanjer, straalde dat uit, maar kende ook zijn beperkingen. En hij deed het allemaal in zijn vrije tijd, van zijn betrokkenheid bij de renovatie van de snoge onder leiding van zijn geliefde broer Jacques tot zijn zorg over de toekomst van het amateurvoetbal in Amsterdam.
Uri stond niet aan de zijlijn. Hij vertelde op scholen over de Holocaust, stond onvoorwaardelijk achter Israël en was tegelijk zeer kritisch op de huidige regering daar. Hij was een ruimdenkende liberaal, ruimdenkender dan veel van zijn Joodse vrienden over vluchtelingen. Maar Uri was veel meer dan de bestuurder die publiekelijk wordt herdacht. Mijn dochters Kim en Barbara aten en sliepen als tieners graag en vaak bij Uri en Yvonne. Uri was niet alleen lief en geïnteresseerd, hij at vrijdagavond ook altijd mee. Dat laatste konden mijn dochters van hun eigen vader niet zeggen.
Wij leerden als familie Uri en Yvonne en hun twee dochters Daniëlla en Barbara kennen dankzij Maccabi Tennis. Als onze dochters samen op zondag competitie voor Maccabi speelden, bleef Uri de hele dag kijken als… Ajax uit speelde. Bij thuiswedstrijden vertrok hij tegen één uur naar De Meer. Uri en zijn broer Jacques behoorden nog tot die ouderwetse Joodse Ajaxsupporters die zwaar leden onder een nederlaag. Als onze vrouwen op dinsdag competitie tennisten, was Uri de beschaafde toeschouwer naast de ‘hooligans’, zijn latere boezemvriend Nicky Roeg en ik.

Project Arena
In 1989 werd Uri benaderd voor een bestuursfunctie bij zijn toen noodlijdende club Ajax. Hij wilde met mij, de journalist, spreken over de risico’s. Wat raadt de journalist zijn vriend aan? Ook zonder mijn instemming had hij ja gezegd tegen zijn geliefde Ajax, denk ik. Zoals Nicky Roeg het omschreef: ‘Uri, doe het desnoods voor je vrienden.’ Onder leiding van commercieel bestuurslid Coronel startte Ajax het project Arena. De Arena werd zijn kindje, zozeer zelfs dat hij zijn vrienden bij Maccabi vroeg of ze alsjeblieft een aandeel van 5000 gulden (als ik me goed herinner) wilden kopen. We kunnen het ons nu niet voorstellen, maar de komst van de Arena en dus de hele toekomst van Ajax hing aan een zijden draadje dankzij pseudosupporters die De Meer zo fantastisch vonden. Nee, de populariteitsprijs won hij niet.

Uri was alles behalve rancuneus, een unicum voor een bestuurder

Ik heb nog altijd twee aandelen Arena in mijn bezit, dankzij Uri. Die aandelen kocht ik toen het Ajax-bestuur en coach Louis van Gaal, zeg maar, bloedbonje hadden met mijn journalistieke vriend Henk van Dorp en mij. Maar Uri kon en bleef dat scheiden. Als anderen bij Ajax ons de rug toekeerden, bleef Uri Henk en mij openlijk de hand schudden. Dat was Uri ten voeten uit. Hij trad terug omdat andere maatschappelijke projecten hem trokken. Maar keerde in 2007 terug als voorzitter, dit keer tegen het uitdrukkelijke advies van zijn vrienden in. En raakte in conflict met die andere ras-Ajacied, Johan Cruijff. Daar zit je dan als journalist die de strijdende partijen goed kent.

Ruimhartig
Na een in mijn eigen perceptie zeer genuanceerd optreden bij Pauw over dat conflict, belde een van mijn dochters. “Papa, wij zijn bevriend met de dochters van Uri. Wil je ons een plezier doen?” Ik belde Uri de volgende dag en zei hem dat ik me niet meer in het conflict zou mengen. “Ik neem je niets kwalijk,” was de typerende reactie van Uri, “het is jouw werk en we gaan binnenkort weer gewoon
met zijn vieren eten.” Uri was allesbehalve rancuneus, een unicum voor een bestuurder. Ik zei ook tegen Cruijff dat ik me niet meer zou laten horen in het conflict bij Ajax. “Frits, we zijn ruim in de zestig,” reageerde ook Johan ruimhartig, “je zou gek zijn als je om mij een lange vriendschap met Uri op het spel zet. Dus je hebt volkomen gelijk.”
En nu zijn ze er allebei niet meer, Uri en Johan. Ze laten een heel grote leegte achter, de twee iconen van Ajax die geen achternaam nodig hebben. Het jaar 2016 gaat de geschiedenis in als een heel slecht Ajax-jaar.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (0)
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *