Het Joodse Schooltje in Leek is uit haar as herrezen. Na zeventig jaar is er in het noordelijke dorp weer een plek om te lernen.
Auteur: Pamela Wolters
Foto: Tanja Nab
Wat is dat voor gebouwtje?’ is een vraag die vrijwilligers van Museum Het Joodse Schooltje in het Groningse Leek vaak horen. Veel mensen denken dat het een synagoge is. Het karakteristieke gebouw staat bekend als museum, maar sinds vorig jaar is het ook eens per maand weer een echt Joods schooltje.
Het museum ligt in het centrum, vlak naast het fi etspad. Veel mensen lopen er binnen. „Niemand komt hier zomaar,” zegt Fenna van der Zwaag, vicevoorzitter van het museum. „Mensen komen soms met indringende verhalen, en het Joodse Schooltje is dan ook een plek waar vaak bijzondere gesprekken worden gevoerd tussen bezoekers en vrijwilligers. Het museum herbergt ook een schat aan Joodse voorwerpen, boeken en foto’s.”
Oud-leerlingen
Opvallend is een zwart-witfoto van een jonge vrouw, Ducie Denneboom. Zij zat tot begin jaren 30 op het Joodse Schooltje. Haar jongere zusjes Hertha en Selma volgden er nog Joodse les toen de oorlog uitbrak. Hertha en Selma doken onder (in Zeist) en overleefden zo de oorlog. Ook hun moeder Eva overleefde in de onderduik. Voor Ducie was een onderduikadres gevonden, maar zij zag ervan af omdat ze net getrouwd was en haar man Leo al in Westerbork was. Ook zij belandde in Westerbork. Van daaruit stuurde ze brieven naar haar moeder en zusjes en naar buren in Leek. De originele brieven worden in het schooltje tentoongesteld. Ducie en Leo overleefden de oorlog niet. Hertha en Selma wonen tegenwoordig in Israël en hebben nog regelmatig contact met de vrijwilligers van de school.
Het huidige gebouw is een natuurgetrouwe kopie van het origineel, dat dateerde uit 1855. Fenna van der Zwaag is een van de weinige vrijwilligers die het originele schoolgebouw nog kent. Het gebouw raakte al in 1939 in onbruik, en was na de oorlog in gebruik alsschuur. „Er stond zelfs een boot in,” herinnert Fenna zich. „Toen wist ik nog niet dat het een school was geweest.” In verband met de aanleg van het fi etspad is het gebouw afgebroken en, in opdracht van de speciaal hiervoor opgerichte Samuel Levie Stichting, zo’n honderd meter verderop nagebouwd, met enkele originele elementen, zoals de roosters in het plafond. De houten banken komen ergens anders vandaan, maar zijn wel historisch. In 1995 was de herbouw voltooid en kreeg het gebouw de functie van museum.
Keppeltjes
De schoolbanken kregen begin vorig jaar onverwacht hun oorspronkelijke functie terug. Er wordt, voor het eerst sinds de oorlog, weer lesgegeven in het Joodse Schooltje. Lerares Tanja Nab herinnert zich de eerste les nog heel goed. „De oude schoolbanken leken mij niet geschikt, daarom had ik een klaptafeltje en vier losse stoelen meegenomen,” vertelt ze. „Er waren toen nog maar vier leerlingen. Die ochtend kwamen de kinderen toevallig tegelijkertijd aan en als vanzelf schoven ze in de oude schoolbanken. Dat was een bijzondere gewaarwording. Alsof de cirkel rond was.”
Sindsdien zijn de oude schoolbanken nog een tijdje in gebruik gebleven. Er meldden zich steeds meer kinderen aan voor de les, waardoor er op een gegeven moment in de banken onvoldoende plaats was. Nu zitten de leerlingen in groepjes aan tafels en worden de banken aan de kant geschoven.
Tanja Nab heeft de lessen zelf opgezet. „Uit noodzaak,” legt ze uit. „Als chazan ben ik nauw betrokken bij de Progressief Joodse Gemeente Noord Nederland (PJGNN), en tijdenssjoeldiensten valt het op dat er weinig kinderen zijn. Binnen de PJGNN bestond al langer de wens om Joods onderwijs aan te bieden, en ik heb toen gezegd: ‘Ik ga gewoon beginnen, of het nou om één kind gaat of om tien.’ Toen kon ik niet meer terug,” lacht Tanja. „Maar ik vind het ontzettend leuk om te doen. Het is veel werk, maar als ik die kindertjes zo ijverig zie werken, met hun keppeltjes op, dan vind ik dat zo mooi. Na elke les sta ik buiten met een gevoel van ‘yes!’”
In 2009, rond de zomervakantie, werden advertenties geplaatst in plaatselijke kranten en al gauw waren er vier gegadigden. In eerste instantie vonden de lessen plaats in een huiskamer in Zuidlaren. Tijdens de herdenking van het 15-jarig bestaan van het museum in november 2010 ontstond het idee om de lessen naar het schoolgebouw te verplaatsen. Na intensief overleg tussen de besturen van het Joodse Schooltje en de PJGNN is dit plan verwezenlijkt. „Deze locatie voegt echt iets toe,” meent Tanja. „Je ziet de ouders langs de vitrines lopen met daarin talloze Joodse objecten. De vrijwilligers van het schooltje werken intussen heel erg mee.”
Lesmethode
Voor het Hebreeuwse taalonderwijs gebruikt Tanja de lesboeken van Rimon, het Liberaal Joods Jeugdonderwijs Centrum. Deze lesboeken gebruikt ze ook voor de cursus Hebreeuws voor volwassenen die ze in het schooltje geeft. „De volwassengroep moest aanvankelijk een beetje lachen toen ze dit lesmateriaal kregen uitgereikt. Het ziet eruit als een kinderlesboek, maar ze kwamen er al snel achter dat de stof best ingewikkeld is,” vertelt Tanja.
Naast het Hebreeuws besteedt ze aandacht aan de Tora, de Joodse feestdagen, de Joodse cultuur, de levenscyclus (‘van briet tot levaje’) en de Joodse identiteit. Verder probeert ze elke les iets te eten klaar te maken met de kinderen, bijvoorbeeld challe, soefganiot, of charoset met Pesach. „De liefde gaat door de maag,” aldus Tanja. „Het vraagt wel om creativiteit, in dit kleine keukentje.”
Ook muziek speelt een rol tijdens de lessen. Regelmatig wordt er gezongen. „Op de lerarenopleiding die ik volg aan het Levisson Instituut krijg ik tips over hoe ik dat op een speelse manier kan doen. Binnenkort komt er nog een juf bij die daar ook is opgeleid.” Het hele jaar door wordt de groep kinderen uitgebreid, er zijn pas nog twee kinderen bij gekomen. Het wordt een aardig drukke groep, zo’n veertien kinderen op dit moment, en de uitbreiding met nog een leerkracht is dus geenoverbodige luxe. Tanja lacht. „Dat is de prijs van de roem!” Het is een puzzel om de lessen handig te organiseren, legt ze uit. Daarbij speelt mee dat de kinderen zeer in leeftijd variëren. De lessen zijn voor kinderen vanaf zes jaar tot de bar/bat mitswa-leeftijd. Ze zijn verdeeld over twee groepen, maar leren op heel verschillende niveaus. Dat vereist vindingrijkheid. Maar het gaat haar goed af, en binnenkort wordt de eerste leerling bar mitswa.
Toekomst
In de toekomst wil Tanja tijdens de lessen meer met computers werken. „Op mijn verzoek is er draadloos internet aangeschaft,” vertelt ze. „Sommige kinderen gebruiken dat al, met goedkeuring van de ouders.” Tanja wil graag aan ouders van Joodse kinderen in de regio overbrengen wat de betekenis van de Joodse school is in de dagelijkse praktijk. „Kinderen vinden het heel leuk om andere Joodse kinderen te ontmoeten. Vaak zijn ze op hun eigen school ‘de enige’. Tijdens de lessen merk je dat het, ondanks leeftijdsverschillen, heel waardevol is dat deze kinderen met elkaar optrekken. Ze zijn hier op een bijzondere manier thuis.”