Vol trots toonde NIK-voorzitter Jonathan Soesman op 11 juni het landelijk convenant dat gesloten werd met vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap en demissionair (PvdA-)staatssecretaris Martijn van Dam. Maar afgelopen woensdag lag er in opdracht van slagerij Marcus een advocatenbrief op de mat.
Juichende reacties uit binnen- en buitenland naar aanleiding van de ondertekening van het convenant ritueel slachten, dat door verschillende partijen in Den Haag werd getekend. Het ritueel slachten is voor politiek Den Haag en religieuze gemeenschappen al jaren een hoofdpijndossier. Met de Partij voor de Dieren voorop, op de voet gevolgd door PVV-Kamerlid Dion Graus, ligt de rituele slacht (hoofdzakelijk gericht op de islamitische slacht, maar met de kosjere slacht, de sjechita, als ‘collateral damage’) al tijden onder vuur. De voorzitter van het NIK (Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap) Jonathan Soesman schatte de kansen in: wat als de rituele slacht opnieuw in de Kamer zou worden behandeld? Zou behoud van de sjechita dan gewaarborgd zijn?
“Ik ben echt trots dat we dit convenant voor de poorten van de hel hebben kunnen wegslepen. Kijk naar wat in de ons omringende landen is gebeurd, zoals België, waar de sjechita verboden is. En we mogen ook de publieke opinie niet uit het oog verliezen. Die is ook voor een groot deel tegen, hoewel de meesten er geen weet van hebben. Godsdienstvrijheid staat sowieso ernstig onder druk. Het NIK, in samenwerking met de NIHS (Nederlands-Israëlietische Hoofdsynagoge) en sjechita-expert rabbijn Eliezer Wolff hebben dit convenant bekeken, geanalyseerd en goedgekeurd. Nu kunnen we verder,” aldus Soesman.
Het nu getekende convenant combineert dierenwelzijn met religieuze vrijheid. Zo is bijvoorbeeld bepaald dat wanneer een dier niet binnen 40 seconden na het doorsnijden van de keel buiten bewustzijn is, het alsnog een kopschot krijgt toegediend.
Schade verhaald
Niet iedereen blijkt gelukkig met deze uitkomst. Woensdagmiddag lag er een brief op de mat bij het NIK. Afzender: advocatenkantoor Loonstein, in naam van Gelkos Vleeswarenbedrijf BV, beter bekend als slagerij Marcus, de laatste kosjere slagerij in Nederland. Daarin wordt gesteld: “Het is u bekend dat Slagerij Marcus substantiële omzetten heeft, die zien op export [sic], terwijl zonder die omzetten de slagerij niet kan voortbestaan. Kortom, effectuering van het exportverbod betekent het einde van de laatste kosjere slagerij in Nederland. Dat laatste kan alleen anders zijn als het NIK het wegvallen van die omzet door jaarlijkse subsidie compenseert. Middels dit schrijven verzoekt cliënte dan ook om een zodanige subsidie. Uiteraard zal cliënte inzichtelijk kunnen maken welk gedeelte van de omzet in de afgelopen jaren op de export zag.” Deze subsidie kan, weet ieder weldenkend mens, in de tonnen gaan lopen.
Ook wordt in de brief gesteld dat Marcus het vreemd vindt dat er van tevoren geen contact is opgenomen over de uitvoerbaarheid van het convenant. De schade die Marcus naar aanleiding van dit convenant denkt te ondervinden, gaat volgens deze brief verhaald worden op Jonathan Soesman, omdat er wordt gesteld dat hij dit convenant niet zou hebben voorgelegd aan de Permanente Commissie van het NIK.
Niet nieuw
Enige jaren geleden speelde de sjechita ook al in politiek Den Haag. Een uitnodiging vanuit de Joodse gemeenschap om Den Haag te tonen wat de kosjere slacht daadwerkelijk inhield, leverde ‘een magere oogst’ op. Alleen Carola Schouten, Kamerlid voor de ChristenUnie, nam de moeite om vroeg uit de veren te komen en van de procedure getuige te zijn. Een wetsvoorstel vóór verbod kwam door de Tweede Kamer. Dankzij dierenarts Henk Jan Ormel van het CDA kon in de Eerste Kamer toen een definitief verbod net op tijd worden voorkomen.
Het is naïef om te denken dat de rituele slacht niet opnieuw op de politieke agenda zou komen te staan. Demissionair staatssecretaris Van Dam was trouwens als Kamerlid een van de grootste voorstanders van een verbod op rituele slacht. Daarom vragen sommigen zich af of het niet verstandiger was geweest met dit convenant te wachten tot zowel CDA als CU in het kabinet hadden gezeten. Soesman stelt echter duidelijk: “Dit is een goede deal en ik begrijp Loonsteins brief niet, want er is absoluut geen sprake van een exportverbod. En natuurlijk zullen er altijd ultra-ultrapartijen zijn die het niet met ons eens zijn. Maar er is overleg geweest met het rabbinaat, en de grootste gemene deler van orthodox Joods Amsterdam kan hiermee leven. Dat blijft recht overeind staan.”