Afgelopen week vertoonden de straten van Jeruzalem en die van Rotterdam een opvallende gelijkenis.
In de straten van de oude stad scandeerde een hysterische meute ‘Khaybar, khaybar ya Yahud’, omdat de Israëli’s het in hun hoofd hadden gehaald metaaldetectoren te plaatsen bij de toegang tot de Tempelberg. En als er tegen Israëli’s valt te schoppen, dan doen bepaalde groeperingen in Nederland daar gewoon lekker aan mee. Zo bleek in Rotterdam tijdens een demonstratie, toegejuicht door het Palestina Komitee en politici van de extremistische moslimpartijen NIDA uit Rotterdam en de Partij van de Eenheid uit Den Haag. Ook in Rotterdam weerklonk het ‘Khaybar’, wat in vrije vertaling zoiets als ‘Dood aan de Joden’ betekent. Zie voor een precieze uitleg het varium op pagina 8.
Daarmee blijkt eens te meer dat al het gebrul over ‘we zijn geen antisemieten, we zijn anti-zionisten’ slechts een doorzichtig excuus is voor dat waar het werkelijk over gaat: Jodenhaat. Ik ben dus ook heel benieuwd wat burgemeester Aboutaleb gaat doen met de vragen van Leefbaar Rotterdam-Raadslid Tanya Hoogwerf, die heeft verzocht deze demonstranten aan te pakken. Met het tolereren van dit soort uitingen, begeeft Nederland zich steeds meer op een hellend vlak. Wat wordt er níét meer getolereerd? Hoe ver moeten bedreigingen en het aanzetten tot haat gaan voordat er wordt ingegrepen?
Ik ben nogal actief op Twitter en van een willekeurige scheldpartij of antisemitische verwensing sta ik allang niet meer te kijken. Dat was anders in oktober 2015, toen er op Twitter 50.000 euro op mijn hoofd en dat van andere ‘bekenden’ werd gezet. En de brandstapel stond voor deze heks ook klaar. Voor één keer heb ik aangifte gedaan. Daarna bleef het lang, heel lang stil. Slachtofferhulp wilde weten hoezeer ik onder die bedreiging had geleden. Nou, niet dus. Maar wel hoort dit soort haatzaaierij simpelweg te worden gestraft. Om een lang verhaal kort te maken: 1 augustus 2017 moet D. el F. voor zijn uitlatingen voorkomen. Ik ben uitgenodigd om bij de zitting aanwezig te zijn. En ik zal van die uitnodiging gebruikmaken. Ik wil zien hoe deze haatdragende zielepiet eruitziet. Kortom, het heeft even geduurd en je moet er wat voor doen, maar uiteindelijk loont aangifte doen dus toch. We leven godzijdank nog steeds in een rechtsstaat.