Met lood in m’n schoenen begon ik aan de eerste aflevering van de documentaireserie De kanarie in de kolenmijn. Mijn oudste zoon (13 jaar) moest van mij meekijken. Ik vreesde zoveel antisemitische geluiden te horen dat ik doodsbang zou worden.
Door Zippora Abram
Maar eigenlijk ging de documentaire over hoe alert wij op antisemitisme zijn, of we een reëel beeld hebben van het gevaar, over de angst de situatie te onderschatten.
Als ik met Joden praat die somberder zijn dan ik over de toestand van het antisemitisme in Nederland, weet ik niet of ik naïef ben of zij pessimistisch. Omgekeerd, als ik het ernstiger inzie, ben ik dan realistisch of zwartgallig?
Tijdens de documentaire vroeg mijn zoon: “Als er hier nou echt iets heel ergs gebeurde, waardoor we echt weg moesten, zouden we dan naar Israël gaan?” Ja natuurlijk gaan we dan, antwoordde ik, blij dat hij zijn vraag op deze manier formuleerde. Gebeurde er maar iets zo vreselijks waardoor we allemaal zouden weten dat we moesten gaan, zou ik bijna zeggen. Het niet weten is juist zo beklemmend. Leef ik mijn fijne leven en blijft dat altijd zo, of denk ik dat ik een prima leven heb terwijl ik feitelijk in een soort nazi-Duitsland jaren 30 leef, op de rand van de afgrond, aan de vooravond van de dood?
Snedig
Dat het antisemitisme toeneemt merk ik ook. Ik denk zeker te weten dat heel veel mensen niet begrijpen waar kritiek op Israël overgaat in haat tegen Joden. En dan doel ik niet uitsluitend op moslims. Het antisemitisme zit ook diep verankerd in de autochtone Nederlanders. Hoe vaak ik niet hoor dat ik vast heel goed kan onderhandelen omdat ik Joods ben, of goed verkopen, of vul maar in welke activiteit die te maken heeft met geld verdienen. Gewoon van hoogopgeleide Nederlanders, die waarschijnlijk zelf denken dat ze gewoon een leuke, snedige opmerking maken. Ook is het in bepaalde kringen bon ton om tegen jongensbesnijdenis te zijn, tegen rituele slacht, en dat komt echt niet van moslims.
Maar eigenlijk ging de documentaire over hoe alert wij op antisemitisme zijn
Soms stel ik me voor dat we naar Israël zouden gaan. Angst voor antisemitisme zou ik daar minder hebben. Maar andere problemen te over: een land waar de religieuzen steeds meer macht hebben, waar links bijna een scheldwoord is geworden, waar veel mensen een soldaat die een Palestijn doodt als held zien, waar de minister van Onderwijs heeft gezegd dat kennis van de Tora belangrijker is dan kennis van wiskunde. Zou ik daar gelukkig zijn? Om nog maar te zwijgen van de bittere armoede waarin ik in Israël terecht zou komen als alleenstaande moeder met twee kinderen. En nog erger: je kunt toch moeilijk het leven van twee kinderen volkomen overhoop halen, ze uit hun vertrouwde omgeving naar een land brengen waar alles anders is en waar ze de taal niet spreken? Nee dan moet er echt wel iets heel afschuwelijks gebeuren.