Door Bart Schut
De Iraanse legerleider neemt zich voor de Joodse staat te vernietigen en ook Hezbollah en Hamas dreigen er lustig op los. En wat doet Nederland op een marineconferentie in Teheran?
“Wanneer de arrogante machten een vrijplaats creëren om het zionistische regime er te laten overleven, zullen wij niet toestaan dat er ook maar één dag wordt toegevoegd aan het sinistere en illegale bestaan van dit regime.”
Het is het soort moderne Perzische poëzie waaraan men in Jeruzalem en Tel Aviv zo langzamerhand wel gewend is geraakt, maar in het huidige politieke en militaire klimaat in het Midden-Oosten klinken de woorden van de Iraanse legerleider Abdolrahim Mousavi deze week bijzonder onheilspellend. Vooral toen de generaal eraan toevoegde: “Het leger zal hand in hand met de Revolutionaire Garde werken aan de ineenstorting van het arrogante systeem en het zionistische regime zal uitgeroeid worden.”
Het ‘zionistische regime’ is de Iraanse omschrijving voor Israël en hoewel Mousavi zichzelf een termijn van 25 jaar heeft gesteld zijn ambities te verwezenlijken, zullen zijn woorden niet ongemerkt aan de Israëlische regering en strijdkrachten voorbij zijn gegaan. Zeker gezien de alsmaar oplopende spanning aan de noordgrens van de Joodse staat, nu Iran en zijn proxy-terreurmilitie Hezbollah militair een steeds vastere voet aan de grond krijgen in buurland Syrië. Een andere Iraanse generaal waarschuwde dat Israëls luchtmachtbases ‘binnen bereik van onze raketten liggen’ en ook Hezbollah-leider Hassan Nasrallah deed een duit in het zakje: “Wij hebben de mogelijkheid, de macht en de raketten om ieder doel [binnen Israël] te raken.”
Natuurlijk kon ook Hamas niet achterblijven. De Palestijnse terreurbeweging gaf deze week de Mossad de schuld van de moord op een Hamas-wapenexpert in de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur. “Er staat nu een rekening open tussen ons [en de Mossad],” reageerde Hamas-leider Ismail Haniyeh dreigend, waaraan hij toevoegde dat Israël ‘een stuk minder ver weg ligt dan Maleisië’. De Israëlische minister van Defensie Avigdor Lieberman waarschuwde op zijn beurt Iran en de terreurbewegingen goed na te denken over waar zij mee bezig zijn: “Ik kan mij geen moment herinneren waarop het Israëlische volk en leger zo gereed, zo goed voorbereid waren.”
De ontluikende liefde van de Nederlandse regering voor de Islamitische Republiek blijft groeien, zeker op militair gebied
Wapengekletter
Ondanks het Iraanse wapengekletter richting Israël blijft de ontluikende liefde van de Nederlandse regering voor de Islamitische Republiek groeien, zeker op militair gebied. Een delegatie van de Nederlandse marine ging deze week op bezoek in Teheran voor het bijwonen van de IONS-conferentie. Dit schrijft het Iraanse persbureau Tasnim. Het tweejaarlijkse Indian Ocean Naval Symposium wordt georganiseerd door de Islamitische Republiek en wordt uiteraard door het regime in Teheran aangegrepen om te laten zien dat Iran gewoon een land is dat zijn verdediging serieus neemt. Tasnim schrijft juichend over dit ‘grootste evenement in de geschiedenis van militaire conferenties in Iran’.
“De marinecommandanten van Nederland, Oman, Madagaskar, Irak en Syrië [!] waren de eerste gasten die zaterdagavond aankwamen in Teheran,” bericht Tasnim. Wat de volgende vragen rechtvaardigt: wat doet Nederland op een marineconferentie met schurkenstaten als Syrië, Saoedi-Arabië, Qatar en Jemen? Waarom betaalt het ministerie van Defensie een weekje Teheran voor hoge marineofficieren terwijl Nederlandse militairen die naar oorlogsgebieden worden gestuurd niet genoeg munitie of deugdelijke kogelwerende vesten meekrijgen vanwege financiële tekorten? Of denkt Nederland iets op te steken van een conferentie met zeegrootmachten als Mauritius, de Comoren, de Malediven en Oost-Timor? En wacht even, sinds wanneer ligt Nederland aan de Indische Oceaan? Ons land heeft niet meer dan een waarnemersstatus bij de IONS, maar blijkbaar is dat geen reden niet onze schaarse defensiemiddelen in Teheran over de balk te smijten. Ter meerdere glorie van de Islamitische Republiek van Iran, ook nog eens.
Uiteraard legde het NIW deze vragen voor aan het ministerie van Defensie, maar het bleef lang stil vanuit Den Haag. Net zoals na de aanstelling van de nieuwe Nederlandse militaire attaché in Teheran of het bezoek van onze ambassadeur Susanna Terstal aan de Iraanse minister van Defensie, generaal Amir Hatami. Wij zijn er vooralsnog niet in geslaagd te achterhalen wie of welk motief er precies achter de Nederlandse flirt met het Iraanse militaire apparaat schuilgaat, maar duidelijk is dat de regering van Mark Rutte steeds inniger banden zoekt én vindt met een land dat internationaal terrorisme financiert, zich her en der in militaire avonturen stort en een belangrijke bedreiging is voor vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten (en daarmee in de hele wereld), en zijn leger gebruikt bij de onderdrukking van de eigen bevolking.