
Foto: Dirk P.H. Spits-DPHOTO
Op de jubileumavond hield columniste Nausicaa Marbe een voordracht. Hier een ingekorte versie.
Het 150-jarig bestaan van het NIW geeft reden tot een feest van traditie, continuïteit, overleving. En van geschiedenis. Joodse, Nederlandse, journalistieke geschiedenis. Geschiedenis als levend geheugen.
Door: Nausicaa Marbe
Toch voel ik de noodzaak te praten over onze tijd als geheugenloze tijd. En over Joods zijn in een tijd waarin de geschiedenis van de 20e eeuw verwaarloosd wordt. Dat gebeurt zelfs in tijden waarin nieuwe herdenkingstradities ontstaan. De Open Joodse Huizen zijn een voorbeeld. Op 4 mei openen huizen waarin tijdens de Tweede Wereldoorlog Joden hebben gewoond hun deuren voor publiek dat komt luisteren naar het lotsverhaal van oude bewoners. Er was zo’n huis in mijn straat. De belangstelling was enorm, tot op de trap toe zaten mensen te luisteren naar een waardig verhaal, dat tot de verbeelding sprak omdat het zo aangrijpend aantoonde hoe politieke waanzin
in herkenbaar gemoedelijke levens kan ingrijpen. De meeste luisteraars waren boven de vijftig. Na afloop gaven ze openlijk toe dat ze bar weinig wisten over de Jodenvervolging. En dat is de generatie die in de jaren 60 en 70 naar school ging.
Men bleef napraten. Een groepje besprak de moed om onderduikers in huis te nemen. “Ik weet niet wat ik zou doen als Turken of Marokkanen voor mijn deur zouden staan,” zei iemand. Men knikte instemmend. “Waarom Turken en Marokkanen?” vroeg ik, “het zouden net zo goed Joden kunnen zijn.” De gezichten betrokken. “Nee,” corrigeerde iemand, “je begrijpt het niet: toen waren de Joden de klos, nu zijn dat de Turken en Marokkanen.” Ik ging daarop in, al leek het zinloos de scheve vergelijking te ontmantelen. In plaats daarvan vertelde ik wat Joden tegenwoordig meemaken. Van groeiend antisemitisme en permanente bewaking van Joodse instellingen en bijeenkomsten met een Joods karakter tot aanslagen, agressie op straat en politiebegeleiding naar school. Van onverschilligheid van autoriteiten en permanente verdachtmaking – door de Israëlische politiek gelijk te stellen aan deugdelijkheid van Joden – tot discriminatie bij aanvraag van subsidies en de roep om een nieuwe holocaust tijdens agressieve pro-Palestijnse demonstraties. Ik vertelde over emigratie uit angst voor de toekomst in Europa. Zo buiten gevaar zijn de Joden niet. Maar nog steeds werd ik met ongeloof aangekeken.
En dit waren mensen van goede wil. Die uit respect kwamen herdenken, luisteren en leren. Zij wisten niet alleen weinig over het verleden, ook het heden ontglipte hen.
Ik geloof dat de meeste onwetenden zich oprecht niet kunnen voorstellen dat het kwaad uit het verleden nog steeds een oersterke waakvlam in het heden heeft branden. Vervolging en vernietiging van moslims in Europa vinden ze geloofwaardiger dan Jodenhaat die tot vervolging leidt. In hun fantasie is het bovendien of het een of het ander. Misschien is dat de makke van gelukkige, progressieve mensen: hun weigering te geloven dat historische gruwel zich herhaalt en, in nieuwe vormen, dezelfde groep kan treffen. Dat zou terugval zijn, daar houden vooruitgangsdenkers niet van.
Spannend boek
In de cultuur waarin zulke verdwazing mogelijk is, hangt het collectieve geheugen als los zand aan elkaar. Grotere samenhangen verdwijnen, cruciale details verliezen hun waarde. Het heden wordt niet meer begrepen vanuit het verleden. Geheugen en geweten leren ons niet meer om
alert te zijn en een beeld van humaniteit voor de toekomst te schetsen. Typerend was de reactie die ik op Twitter kreeg na mijn kritiek op onwetendheid rond historische feiten naar aanleiding van de Kristallnachtherdenking. Iemand schreef: ‘Gaan we herdenken of krijgen we geschiedenisles?’ Die heeft er dus niets van begrepen. Herdenken zonder geschiedenisles bestaat niet. Hoe moet je anders weten wat je herdenkt?
De Amerikaanse historicus Timothy Snyder publiceerde onlangs een meesterwerk: De Holocaust als geschiedenis en waarschuwing. Geduldig legt hij daarin uit hoe de Jodenvervolging vorm kon krijgen, van land tot land. Minutieus laat hij zien hoe samenlevingen uit elkaar vallen, instituties verdwijnen, instanties die kunnen beschermen machteloos worden, hoe mensen van elkaar vervreemden en in welke verwarring het doden begint. Zijn intens trieste boek leest helaas als een detective over historische horror. Geef
scholieren zo’n spannend boek om te lezen en te bespreken. Een jaar lang. Een intensieve onderdompeling in dingen die je nooit meer vergeet. Zo zouden veel kennishiaten gerepareerd kunnen worden.
Want die gaten zijn er. Geschiedenis is geen verplicht eindexamenvak. En straks misschien helemaal geen vak meer, als het aan onderwijsvernieuwers ligt. Maar een land dat zijn jongeren het verleden niet leert, tekent voor een gevaarlijke toekomst. Onwetendheid heeft een prijs. Daar hebben we de herleving van antisemitisme en ander racisme aan te danken. De geschiedenis van het Midden-Oosten wordt zo slecht onderwezen dat veel moslimscholieren geen alternatief verhaal meer krijgen voor de haatpropaganda die ze thuis of via internet te horen krijgen. Zij blijven geloven in mythes over Israël als enig nieuw land
in de regio, als domein van het kwaad.
Onderwijs over de Holocaust is te vaak niet mogelijk in een agressieve klas. De ontstaansgeschiedenis van Israël, de vele keren dat Palestijnse leiders het Israëlische aanbod van land voor vrede geweigerd hebben: het bestaat niet in het geheugen van de schooljeugd. De opgefokte discussies blijven gebaseerd op antisemitische propaganda. Met als mantra: de ‘zionistische entiteit’ moet weg, ‘zionisten moeten dood’. Waarbij ‘zionisme’ losgezongen is van zijn historische betekenis. Met haat in de ogen en walging op de lippen uitgesproken staat het voor Joden. Het duikt op in klassieke en nieuwe verwensingen, beledigingen en complottheorieën over Joden. Zionisme is het camouflagepak van het woord Jood, dat strategisch vermeden wordt. Het is een passe-partout voor antisemitisme, als onschuldig ingeburgerd in de popcultuur van Arabische haatrappers en hun gevolg.
Herdenken zonder geschiedenisles bestaat niet. Hoe moet je anders weten wat je herdenkt?
Maar antisemitisme is van alle tijden en komt niet alleen bij de gehersenspoelde ArabischNederlandse jeugd voor. Het gedijt ook in autochtone kringen, waar het lang gesluimerd heeft. Het taboe is verdwenen, nu extremisten ermee aan de haal gaan. Leraren rapporteren extreemrechts kabaal in de klas. Rotsvast racistisch radicalisme bij autochtone jongeren die geen flauw benul hebben uit welke eeuw ze voortkomen, hoe je vrijheid behoudt.
Verwarrende tijden
Zo nu en dan verman ik mezelf om te denken dat het meevalt. Dan som ik de gruwelen op die ons bespaard blijven. Maar dan moet ik ook toegeven hoeveel vanzelfsprekend is geworden. Dat vorige zomer IS-bewonderaars de Haagse Schilderswijk
tot kalifaat uitriepen en op straat tot het doden van Joden opriepen, was een onheilspellend dieptepunt. Burgemeester van Aartsen onderbrak er zijn vakantie niet voor. Voor hem was dat gewoon vrijheid van meningsuiting. Het stra!are feit negeerde hij. Evenals het precedent dat hij schiep: zo’n geweldsoproep mag, als het doelwit Joden zijn. Want de extreemrechtse tegendemonstratie verbood hij wel. Zijn la”artige nalatigheid illustreert het ergste wat er kan gebeuren in gevaarlijke tijden: dat het stadsbestuur zich plooit naar de agressor op straat.
Nog zo’n slecht omen: het gemak waarmee de plannen voor een jumelage tussen Amsterdam en Tel Aviv van tafel is geveegd in de Amsterdamse gemeenteraad. De hartstocht waarmee gepleit
is door tegenstanders die alles op alles zetten opdat de hoofdstad niet besmet raakt door de Joodse stad. Ook deze onverbiddelijke, selectieve bestraffingszucht is antisemitisme. Helaas wordt het gesteund door linkse partijen in de Amsterdamse gemeenteraad.
Dit zijn verwarrende tijden. De Kristallnacht wordt ‘alternatief’ herdacht door zogenaamde antiracisten die ook Hamasstrijders herdenken.
In heel Europa worden aanslagen op Joodse doelen gepleegd. Ondanks het werk van inlichtingendiensten hebben zelfs zij die in de gaten
worden gehouden vrij spel. Wat men wel wil labelen of verbieden, zijn Israëlische producten. Heel Europa hengelt naar samenwerking met China, dat een land heeft bezet en eigen burgers executeert. Geen label op Chinese importproducten, maar wel op die van de Joodse staat, omdat deze hetze werkt, in goede aarde valt.
Dit tij lijkt moeilijk te keren. Maar een misverstand kan wel uit de wereld worden geholpen: dat het bestrijden van het antisemitisme een zaak is die alleen Joden ten goede komt. Het is meer. Het is een verplichting ten opzichte van alles wat we nog beschaving noemen. Het is een gevecht tegen vergetelheid, ignorantie en haatzucht die misschien wel een groep doelgericht treft, maar daarbij de hele samenleving ontwricht. Er bestaat geen algemene veiligheid als minderheden niet veilig zijn.
Wie niet meer alert is op antisemitisme, wie het ongevaarlijk of irrelevant vindt, schendt het algemeen belang. Die herkent niet meer de haat
jegens andere groepen, het a!rokkelen van solidariteit, de verweesdheid die mensen uit elkaar drijft. Maar voor herkenning is kennis nodig.
Kennis van een verleden dat leeft. Niet in herhaling, maar als een reservoir van wijsheid, als een spiegel. En als relevante toetssteen voor het heden.