Zebulon Simantov, de laatste Jood in Kaboel, wilde zich niet door Joodse organisaties laten helpen naar Israël te emigreren. De autoriteiten daar zullen hem waarschijnlijk aanpakken omdat hij weigert zijn vrouw, die al in de Joodse staat woont, een get (scheidingsbrief) te geven.
De hulp van de door Joodse organisaties gesteunde Israëlisch-Amerikaanse zakenman Moti Kahana wees hij af. Het team dat Simantov bij zou staan, ontdekte echter dat er in Afghanistan genoeg anderen te vinden waren die graag van de mogelijkheid tot uitreizen gebruik wilden maken. Via de non-profitorganisatie Tzedek Association, Kahana’s opdrachtgever uit New York, werden binnen een paar dagen ruime fondsen geworven in de ultraorthodoxe gemeenschap van Brooklyn om 46 niet-Joodse, voor hun leven vrezende vrouwen uit het geteisterde land te halen.
Onder hen bevonden zich vier vrouwelijke voetballers, een rechter en een advocaat. Terwijl Siman tovs vrouw daar nog steeds op wacht, hebben zij in ieder geval hun vrijheid terug.