Israël is geen apartheidsstaat. Althans volgens de Nederlandse regering. Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra stuurde 29 april een brief naar de Tweede Kamer met een beoordeling – een ‘appreciatie’ in Haags jargon – van het omstreden rapport van Amnesty International, getiteld Israels apartheid against Palestinians: cruel system of domination and crime against humanity. De Kamercommissie Buitenland had om die reactie gevraagd. Tegelijkertijd beantwoordde Hoekstra in zijn brief tien vragen die het fel anti-Israëlische Kamerlid Sylvana Simons (Bij1) schriftelijk op hem had afgevuurd.
Hoekstra schrijft dat de Nederlandse regering zich zorgen maakt om de mensenrechten in de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. De minister vindt het belangrijk dat organisaties als Amnesty International, Human Rights Watch of het Israëlische B’tselem ‘in alle vrijheid hun werk kunnen doen in de regio’. Een onbevooroordeeld lezer denkt bij die woorden onmiddellijk aan het feit dat de Joodse staat de enige in het Midden-Oosten is waar dit soort organisaties überhaupt kunnen werken. Daar zit al een paradox natuurlijk: hoe vrijer de samenleving, hoe groter de kans op kritiek van de mensenrechtenorganisaties. Het is immers een stuk gemakkelijker onderzoek te doen in een land waar die organisaties niet verboden zijn en hun medewerkers niet gearresteerd en gemarteld worden.
Aan de rechter
Maar ondanks de loftuitingen aan de organisaties en zijn bedenkingen bij de bezetting van de Westoever, verschilt de visie van Hoekstra – en met hem het hele kabinet – diametraal van Amnesty’s perspectief. “Het kabinet onderstreept dat Israël – in tegenstelling tot veel andere landen in de regio – een pluriforme democratische rechtsstaat is met een veelzijdige en krachtige volksvertegenwoordiging, die alle gemeenschappen en etniciteiten binnen de Israëlische maatschappij weerspiegelt. Het land wordt gekenmerkt door onafhankelijk opererende en mondige media, die zich richten op diverse groepen binnen de Israëlische maatschappij – inclusief de Arabische gemeenschap.” Daarbij merkt de minister op dat een Arabische partij, Ra’am, deel uitmaakt van de huidige regeringscoalitie in Jeruzalem.
Na die constatering kan de minister niet anders concluderen dan dat apartheid niet bestaat in Israël en de bezette gebieden: “Het kabinet gaat niet mee met de conclusie van Amnesty dat er sprake is van apartheid in Israël of de door Israël bezette gebieden. Apartheid is een specifieke juridische term en een ernstig internationaal misdrijf, en het is aan een rechter om te oordelen of hiervan sprake is.”
Hoekstra wijst erop dat zijn opstelling op één lijn ligt met die van bondgenoten als de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, maar ook met die van de Israëlische tak van Amnesty International zelf. In Washington, London en Berlijn werd afwijzend – en in veel krachtigere bewoordingen dan die van ons kabinet – gereageerd op de beschuldigingen van Amnesty aan het adres van de Joodse staat. Tot slot wijst Hoekstra erop dat de ‘apartheidsklacht’ niet alleen feitelijk en juridisch onjuist is, maar ook het vredesproces niet ten goede komt: “Het kabinet is […] van mening dat een dergelijke kwalificatie niet bijdraagt aan de oplossing van het conflict en het bereiken van een tweestatenoplossing.”
Reactie Modi Ephraim
De Israëlische ambassade toont zich verheugd met de stellingname van minister Hoekstra. Ambassadeur Modi Ephraim, die eind vorig jaar zijn geloofsbrieven aan de koning aanbood, noemt in een reactie aan het NIW het kabinetsstandpunt ‘terecht’ en de beschuldigingen van Amnesty ‘absurd.’

Maar terwijl Hoekstra Amnesty International spaart in zijn brief, trekt Ephraim fel van leer tegen de organisatie, die hij beschuldigt van ‘dubbele standaarden’ en het ‘demoniseren van de staat Israël’: “Het rapport recyclet leugens van beruchte anti-Israëlorganisaties.” De ambassadeur haalt de woorden van zijn baas aan, minister van Buitenlandse Zaken Yair Lapid, die stelde dat Amnesty zich niet langer een mensenrechtenorganisatie kan noemen, ‘maar de zoveelste radicale organisatie [is] die door terreurgroepen verspreide leugens overneemt zonder serieus onderzoek’.
En waar Hoekstra weigert Amnesty International van antisemitisme te beschuldigen, komt de ambassadeur daar toch behoorlijk dicht bij in de buurt: “Met het ontkennen van het bestaansrecht van de staat Israël van het Joodse volk, de extremistische taal en het verdraaien van de geschiedenis, maakt Amnesty gebruik van de bouwstenen van modern antisemitisme.”
Foto: Dreamstime
Op zoek naar nog meer actualiteit? Met een abonnement op het NIW krijgt u toegang tot columns, opinies, analyses, nieuws – en achtergrondverhalen. Kies hier wat het beste bij u past.