De Amerikaanse Anti-Defamation League (ADL) en vier Europese partnerorganisaties constateren dat (extreem)linkse politieke partijen Jodenhaat salonfähig maken. Hoewel overschaduwd door extreemrechts antisemitisme zijn het juist linkse partijen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Spanje die met hun radicale antizionisme plaats bieden aan Jodenhaters binnen het politieke systeem, constateert de ADL.
De mensenrechtenorganisatie noemt Spanje als voorbeeld. Met de intrede van het ultralinkse Podemos, volgens de ASL ‘een radicale neomarxistische partij’, is het politieke landschap grondig veranderd. In de decennia van de Franco-dictatuur was antisemitisme in Spanje een vrijwel exclusief rechtse aangelegenheid. Maar sinds de centrumlinkse PSOE van premier Pedro Sánchez Podemos opnam in de regeringscoalitie, is die situatie volledig omgekeerd. Nu zijn het de (centrum)rechtse partijen die waken tegen Jodenhaat en domineert extremistisch antizionisme op links. Niet alleen binnen Podemos, maar ook in linkse nationalistische partijen in Baskenland en Catalonië.
Als voorbeeld van antisemitisme binnen de Spaanse parlementaire politiek noemt het rapport de uitlatingen van Sonia Vivas Rivera, de voormalige nummer 2 van Podemos in Palma de Mallorca. Vivas verklaarde in 2020 dat Spaanse Joden verantwoordelijk gehouden moesten worden voor hun steun aan de Israëlische regering. Het verwijt van dubbele loyaliteit en het verantwoordelijk houden van Joden buiten Israël voor ‘mensenrechtenschendingen’ door de regering in Jeruzalem worden als schoolvoorbeelden van antisemitisme gezien.

Net als in Spanje vervaagt ook in Engeland de lijn tussen antizionisme en antisemitisme binnen linkse partijen. Onder Jeremy Corbyn werd de Labourpartij een veilige haven voor Jodenhaters, constateert de ADL in samenwerking van de Britse antisemitisme bestrijders van de Community Security Trust (CST). Eerder kwam ook de Britse Equality and Human Rights Commission – nota bene opgezet door een Labourregering – tot die conclusie. Gelukkig zijn onder Labours nieuwe leider, Sir Keir Starmer, belangrijke stappen gezet om Jodenhaat uit de partij te verbannen.
In Frankrijk was antisemitisme lange tijd vooral voorbehouden aan extreemrechtse politici van het Front National en zijn wegens Jodenhaat veroordeelde leider Jean-Marie Le Pen. Maar inmiddels is daar een vergelijkbare situatie als in Spanje aan het ontstaan. Rechtse partijen wapenen zich meer en meer tegen antisemitisme – zo was de Joodse intellectueel Éric Zemmour vorig jaar een van de belangrijkste rechtse presidentskandidaten – terwijl op links een kongsi van antizionisten (neo-communisten, islamisten en leden van de BDS-beweging) onder leiding van Jean Luc Mélenchon steeds nadrukkelijker de grens tussen Israël- en Jodenhaat opzoeken.
Sylvana Simons’ Bij1 en het van de PvdA afgescheiden Denk konden als antisemitisch bestempeld worden
In de Duitse progressieve politiek is de situatie beter. Binnen de centrumlinkse SPD en de Groenen bestaat een historisch gegroeide afkeer tegen antisemitisme, waartoe ook antizionisme wordt gerekend. De Bondsdag verklaarde mede dankzij de stemmen van SPD en Grüne de BDS-beweging als racistisch. Maar ook bij onze oosterburen is er reden tot bezorgdheid, nu met name Die Linke, opvolger van de communistische partij van Oost-Duitsland, in het zelfs troebele water vist als Corbyn, Mélenchon en Podemos in Spanje. Daarnaast blijft het gevaar van de extreemrechtse Alternative für Deutschland onveranderd groot voor de Joodse gemeenschap in Duitsland.
Overigens komen de ontwikkelingen in de vier door de ADL onderzochte landen overeen met het onderzoek dat het NIW in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 deed naar de houding van Nederlandse politieke partijen jegens Israël en de Joodse gemeenschap (Nederland wordt niet besproken in het ADL-rapport). Het NIW concludeerde dat de SP en de Partij voor de Dieren fel anti-Israëlisch waren. Sylvana Simons’ zieltogende Bij1 en het van de PvdA afgescheiden Denk konden zelfs als antisemitisch bestempeld worden, net als overigens Thierry Baudets extreemrechtse Forum voor Democratie.
Tenslotte constateert de ADL dat de ontwikkelingen in de linkse politiek in Europa overslaan op de Verenigde Staten. “Antizionistische retoriek en terminologie in linkse Europese kringen worden in toenemende mate gebruikt in Amerikaanse uiterst linkse kringen,” schrijft de ADL. Daarbij denken Amerikaanse antisemitismebestrijders vooral aan de extreemlinkse vleugel van de Democratische partij, verenigd in ’the Squad’. In deze groep leden van het Huis van Afgevaardigden demoniseren vooral Rachida Tlaib (van Palestijnse afkomst) en de in Somalië geboren Ilhan Omar de staat Israël, waarbij zij het niet schuwen klassiek-antisemitische vooroordelen over Joden te gebruiken. Opvallend is dat de ultralinkse Democraten in het Congres vaak meestemmen met extreemrechtse Republikeinen zoals complotdenker Marjorie Taylor-Greene.