Mijn favoriete moderne pesach verhaal komt van de koosjere delicatessenzaak Mouwes in Amsterdam. Mijn vader, die al zo lang als ik mij kan herinneren achter de toonbank staat, vertelde mij ooit dat meneer Mouwes de pesachverkoop iets te zonnig had ingeschat en na de feestdagen met een enorme voorraad matses bleef zitten.
Na Pesach komen de matses uiteraard iedereen de neus uit, dus hij raakte zijn grote voorraad aan de straatstenen niet kwijt. Er werd een goed doel bedacht. Dierentuin Artis werd opgebeld, of zij iets konden met die enorme stapel. ‘Jazeker,’ klonk aan de andere kant van de lijn en niet veel later reed het volgeladen bestelbusje van de Joodse kruidenier richting dierentuin. De verzorgers dachten dat de matses een lekker hapje zouden zijn voor de kudde olifanten die het park bevolkt. Het is natuurlijk een leuk gezicht, slurfdieren die zich tegoed doen aan stapels ongezuurd brood. En zo geschiedde. Het pesachbrood werd geserveerd, de bezoekers genoten van het tafereel en de olifanten aten zich vol.
Een paar dagen later kreeg Mouwes een telefoontje: Artis. De koosjere winkel werd hartelijk bedankt voor de donatie, maar of ze het alsjeblieft nooit meer wilde doen. Wat was er loos? Nou, de gemiddelde pesachvierende Jood weet dat de darmen behoorlijk stil komen te liggen als men te veel van het traditionele brood eet. Bij olifanten blijkt dat ook het geval, zeker als ze in een paar uur tijd een hele stapel wegkanen.
De Amsterdamse dierentuin zat dus met een kudde geconstipeerde jumbo’s in de maag. Uiteindelijk kwam het met extra vezels door het voer allemaal goed, maar kunt u zich voorstellen hoe veel matses er nodig zijn om zo’n enorm dier te verstoppen? De schoonmakers van het verblijf hebben waarschijnlijk moeten overwerken.
Mocht u aan het einde van Pesach nog wat pakken hebben staan, doneer ze dan niet aan uw lokale kinderboerderij. Maak er lekkere kimchipannenkoekjes van. Deze luchtige koeken, die gegeten kunnen worden als tussendoortje of bijgerecht, krijgen een exotische draai door de gefermenteerde kool. Die overigens ook erg bevorderlijk voor de darmflora schijnt te zijn.
Voor zes tot acht pannenkoekjes
– 2 grote matses
– 2 middelgrote eieren
– 4 lente-uitjes in dunne plakjes
– 100 gr kimchi, uitgelekt en fijngesneden
– 3 el uitlekvocht van de kimchi
– 1 fijngesneden sjalot
– 1 flinke tl maïzena
– 1 tl zout
– 2 tl suiker
– olijf- of plantaardige olie
Bereiding
- Verkruimel de matses en leg deze in een kom met het kimchivocht. Laat tien minuten staan zodat de de kruimels het vocht kunnen opnemen. Voeg de twee eieren toe en meng dooreen. Meng de lente-uitjes, de kimchi, ui, maïzena, zout en suiker door het matsemengsel.
- Verwarm in een koekenpan op middelhoog vuur een eetlepel olie en schep een flinke eetlepel van het mengsel in de pan. Druk het met een spatel aan tot een platte pannenkoek en bak aan beiden kanten tot hij goudbruin en knapperig is. Dit duurt ongeveer vier minuten.
- Herhaal met het overgebleven beslag. Serveer met een frisse salade, een bakje kimchi of een dipsaus van yoghurt en knoflook.
Heeft u dit artikel met plezier gelezen? Met een abonnement op het NIW krijgt u toegang tot columns, opinies, analyses, nieuws – en achtergrondverhalen. Kies hier wat het beste bij u past.
Abonneer op het NIW
