Mijn vriend en ik worden binnenkort voor het eerst ouders. Een groot feest uiteraard. Toch kom je na de aankondiging van zo’n klein matseballetje in een bijzondere nieuwe levensfase terecht. Eentje met vooral eindeloos veel goedbedoelde en twijfelachtige adviezen. De een drukt je op het hart de baby lekker een paar uur te laten huilen, want daar worden ze zelfstandig van, terwijl de ander praktisch met een rol ducttape klaarstaat om het pasgeboren hummeltje op je borst te plakken. “Goed voor de hechting, haal de tape er pas af als ze 24 is.”
Dan zijn er de adviezen die als een oordeel op zichzelf klinken. “Ze slaapt toch wel in jullie kamer, mag ik hopen? Anders loopt het slecht af.” Of: “Ik neem aan dat je geen pijnstilling gaat nemen? Ik heb er acht de wereld in geperst in mijn eigen bed en ging vervolgens koffiezetten voor de visite.” Het zijn overigens nooit mensen die dicht bij je staan, deze zelfbenoemde adviseurs. Laatst informeerde de autoverkoper bij de sleuteloverdracht van onze nieuwe degelijke familieauto of ik wel van plan was om borstvoeding te geven. “Dat is toch echt het beste voor die kleine. Moet je echt doen.” Bedankt meneer de autoverkoper, ik zal u op de hoogte houden over het wel en wee van mijn borsten.
Gelukkig kreeg ik laatst in een café (stuk minder leuk zonder biertje overigens) een advies waar ik wél iets mee kan. “Weet je, je moet ze net genoeg traumatiseren dat ze later grappig worden. Is wel moeilijk hoor, het is een dun lijntje tussen komiek en dwangbuiskandidaat.” Kijk, daar kan ik wat mee. Snel zocht ik terug in mijn herinneringen naar dat soort licht traumatiserende handvatten die ik zelf zou kunnen toepassen.
Niet moeilijk. Zo had mijn vader de enigszins sadistische hobby mij over te halen een lepeltje ‘jam’ of ‘pesto’ te proeven. De jam bleek sambal te zijn en de pesto loeihete zhug, Jemenitische chilisaus die in het Nederlands schoek heet. Hij kon gieren om mijn reactie, maar daarna kreeg ik gelukkig wel een ijsje om de boel te blussen. Is het pedagogisch verantwoord je kind in de fik te zetten met een hapje chilisaus? Wellicht niet. Ben ik er grappiger van geworden? Zou best kunnen. Hierbij dus een recept om uw eigen komiek op te leiden. Uiteraard kunt u die cursus ook achterwege laten en de schoek gebruiken voor uw eigen falafel of elk ander gerecht dat een opkikker kan gebruiken.
Ingrediënten
1 tl zwarte peperkorrels
1 tl korianderzaad l
1 tl komijnzaad
2 groene chilipepers
2 flinke tenen knoflook, fijngesneden
3 kardemompeulen
1 citroen, uitgeperst
bosje peterselie, ongeveer 10
bosje koriander, ongeveer 10 g
olijfolie
zout naar smaak
kleine keukenmachine of vijzel
Bereiding
Verhit een koekenpan op middelhoog vuur zonder olie. Kneus de kardemompeulen en haal de zaden eruit. Rooster de zaden samen met het korianderzaad, de peperkorrels en het komijnzaad in de hete pan. Doe dit ongeveer 2 à 3 minuten, tot het kruidenmengsel geurig is. Schud het geheel een paar keer goed door om aanbranden te voorkomen. Haal van het vuur en maal het mengsel fijn in een kleine keukenmachine, een kruidenmolen of een vijzel.
Pers de knoflooktenen en snijd de groene chilipepers fijn. Laat de zaden zitten, schoek hoort behoorlijk pittig te zijn. Voeg een snuf grof zeezout toe meng de knoflookchili tot een pasta door met een koksmes te hakken en het mengsel plat te drukken. Hiervoor kunt u ook een vijzel gebruiken.
Breng de kruidenmix, het chilimengsel, de koriander en de peterselie samen in de keukenmachine en voeg een royale scheut goede olijfolie toe. Pulseer tot er een saus ontstaat die iets wegheeft van pesto. Hak niet te lang door, schoek hoort niet volledig glad te zijn. Breng op smaak met zout en citroensap. Is de schoek te stroef? Voeg dan extra olie toe.
Ook deze laatste stap kan in de vijzel worden afgewerkt. Hak dan van tevoren de koriander en peterselie fijn en zorg ervoor dat er geen dikke stengels meer aan de blaadjes zitten.
Serveer bij falafel, hummus, een goed stuk lam of op een lepeltje voor het traumatiserende effect. Enjoy!