De Palestijnen wenden zich definitief op 23 september tot de Veiligheidsraad om erkenning te krijgen voor een eigen staat. Ze krijgen vermoedelijk niet meer dan een ‘observer state’.
Eindelijk kwam er duidelijkheid: de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken Riyad al Malki maakte donderdag 15 september bekend dat de Palestijnse Autoriteit zich op 23 september tot de Veiligheidsraad gaat wenden met het verzoek om erkenning van een Palestijnse staat als volwaardig VN-lid. Daarmee kwam een eind aan speculaties of de Palestijnen wel het risico wilden lopen op een Amerikaans veto. Washington zal een positieve VN-resolutie blokkeren, zodat de Palestijnen naar de Algemene Vergadering moeten. Die bestaat uit 193 landen, waarvan naar verwachting meer dan tweederde de Palestijnen een observer state gunt.
De Verenigde Staten hebben maandenlang geprobeerd om de Palestijnen van een VN-bid af te houden. Maar de PA vindt dat de onderhandelingen met Israël nu al drie jaar vastzitten en hoopt dat door een volledige of gedeeltelijke erkenning de internationale druk op Israël toeneemt. Omdat ook in Turkije en Egypte de openbare opinie zich steeds openlijker tegen Israël keert, zien commentatoren in Israëlische en buitenlandse kranten een groeiend isolement van Israël. Vooral het ‘verlies’ van Turkije komt Israël zeer ongelegen. Een Amerikaans veto op of kort na 23 september zou de anti-Israëlische sentimenten versterken en het beeld bevestigen van een onwillig Israël. Daarmee zouden de Palestijnen al een eerste pr-succes boeken. De linkse Israëlische Ha’aretz-columnist Gideon Levi concludeerde donderdag kortaf: „Israël wil geen Palestijnse staat. Punt.” Hij herinnerde eraan dat een coalitie van Israëlische vredesorganisaties een lijst van vijftig redenen publiceerde waarom je een Palestijnse staat zou steunen: „Als je er maar vijf zou accepteren, zou dat niet genoeg zijn? Wat is het alternatief, nu er donkere wolken boven ons samenpakken?” Levi denkt dat Israël op 23 september voor de VN ‘te kijk’ zal staan ‘omdat het geen enkel overtuigend argument tegen internationale erkenning heeft’. Vier achtereenvolgende premiers hebben gezegd dat ze vóór zijn, dus waarom is er dan nog niets gebeurd? Werd Israël zelf niet, deels, door de VN in het zadel geholpen? In 1979 erkende Israël ‘de legitieme rechten van het Palestijnse volk’ en beloofde het om binnen vijf jaar een onafhankelijk bestuur in de Gazastrook en de West Bank mogelijk te maken. Daar kwam niets van terecht, concludeert Levi. Diezelfde clausule maakte deel uit van de akkoorden van Oslo, in 1993, met hetzelfde resultaat. Arafat werd vaker als obstakel voor de vrede aangewezen, maar ook na zijn dood waren er geen vorderingen. „Israël claimde toen dat er alleen een oplossing kwam als de terreur zou stoppen. De terreur stopte – en niets.”