Nieuw antisemitisme domineert Holocaustherdenking,’ las ik op internet en in iets andere bewoordingen op teletekst. Mijn eerste associatie bij deze kop was dat er iets naars was gebeurd bij deze herdenking afgelopen zondag.
Opinie Leo Mock
Een beeld van jongeren die met herdenkingskransen voetballen kwam even bij me op. Nadere bestudering van het bericht leerde dat iets anders werd bedoeld: tijdens de herdenking stond het feit centraal dat antisemitisme nog steeds bestaat. Dat is logisch natuurlijk bij een dergelijke herdenking. Helaas worden Joden en jodendom ook buiten herdenkingsdagen als deze in de media in algemene zin vaak en vooral geassocieerd met negatieve onderwerpen als de Sjoa, antisemitisme, terreur, slachtofferschap, of het Palestijns-Israëlisch conflict. De afgelopen weken was precies in de media te lezen welke Joodse school vanwege de toestand wél open was, en welke niet. Is het niet mogelijk om het hele jaar door op een positievere manier in het nieuws te komen, vraag je je dan af.
In de media doen verschillende woordvoerders namens de Joodse gemeenschap – al dan niet desgevraagd – verslag over het toegenomen antisemitisme in Nederland. Of dat altijd verstandig is, is de vraag. Zou je niet eerder een boodschap van kracht en saamhorigheid moeten laten horen? Angst blijkt vaak geen goede raadgever te zijn. En natuurlijk, we moeten niet naïef zijn en ons hoofd als struisvogels in het zand steken. Maar nu blijkt opeens iedereen een ornitholoog te zijn en de metafoor van Joden als ‘de kanaries in de mijnschachten’ van de samenleving vrijelijk te gebruiken. Waakzaamheid is geboden, maar de vraag is of die altijd zichtbaar gemaakt moet worden en luid verkondigd. En veel nieuwe leden voor de kerkgenootschappen zullen we er hoogstwaarschijnlijk niet mee krijgen.
Het is begrijpelijk dat mensen zich zorgen maken over de actualiteit – en Joden vanwege hun minderheidspositie en beladen geschiedenis misschien wel als eersten. Maar als de angst eenmaal regeert, is die dan nog zo gemakkelijk te beheersen? Het besluit om een Joodse school dicht te doen is een verregaande maatregel die als precedent kan gaan werken. Wat doet men als het dreigingsniveau, God verhoede, werkelijk nog verder omhooggaat? Gaan alle Joodse scholen, instituten en gebouwen dan dicht? En voor hoelang? Wie deze weg inslaat kan bijna niet meer terug, want wie wil de verantwoordelijkheid nemen voor andermans leven? En al helemaal als het om kinderen gaat. Dat zou betekenen dat de terreur wint, door vooral haar psychologische impact, en de fatsoenlijke mensen verloren hebben. Dat zouden we niet moeten willen.
Maar misschien is de fout al eerder gemaakt. Toen we niet adequaat reageerden op de uitspraken van de goedwillende Frits Bolkestein, die in de media verkondigde dat ‘zichtbare Joden’ maar beter kunnen emigreren. Ik zou zeggen: mogen we dat misschien zelf beslissen en onze identiteit in eigen hand houden? En wat zijn dat precies, zichtbare Joden? Groot denker en oud LPF-minister Heinsbroek deed daar deze week nog even een schepje bovenop: heel de bevolking van Israël moet maar even overgeplant worden naar de VS, waar al één staat sneeuwvrij is gemaakt voor de ruim zes miljoen Israëli’s. Sommigen vinden zelfs dat iemand die Mein Kampf wil blijven verkopen het predicaat ‘Liberaal van 2014’ verdient.
Intussen zijn we soms best selectief in onze verontwaardiging over uitspraken van publieke figuren; we veroordelen het één en omarmen het ander. We winden ons veel minder op over extreemrechts dan over felle Israël-kritiek ter linkerzijde…
Afgelopen week hoorde ik dat de Israëlische ambassadeur te gast was bij Jinek – ik heb de uitzending zelf niet gezien. Toch opmerkelijk om hem als gast uit te nodigen als het om de situatie van Joden in Nederland gaat. We willen toch graag dat er onderscheid wordt gemaakt tussen Joden en jodendom en Israël? En o ironie, wanneer er iets in Israël gebeurt worden doorgaans Nederlandse Joden benaderd voor hun mening. Terwijl dan juist de ambassadeur of een Israëli in Nederland een meer voor de hand liggende keuze zou zijn. Een dag ofzo later mocht rapper Appa even op de bank plaatsnemen bij Jinek. Die kreeg de gelegenheid opnieuw ongenuanceerde en soms kwetsende uitspraken te doen, zoals hij dat in het verleden deed over bijvoorbeeld de Talmoed – zonder dat iemand hem tot de orde roept en vraagt wat hij nu precies bedoelt. Respect moet wel van twee kanten komen. Media hebben op dat punt een eigen verantwoordelijkheid. Wat is de meerwaarde van het op deze wijze bieden van een podium aan figuren als Appa? Maar puur naar de media wijzen is te gemakkelijk. Vanuit de Joodse gemeenschap mogen we ons best meer uitspreken over de wijze waarop wij worden vertegenwoordigd in de publieke ruimte. Nu klinkt vanuit Joods Nederland vooral een stem van angst.
Juist in deze tijden van spanningen zouden meer mensen – zonder naïef en blind voor dreiging te zijn – de weg van harmonie, dialoog en respect moeten bewaren – hoe verleidelijk het ook is om toe te geven aan onze (terechte) emoties.