Waar komt toch dat minderwaardigheidscomplex vandaan als het gaat om de Nederlandse keuken? Wat is er dit jaargetijde nou lekkerder dan boerenkool met worst of een dampend bord snert? Toegegeven, wij zijn geen uitvinders van wereldwijd gevierde gerechten, zoals de Italianen of de Fransen. Maar laat je niet aanpraten dat we hier niet kunnen koken. Wist je dat er vrijwel geen land is met zoveel Michelinsterren per hoofd van de bevolking als het onze? Tuurlijk, de Fransen doen het beter, maar wat wil je, die delen zelf die sterren uit. Zo gaat het ook met de jaarlijkse oliebollentest. Volgens het Rotterdamse AD komt de allerbeste oliebol uit 010. Alsmede de nummers 2 en 3. Pas op nummer 86 van de AD Oliebollentest vinden we de eerste kraam uit 020. Ach je moet wat, als je het op alle andere fronten afl egt tegen de hoofdstad. Het frustrerende voor onze Rotterdamse vrienden is dat Amsterdammers hun schouders ophalen over die zelfverklaarde oliebollensuprematie. Wanneer komt Feyenoord weer langs? Terug naar de Michelinsterren. In Nederlandse restaurants wordt beter gekookt dan in de beroemde mediterrane keukens van de Italianen, Spanjaarden of Grieken. Maar ook Duitsland, Engeland en het zo hippe Denemarken scoren minder sterren per hoofd van de bevolking. Een veel gehoorde kritiek op de Hollandse pot is dat hij zo onverfi jnd en boers is. Maar dat is de wereldberoemde keuken van Toscane ook! Ik denk dat het grootste verschil zit in het charisma van onze gerechten. Best vreemd eigenlijk, want we zijn een volkje van marketeers. Maar onze culinaire creaties zetten we niet bepaald op een voetstuk. Ons steenkolentaaltje helpt ook niet mee, want zeg nou zelf, ‘polenta di nonna’ klinkt toch een stuk smakelijker dan ‘grootmoeders griesmeelpap’. Denk eens aan al die oer-Hollandse producten! Hagelslag, vanillevla, beschuit, Fries roggebrood, drop, speculaas, matjesharing, jenever, pindakaas, stroopwafels, krentenbrood, frikandel, bitterballen, Amsterdamse uitjes, Haagse hopjes en welja, de Rotterdamse oliebol. Stuk voor stuk wereldberoemd in de twaalf provinciën, maar daarbuiten volstrekt obscuur. Onze nationale Joodse gerechten zijn eenzelfde lot beschoren. Vijftien jaar lang reisde Claudia Roden de wereld rond om zo veel mogelijk recepten te verzamelen voor haar gezaghebbende De Joodse keuken. Maar in haar standaardwerk zoek je vergeefs naar kugel met peren, orgeadebolus, broodje halfom en ossenworst. Sterker, toen ik Claudia een tijdje geleden ossenworst liet proeven, had ze geen idee wat het was. Ze dacht dat het nog gebakken moest worden. Hoewel ossenworst een Joodse specialiteit is, gaan alle Amsterdamse slagers er prat op. Met het team van worstenfabrikant Brandt & Levie testte ik een aantal ossenworsten. Een welkome afwisseling voor de worstenmakers die gespecialiseerd zijn in overheerlijke varkensworstjes (ik heb natuurlijk geen idee, maar ze lijken me fantastisch). De rooksmaak van de kosjere ossenworst van Marcus gooide hoge ogen, maar de rullige, natte structuur stond een overwinning in de weg. De fi jnproevers van Brandt & Levie vonden het vlees te vet, met te veel harde witte stukjes die tussen je tanden blijven zitten. Eindcijfer: een 7. Winnaar werd Slagerij Van Dam (8+), gevolgd door Hergo (7+). Afgetekende verliezers waren de Hema (4) en Slagerij De Leeuw (3-). Dat kon je de Hema nauwelijks kwalijk nemen, met een kiloprijs van 10 euro, maar de worst van De Leeuw was verreweg de duurste: 27,50 euro de kilo. Dát was misschien wel de grootste onthulling van de test. Kosjer vlees is helemaal niet duurder dan ander ambachtelijk vlees! Want met een kiloprijs van 19,95 euro was de ossenworst van Marcus ook goedkoper dan Van Dam (€22) en Hergo (€20,15).