Kasparov, op zijn 22e wereldkampioen schaken, ging op zijn 42e met pensioen en werd politiek actief. Hij ziet zich als de aartsvijand van Poetin en ageerde tegen de Spelen in Sotsji.
Tijdens het Tata Steelschaaktoernooi in Wijk aan Zee, eind januari, was er een beroemde gast op bezoek: voormalig wereldkampioen Garry Kasparov, op campagne voor de functie van voorzitter van de Wereldschaakbond FIDE. Maar de gezworen vijand van de Russische president Poetin had ook een harde boodschap aan onze Rijndelta. Hij was niet te spreken over de topzware Nederlandse delegatie die naar de Olympische Winterspelen in Sotsji zou afreizen. ‘Het enige wat Poetin wil zijn mooie plaatjes, waarop hij wordt omringd door zo veel mogelijk wereldleiders.’
Kasparov heeft vaak geageerd tegen de Spelen, die hij als onderdeel van Poetins persoonscultus beschouwt en waarmee de problemen van de mensenrechten en de gigantische corruptie worden verdoezeld. De Chinese Spelen van 2008 waren bedoeld om het hele land te laten schitteren, maar Sotsji is volgens de geniale schaker vooral Poetins project. „Het is moeilijk te geloven dat alles gladjes zal verlopen (…) De logistiek was al een catastrofe, veel hotels waren niet klaar toen de gasten kwamen.” En de voorzitter van het Olympisch Comité Thomas Bach is een Duitser, zo was Kasparov niet ontgaan. „Hij zou iets van de geschiedenis moeten hebben geleerd.” Kasparov zal met een zeker genoegen hebben aangezien hoe een van de vijf olympische ringen zich niet ontvouwde tijdens de peperdure openingsceremonie.
Beste speler
Hij laat zich de laatste jaren vooral uit over politieke kwesties, maar zijn schaakgenoten zien hem als de beste speler in de geschiedenis. De Armeniër Garry Kasparov, in 1963 geboren in Bakoe, Azerbeidzjan, werd op zijn 22e wereldkampioen en is al met pensioen sinds 2005. Pas recentelijk lijkt er iemand opgestaan die hem zou kunnen overtreffen, de Noor Magnus Carlsen, de huidige nummer één van de wereld.
Kasparovs vader was een Russische Jood, Kim Moisevistj Weinstein, en zijn moeder, Klara Shagenovna, een Armeense christen, die weduwe werd toen de kleine Garry pas zeven was. Hij was het typische wonderkind; op zijn vijfde riep hij de oplossing van een schaakprobleem door de woonkamer, terwijl hij de regels van het spel nog niet eens geleerd had. Vanaf zijn tiende volgde hij lessen aan de Botvinnik Schaakschool; daar leerde hij de Caro-Kann-verdediging en het Geweigerde Damegambiet (we zien er hier om voor de hand liggende redenen van af om de schaakterminologie toe te lichten) en begon goede schakers te verslaan. Op zijn 15e werd hij Meester en via een hele reeks kwalificatietoernooien klom hij op in de rangorde van de FIDE. In 1979 was hij de nummer 15 van de planeet, in 1980 werd hij Wereld Jeugdkampioen.
Zijn eerste zege in een groot internationaal toernooi beleefde hij in 1982 in Bugojno in Bosnië-Herzegovina. Hij drong door tot de Kandidatentoernooien, die toegang geven tot de officiële strijd om de wereldtitel. Hij versloeg Kortsnoj, werd de nummer 1 in januari 1984 en bleef dat met één kleine onderbreking door Kramnin tot januari 2006 (die positie slaat op de hoogste ELO-rating – op dat moment 2710 – maar wereldkampioen schaken worden kan alleen via een finalewedstrijd).
Match tegen Karpov
In 1984 mocht hij voor de eretitel uitkomen tegen de Rus Anatoly Karpov. Kasparov kwam in Londen met 5-0 achter (winnaar was de eerste die zesmaal won), groef zich in en ontwrong de ongenaakbare Karpov zeventien gelijkspelen achtereen, waarna hij zelf driemaal won. Bij die stand van 5-3 beëindigde FIDE-president Campomanes de wedstrijd, volgens Kasparov omdat de Russische autoriteiten voor een nederlaag van hun protegé begonnen te vrezen.
In november 1985 was de rematch in Moskou. Kasparov won met 13-11, waaronder een opmerkelijke zege in de 24e partij met zwart. Het was een zege in het hol van de leeuw die hij zelf ‘symbolisch’ noemde, een zege op de Russische modelburger Karpov; enkele maanden eerder was Gorbatsjov de machtigste man van Rusland geworden. Kasparov was de jongste wereldkampioen ooit. De derde ontmoeting tussen de twee eindigde in 121/2-111/2 voor de Armeniër. In de vierde match won Kasparov de laatste wedstrijd om met 12-12 zijn titel maar net te behouden. De vijfde Kasparov-Karpov eindigde in 121/2- 111/2. Deze twee titanen ontliepen elkaar ondanks alle zeges van Kasparov maar weinig: 21 tegen 19 zeges voor Kasparov en 104 gelijke spelen in 144 wedstrijden.
Omdat hij zich ergerde aan de FIDE organiseerde Kasparov een serie parallelle wereldkampioenschappen via andere organisaties, zoals de Grandmasters Association (GMA) en de Professional Chess Association (PCA). Dertien jaar lang (1993-2006) waren er twee verschillende wereldkampioenen; Kasparov zou zijn keuze voor dit parallelle spoor later overigens de ‘grootste fout van mijn leven’ noemen. In 1995 versloeg hij de Indiër Anand met 4-1; hij won, door zijn hele carrière heen, een groot aantal toernooien. In 2000 verloor hij nogal dramatisch van zijn oud-leerling Kramnik, met 81/2-61/2 zonder zelf één keer te winnen, maar hij bleef de puntenranglijst aanvoeren.
Hij speelde ook talloze snelschaaktoernooien, waarvan varianten bestaan als snelschaak (15-60 minuten speeltijd per speler) en blitz-schaak (minder dan 15 minuten bedenktijd); op YouTube kun je je verbazen over de fenomenale denksnelheid van schakers én over het tempo waarmee ze in een enkele beweging een stuk kunnen verzetten en de knop van de schaakklok indrukken.
Politiek
Op 10 maart 2005 nam Kasparov afscheid van het officiële wedstrijdschaak en ging de politiek in; een voormalige fan was daar zo boos over dat hij Kasparov met een zojuist gesigneerd schaakbord op zijn hoofd sloeg. Hij bleef wel toernooitjes spelen, vooral blitzschaak en simultaanschaak (in 2010 won hij in Tel Aviv dertig partijen tegelijk). De laatste jaren zien we Kasparov vooral optreden als politiek activist, die als oprichter van de Verenigd Burgerfront Beweging de ideologische strijd aanbond met de Russische president Poetin. Maar in die ‘sport’ zit hij tegenover iemand die altijd en zonder zich aan de regels te houden met wit speelt.
Voor het einde van de Sovjetunie was Kasparov lid van de communistische partij, maar na 1991 steunde hij Boris Jeltsin. Hij richtte in 2005 het Verenigd Burgerfront op, dat zich inzet voor een democratie in Rusland; hij zwoer dat hij die zou herstellen door het omverwerpen van het Poetin-regime. Kasparov was een van de oprichters van de coalitie van Russische oppositiepartijen, Het Andere Rusland. In maart 2007 organiseerde hij in Sint Petersburg twee grote protestmarsen; op weg naar weer een andere demonstratie in Moskou werd hij gearresteerd en tien uur vastgehouden. In oktober van dat jaar stelde hij zich kandidaat voor het Russische presidentschap, maar hij trok zich in december terug omdat hij niet kon voldoen aan de merkwaardige wettelijke eis om een zaal te huren voor minstens vijfhonderd aanhangers die je kandidatuur steunen; waarschijnlijk durfde niemand in Moskou of Leningrad na enige druk van hogerhand hem die zaal te verhuren. De steun voor Kasparov was echter sowieso niet zo groot.
In augustus 2012 werd Kasparov door de politie geslagen en gearresteerd bij de rechtszaal waar de zaak tegen punkband Pussy Riot werd gehouden, en er later van beschuldigd een politieman in zijn vinger te hebben gebeten (dankzij massale steun van bloggers en getuigen werd die aanklacht ingetrokken). Vorig jaar schreef Kasparov dat het ‘fascisme naar Rusland is gekomen’. „Het Poetin-project, net als het Hitler-project, is de vrucht van een samenzwering door de elite. Het fascistisch bestuur was nooit het gevolg van de vrije wil van het volk. Het was altijd de vrucht van een samenzwering van regerende elites.” Kasparov schreef kritische artikelen op sites als The Daily Beast en in Time Magazine, ook over de Syrische burgeroorlog; hij beschuldigde Obama van ernstige politieke fouten door Syrië in de steek te laten en aan Assad uit te leveren. Hij is woedend op de discriminerende Russische visie op homoseksuelen en was, zoals we zagen, voorstander van een boycot van de Winterspelen in Sotsji.
Ratings en speelstijl
Kasparov, zo is voorgesteld, is een categorie speler waarvan er maar één is geweest, dus die categorie zou naar hem genoemd moeten worden. Een tijdlang was hij de enige speler met een ELO-rating van boven de 2800; Karpov zat boven de 2700, en de rest zat eronder. Kasparov is een van de grootheden die mede beroemd werden dankzij een nederlaag. Hij nam het op uitnodiging van IBM op tegen een schaakcomputer, Deep Blue, in feite een schaakmachine die door experts speciaal werd gebouwd om Kasparov te kloppen. Men is alweer vergeten dat Kasparov de eerste reeks, in 1996, met 4-2 won (Kasparov won een keer met zwart, maar de eerste partij verloor hij, de eerste zege van een computer op een regerend wereldkampioen), en IBM ging terug naar de tekentafel.
De tweede serie volgde in 1997. Kasparov won de eerste partij – de computer speelde volgens Garry ‘stom’ – maar verloor op 4 mei 1997 de tweede omdat de computer op magistrale wijze een pionoffer weigerde – zo slim waren machines nog nooit geweest. Kasparov vond dit ‘niet kosjer’, hij vermoedde menselijke interventie, beschuldigde de IBM-experts van bedrog omdat hij geen gelegenheid had kregen om oude partijen van de machine te analyseren. Analyse wees de volgende dag uit dat Kasparov er een gelijkspel had kunnen uitslepen met iets wat ‘eeuwig schaak’ wordt genoemd. Kasparov probeerde in partij 3 met een esoterische opening om zijn tegenstander in de war te brengen, maar dat lukte slechts ten dele. De historische laatste partij, op 11 mei 1997, gaf de doorslag: de machine (wit) deed een vernuftig paardoffer dat Kasparovs defensie ontregelde. Kasparov was mentaal vanaf de tweede partij gesloopt – hij was, als een echt mens, ten prooi aan allerlei emoties die door IBM handig werden bespeeld – en stond al na de negentiende zet driftig op van zijn stoel; overal ter wereld slaakten schaakcommentatoren een kreet: mensheid-machine 21/2-31/2. Daarna konden de filosofen gaan discussiëren over de betekenis ervan. In 2003 speelde Kasparov gelijk tegen Deep Junior, de Israëlische Deep Blue.
Kasparov stond bekend vanwege zijn inventieve, agressieve en vaak riskante speelstijl, met een nadruk op de openingen, en hij schreef ook vele schaakboeken, waaronder het vijfdelige Garry Kasparov on My Great Predecessors – heel bescheiden klinkt die titel niet, maar in zijn geval lijkt dat een pekelzonde – en talloze commentaren op zijn eigen partijen. De laatste maanden is Kasparov op campagne omdat hij in augustus de opvolger wil worden van de huidige FIDE-chef, Kirsjan Iljoemzjinov. Zijn leuzen: de FIDE moet ‘transparanter’ functioneren (een klassieker), de lidmaatschapskosten van nationale bonden moeten omlaag en er moeten wereldwijd meer schaakfaciliteiten voor kinderen komen. Kasparovs energie is ongebroken.