Bijna overal in het Midden-Oosten en Noord-Afrika is het crisis.
Regimes vallen om, economieën storten in en vele honderden milities snijden elkaar de kop af. In landen als Syrië en Irak worden de burgerslachtoffers al nauwelijks meer geteld. Westerse experts wijzen verschillende oorzaken aan. De Amerikaanse invasie van Irak in 2003, de opkomst van de radicale islam, gebrekkig hoger onderwijs, de corruptie van diverse lang zittende dictators. Al deze verschijnselen spelen een rol, maar aan een van de belangrijkste oorzaken wordt vaak voorbijgegaan: de chronische droogte die de regio al jaren in zijn greep houdt.
Laat ik de Syrisch-Arabische Republiek, of wat daar nog van over is, als voorbeeld nemen. De droogte in Noord-Afrika en de Levant werd echt voelbaar rond 1998. Honderdduizenden arme Syrische boeren moesten steeds dieper graven naar waterbronnen. Tien jaar later ging het mis. De bronnen droogden op en aanhoudende zandstormen vernietigden de boerenbedrijven. De geruïneerde boeren trokken in groten getale naar Aleppo, Homs of Damascus, waar ze zich vestigden in gigantische sloppenwijken aan de rand van de stad. Laagopgeleid, diepreligieus, arm en gefrustreerd over de zelfverrijking en terreur van een kleine elite, zou deze gigantische groep mensen door de hele regio de wapens opnemen. Het einde van dit drama is in Syrië nog lang niet in zicht.
Dieptepunt
In Israël ging het anders. Israëlische boeren werden, net als hun Syrische buren op de Golan, ook getroffen door de droogte. In 2008 daalde het water in het meer van Galilea tot een dramatisch dieptepunt. Opdroging leek een realistisch scenario. De regering nam strenge maatregelen om het waterverbruik te beperken en dat jaar ging de oogst van veel boeren verloren. Tegelijkertijd werd fors geïnvesteerd in structurele oplossingen voor het watertekort want de droogte houdt nog altijd aan. Er kwam een omvangrijk zuiverings- en opslagsysteem voor het hergebruik van water in de landbouw. Dat werkt. In 2016 werd 86 procent van het Israëlische water hergebruikt voor irrigatie, het hoogste percentage ter wereld. Nummer twee, Spanje, volgt op grote afstand.
Lange tijd leek ontzilting te kostbaar en inefficiënt om op grote schaal toe te passen
Met wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkelingen werd de dreigende ramp afgewend en zelfs omgebogen naar Israëls huidige comfortabele overschot van zoet water. Lange tijd leek ontzilting te kostbaar en inefficiënt om op grote schaal toe te passen. Maar aan het Zuckerberg-instituut voor wateronderzoek in de Negev-woestijn zijn grote vorderingen gemaakt met ontziltingstechnieken voor zeewater. Inmiddels heeft Israël drie grote, futuristisch aandoende ontziltingsfaciliteiten die samen honderden miljoen kubieke liters water uit de Middellandse Zee zuiveren tegen acceptabele kosten.
De Israëlische technologie trekt delegaties van wetenschappers en politici uit de hele wereld, zoals de druppelirrigatiesystemen dat eerder al deden. Vooral India, China en landen ten zuiden van de Sahara lopen de deur plat. Een Israëlische vriendin die werkt bij een organisatie die deze delegaties begeleidt, vertelde me dat het bijna onmogelijk is om voldoende tolken te werven. Israëlische waterwetenschappers vliegen op hun beurt naar zuidelijk Afrika om dorpen in nood te helpen. De regering ziet dit succes natuurlijk als een interessante troef. Veel landen waar Israël geen diplomatieke banden mee onderhoudt worstelen met zoetwatertekorten en droogte. Een ontziltingsfaciliteit of twee in ruil voor, al dan niet koude, vrede met het verscheurde Syrië. Dat zou toch wat zijn.