Wat gebeurt er met een hoogleraar moderne literatuur als hij tijdens zijn college over absurdisme een Hitlergroet uitbrengt? Dat doet hij niet omdat hij sympathiseert met nazi’s, maar ter illustratie van het woord fascisme (dat hij tegelijkertijd op het bord schrijft). Hij permitteert zich die ‘grap’ omdat hij bekendstaat om zijn ironie, relativeringsvermogen, intellectuele souplesse en originele manier van les geven – de gemoederen provoceren hoort erbij. Hij is geliefd bij zijn studenten en trekt volle zalen, zijn diepgaande analyses stranden nooit in rotsvaste overtuigingen en zeker niet in extremisme: alles kantelt bij deze speelse geleerde.
Uit deze context kan iedereen opmaken dat deze onconventionele vrijdenker geen nazi is. Maar zal dat ook gebeuren aan een Amerikaanse universiteit waar activistische studenten elk incident aangrijpen om te protesteren tegen het ‘witte instituut dat hen onderdrukt’? En is deze hoogleraar in staat in te zien dat zo’n gebaar, zelfs in de roes van een uitdagend betoog, zeer ongepast is?
Woeste meute
Welkom bij The chair, een haast briljante serie die sinds afgelopen vrijdag op Netflix te zien is. Het is een onderhoudende, scherpe komedie waarin meesterlijk geacteerd wordt. Dat zeg ik er meteen bij, opdat de beoogde kijker niet afhaakt uit angst voor inclusieterreur en moralisme. Het gaat over tragische en hilarische botsingen tussen de stokoude docentengarde, jonge leraren ‘van kleur’ en studenten aan een kleine, chique universiteit aan de Amerikaanse oostkust. Vergeet de clichés die erbij zouden passen: deze serie laat alles kantelen, speelt slim met perspectieven en serveert het inhumane extremisme dat mensen reduceert tot activistische doelwitten intelligent af.
Ik zal niet verklappen hoe het met de hoogleraar afloopt. Maar als hij zijn excuses aanbiedt aan de joelende studentenmeute en het woord ‘Joods’ in de mond neemt, wordt hij nog net niet verscheurd. Joden en hun gevoelens zijn voor de woeste meute niet meer relevant; uit alles wat de horde eist en roept, blijkt dat vernietiging het doel is. De hoogleraar moet vernederd worden, zijn argumenten vertrapt, de nazi moet weg!
Ik vrees dat het in Nederland niet anders zou gaan. We zijn geen ontspannen samenleving meer, waarin de meningsvrijheid en het rationele discours maatgevend zijn. In zo’n samenleving kun je heftig debatteren, sterk van mening verschillen, maar ook overlappende standpunten vinden over bijvoorbeeld humor over Hitler en de Holocaust, zelfs over ironie die doorschiet in onsmakelijkheid. In zo’n discours komen de grenzen van het betamelijke vanzelf in zicht. Je bent niet goed bij je hoofd als je zomaar een Hitlergroet uitbrengt in een collegezaal (of waar dan ook), vind ik. Maar als die uitgestrekte arm van iemand komt die niets met naziverering heeft en dat gebaar als theatrale illustratie in een literaire discussie inbrengt, dan wil ik weten hoe zo iemand juist daarop kwam. Het gaat er tenslotte om dat je het individu achter een misverstand of een incidentele faux pas blijft zien en wil horen.
Taaldwang
Voor dit soort subtiliteiten is weinig ruimte meer. En niet alleen bij bedenkelijke uitingen. Dat de ironie last heeft van letterlijk lezende gekwetsten die ook sociaal hun norm doordrukken, is al bekend. Tegenwoordig proberen de diversiteitscommissies die als paddenstoelen uit de grond schieten een nieuwe inclusietaal door te drukken. Sommige woorden zijn, nog voordat ze uitgesproken zijn en van een context voorzien, per definitie fout. Die kwalijke woorden moeten vervangen worden door deugdelijke alternatieven. De gemeente Amsterdam adverteert er zelfs mee. Taaldwang is beleid geworden. Je houdt het niet voor mogelijk, maar het gebeurt: je bent fout als je ‘dames en heren’ zegt.
Kijk maar naar The chair. Het lot van de hoogleraar is het lot van iedereen die de moderne censuurbrigades niet gehoorzaamt. Of je spottend een Hitlergroet uitbrengt of ‘homohuwelijk’ zegt, je bent fout. Het doet er helemaal niet meer toe of Joden of homoseksuelen gekwetst zijn. Niemand vraagt hun wat. Het gaat erom dat er nieuwe vijanden ontstaan met wie intolerante activisten aan de haal kunnen gaan. Nog even en de taalnazi is geen grap meer.