Maandag werden er twee kleine aanslagen op Israëlische doelen gepleegd. Waren die een voorbode van meer?
Auteur: Ted de Hoog
Maandag raakte in New Delhi, India, de vrouw van de Israëlische defensie-attaché licht gewond bij een aanslag. Tali Yehoshua-Koren had met haar chauffeur net de ambassade verlaten toen een motorrijder hen achterop reed terwijl hun auto stilstond voor een stoplicht in de Aurangzebstraat. Hij plakte iets op de achterklep; volgens Ynet News had Koren dat op het laatste moment in de gaten en ontsnapte ze uit de auto voor de bom ontplofte. De dader ontkwam, haar chauffeur en twee passanten raakten licht gewond. Koren had granaatscherven in haar rug en onderlichaam, maar een dag later kon ze het ziekenhuis al verlaten, nadat ze was geopereerd door twee Israëlische artsen.
Op vrijwel hetzelfde moment ontdekte een alerte Georgische chauffeur werkzaam bij de Israëlische ambassade in Tiflis, een in plastic verpakt voorwerp dat onder de auto was geplakt. Hij waarschuwde de politie, die de bom onschadelijk maakte.
Beide aanslagen waren een dag en vier jaar na de moord op Hamasleider Mughniyeh in Damascus, nooit door Israël opgeëist, maar dat heeft niet geholpen. Iran en Hezbollah hebben destijds wraak gezworen en de Israelische politie en veiligheidsdiensten waren ook dit jaar weer alert. Netanyahu zei meteen dat Iran achter deze aanvallen zat. „Het land is de grootste exporteur van terrorisme ter wereld.” Een Iraanse woordvoerder noemde die beschuldiging ‘niets dan leugens’, maar volgens Israël waren er duidelijk sporen van organisatie door Iran. Een eerste onderzoek wees uit dat de bommen professioneel waren, maar niet erg gecompliceerd.
Waakzaam
Niemand was verbaasd over deze acties. Iran had recentelijk al gedreigd dat Israël wereldwijd aanslagen kon verwachten, een antwoord op de moorden, de laatste twee jaar, op nucleaire wetenschappers, en allerlei geheimzinnige explosies binnen Iran die diverse hoge militairen het leven kostten.
Noch de timing, noch de locaties van de aanslagen van maandag waren volgens Ha’aretz toevallig. Er werden geen doelen binnen Israël gekozen om Israël niet het excuus te geven voor aanvallen op Hezbollah, want de sji’itische represailles die daarop zouden moeten volgen wil men bewaren voor ‘de dag na de aanval op Iran’.
India en Georgië lagen als doelwit voor de hand, omdat Israël met die landen nauwe betrekkingen heeft en het zijn bovendien landen met lekke grenzen en een matig efficiënte politie. Georgiës buurland is Azerbeidzjan, waar agenten uit zowel Israël als Iran vrijelijk opereren. Georgië heeft vrij veel connecties met Iran; zakenlieden en toeristen komen geregeld naar Tiflis en de haven Batoemi. Vlakbij, in Tsjetsjenië, wemelt het van de werkloze jihadisten. De weerloosheid van India liep al diverse malen in het oog (denk aan de grote aanslag op Bombay in 2008, ‘26/11’). In beide landen is het niet al te moeilijk om explosie- ven te smokkelen en daders te verbergen.
Buitenlandcommentator Amos Harel zei dat deze twee aanslagen aantonen dat Iran problemen heeft om dicht bij belangrijke Israëlische doelen te komen. De incidenten vonden plaats ‘aan de periferie van Sjien Beets waakzaamheidsgebied’, aanvallen op auto’s die zich ook nog buiten het terrein van de ambassades bevonden de bekroning van een lange reeks mislukte aanslagen.
De aanslagen van maandag zijn mogelijkerwijs het begin van een lange reeks, maar een confrontatie met Hezbollah en Iran zit er voorlopig niet in. Vorige week deed Hezbollahleider Nasrallah bovendien een opvallende uitspraak: Hezbollah nam ‘geen orders aan’ van Iran. De beweging staat onder druk door de problemen van Syrië en de rechtszaak rond de aanslag op de Libanese ex-premier Hariri, dinsdag zeven jaar geleden. Wilde zij met deze aanslagen soms haar zelfstandigheid en vitaliteit bewijzen? Dinsdag vond er weer een mislukte aanslag plaats in Bangkok, waarbij Iraniërs betrokken waren, vermoedelijk op weg naar de Israëlische ambassadeur.
Schok
Hoe klein de aanslag in New Delhi ook was, voor de directe omgeving van Tali Koren was die een schok. Ze is medewerkster bij de ambassade en volgens een collega ‘een vriendin voor iedereen’; het regende de dagen erna bloemen en telefoontjes. Ambassadeur Alon Ushpiz gaf ondertussen interviews aan de In- dische pers waarin hij zei – hij is tenslotte diplomaat – dat hij een ‘totaal vertrouwen’ had in de Indiase veiligheidsdienst. „We voelen ons volkomen veilig,” zei hij. De aanslag had veel slechter kunnen aflopen: Tali Koren was net op weg om haar kinderen van school op te halen en als die tijdens de aanslag bij haar in de auto hadden gezeten, had de kleefbom dra- matische gevolgen kunnen hebben. „We zijn altijd gewaarschuwd dat we een doel zijn,” zei een van de medewerkers. „Maar je begrijpt het pas als het echt gebeurt.”