‘Middeleeuws’ noemen insiders de brief die Yitzhak Melamed ontving van rabbijn Joseph Serfaty. Melamed is een Israëlisch-Amerikaans filosoof, geboren in Benee Brak en verbonden aan de Johns Hopkins University in de Verenigde Staten. Hij studeerde geschiedenis en filosofie aan de Universiteit van Tel Aviv en promoveerde aan Yale in de VS. Wereldwijd staat deze orthodox-Joodse academicus bekend als een van de grootste Spinozakenners. Hij schreef boeken over de wijsgeer en werkt nu aan een documentaire over hem.
In dat kader legde Melamed onlangs een verzoek neer bij de geestelijk leiders van de Portugees-Israëlietische Gemeenschap in Amsterdam, of hij hen mocht interviewen over Spinoza, het liefst in de Snoge aan het Mr. Visserplein. Daarop kwam een antwoord van rabbijn Serfaty met de volgende toelichting: “Uw verzoek voor een bezoek aan ons complex om een film te maken over deze Epicouros (vrij vertaald: ketter, red.) in onze Esnoga en Jeshiva (Ets Haïm) is onverenigbaar met onze eeuwenoude halachische, historische en ethische traditie en een onacceptabele aanval op onze identiteit en erfgoed. Daarom weiger ik in te gaan op uw verzoek en verklaar u tot persona non grata in het complex van de synagoge.” Persona non grata, is dat een nieuw halachisch begrip?
De zaak raakte aan het rollen toen Melamed de brief van Serfaty zondagavond op zijn Facebookpagina plaatste, met de ironische toevoeging: ‘Mijn woorden zijn overbodig. Geniet (en heb een vrolijk Chanoeka).’

Achter Serfaty
Ook chacham (Sefardische opperrabbijn) Toledano liet van zich horen. In een brief aan hoogleraar Melamed legt hij uit: “Hierbij laat ik u weten dat tien professoren vanuit heel de wereld, inclusief Israël, naar een symposium van 6 december 2015 kwamen. De zaak Spinoza is uitgebreid bediscussieerd. Ikzelf, als de Chacham van de gemeente, gaf een lezing over het onderwerp en de conclusie was dat de cherem (ban, red.) die hem door onze voorgaande rabbijnen was opgelegd, in stand moest blijven. In het licht van bovenstaande, is er geen mogelijkheid met u Spinoza te bediscussiëren in ons complex.”
Daar denkt het college van parnassiem, het bestuur van de synagoge, anders over. Dat de kehila zich in grote crisis bevindt, wordt duidelijk uit de reactie van de bestuursleden op vragen van het NIW. Serfaty handelde namelijk zonder dat de parnassiem ervan afwisten:
“Uw vragen zijn terechte vragen die wij als College van Parnassim ons ook stellen. U zult begrijpen dat wij eerst intern moeten uitzoeken wat er gebeurd is voordat wij hierover naar buiten treden. Het College is door het Rabbinaat vooraf niet gekend in de door hen ondernomen stappen. Wat vaststaat, is dat het niet in het belang van onze Gemeente is om op deze toon te reageren op de vraag van een wetenschapper. Wij staan altijd open voor verschillende meningen en opinies zoals ook gebleken is tijdens het symposium ‘De Casus Spinoza’ dat zondag 6 december 2015 plaats vond in de Rode Hoed in Amsterdam. Spinoza-experts uit binnen- en buitenland lieten hun licht schijnen over de vraag of het mogelijk is de ban op Spinoza op te heffen. Tijdens dat symposium heeft Chacham Toledano het standpunt van het rabbinaat toegelicht.” De brief is ondertekend door Bar Vingerling, werkzaam bij de PIG. De voorzitter van het college, Michael Minco, heeft zich verder over de zaak nog niet uitgelaten en was maandag niet bereikbaar voor commentaar.
Discussie gesloten?
Opvallend is dat de chacham juist het symposium in 2015 als reden geeft om Melamed te weren. Hierbij was het NIW destijds aanwezig. Het was een dag van vrije uitwisseling van gedachten, mede georganiseerd door journaliste Ronit Palache. Het originele exemplaar van Spinoza’s verbanning uit de gemeente was toen bij wijze van hoge uitzondering verplaatst van de Esnoga naar de Rode Hoed, waar het symposium plaatsvond.
Naast de chacham waren onder anderen historicus Jonathan Israel aanwezig en rabbijn Nathan Lopes Cardozo, een voorstander van de opheffing van de cherem, de ban. Chacham Toledano gaf drie redenen waarom de cherem volgens hem niet kon worden opgeheven. Ten eerste had alleen het beet dien dat kunnen doen, de rabbinale rechtbank die de ban in 1656 oplegde. Ten tweede kon de religieuze gemeenschap niet tolereren dat iemand het bestaan van God in twijfel trok, geheel in lijn met de calvinistische opvattingen van het stadsbestuur in die tijd. Ten slotte had Baruch Spinoza dertig dagen de tijd gehad om op zijn schreden terug te komen, maar dat had hij niet gedaan.
Dacht de chacham in 2015 dat daarmee de discussie was afgedaan? Dat er niet meer over mocht worden gesproken?

‘U bent incompetent’
Zijn discussiepartner in 2015, de geleerde rabbijn Nathan Lopes Cardozo, is verbijsterd over het standpunt van Serfaty. In zijn open brief aan de rabbijn stelt hij:
“Het lijkt erop dat u onwetend bent over het feit dat de voormalige opperrabbijn van Israël, Yitzchak HaLevi Herzog z”l (1888-1959), al heeft verklaard dat de ban alleen van kracht was zolang Spinoza leefde. U lijkt ook niet op de hoogte te zijn van de eigenlijke achtergronden die aan de ban ten grondslag lagen, en niet over de lessen van Spinoza zelf. Aangaande professor Melamed zelf, is het wellicht nodig u te informeren dat hij een diep religieuze Jood is, opgegroeid in het ultraorthodoxe Israëlische Benee Brak en dat hij in jesjiva’s heeft gestudeerd. Uw mening dat de ban van Spinoza’s werken nog altijd geldt, toont duidelijk aan dat u niet bekend bent met zijn geschriften, en daarom compleet incompetent bent om een mening over zijn filosofie te hebben.”
Lopes Cardozo benadrukt dat hij, opgeleid aan de ultraorthodoxe Gateshead Yeshiva, alle werken van Spinoza heeft gelezen en dat de grote filosoof soms bewust het judaïsme verkeerd interpreteerde, maar tegelijkertijd opmerkelijke, integere observaties publiceerde over de mens, de natuur en de samenleving, die ons allemaal hebben geholpen.
“Om alle bovenstaande redenen verzet ik mij zeer tegen uw woorden dat de professor ‘persona non grata’ is, een enorme belediging en choetspa. Door hem te verbannen van het synagogecomplex, en hem daarmee niet eens toe te staan zich bij het minjan van onze synagoge te voegen, heeft u een enorme Chillul Hashem veroorzaakt, u heeft de naam van God onteerd en daarmee in de ogen van velen een farce van het orthodoxe jodendom gecreëerd. U heeft ons allen die vechten voor de eer van het Judaïsme, grote schade toegebracht. Ga u schamen!”
Lopes Cardozo voegt eraan toe dat Serfaty alle recht in de wereld heeft om het met Melamed oneens te zijn, maar dat het hem zou sieren de hoogleraar uit te nodigen en hem naar zijn intenties te vragen en de inhoud van zijn film. Zo zou hij zelfs een bijdrage kunnen leveren aan zijn avontuur. De rabbijn hoopt dat “de lekenleiders van de Portugees-Spaanse gemeenschap in Amsterdam de nodige stappen zullen ondernemen deze grote schade te beperken.”

Overvallen
Het rommelt al langer tussen rabbijn Serfaty en sommige leden van de kehila. Zo is er onvrede over zijn aanpassingen in de liturgie, sommigen noemen die zelfs ‘kolder’. Ook de directeur van het Joods Cultureel Kwartier waaronder de Esnoga valt, Emile Schrijver, is not amused. Al eerder waren er verschillen van mening. Zo vond Serfaty het maar niks dat de museumwinkel boeken over Spinoza verkocht. Schrijver laat weten dat hij de brief van Serfaty ‘schandalig’ vindt:
“Hij heeft volledig op eigen gezag gehandeld, zonder overleg met iemand. Waar is de academische vrijheid? De vrijheid van meningsuiting en die van het verkrijgen van informatie? Iedereen voelt zich overvallen. Ik distantieer me hier met grote kracht van. Dit is het totale tegenovergestelde van waar we met het Joods Cultureel Kwartier voor staan. Het bespreken van Spinoza is keer op keer gebeurd, ja, ook in de Snoge. En wij als JCK beheren alles voor de gemeenschap. Inderdaad, er is destijds met onze samenwerking afgesproken dat religie voorgaat. Bijvoorbeeld als we een concert willen organiseren maar er ook een choepa gepland staat. Dan gaat de choepa altijd voor. Maar ook de toegang tot Ets Haim (de bibliotheek, onderdeel van het synagogecomplex, red.) verbieden is onzin. Al eerder was gemeld dat Melamed daar gewoon welkom was.”
In het NRC zegt Melamed over het handelen van Serfaty: “Het is fanatisme, neem het niet te serieus. Ik vind het gedrag van deze clown wel vermakelijk.”