Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Nieuws

Alleen maar verliezers

Verdriet, woede, verontwaardiging en polarisatie. Dat waren de gevolgen van de beschamende gang van zaken rond de 4 meilezing die zou worden uitgesproken door Abdelkader Benali. Een chronologische analyse, en een belangrijke conclusie.

Redactie 29 januari 2021, 10:30
Alleen maar verliezers

Opnieuw blundert het Comité 4 en 5 mei, waardoor ook de nationale dodenherdenking 2021 een nare bijsmaak heeft gekregen. De controverse begint wanneer scheidend voorzitster Gerdi Verbeet in lyrische bewoordingen bij Spraakmakers op Radio 1 aankondigt dat Abdelkader Benali dit jaar de 4 meilezing mag voordragen. Op Twitter windt op 19 januari, de dag na de aankondiging, cartoonist Ruben L. Oppenheimer zich flink op over de keuze. Hij vertelt hoe NRC ooit een cartoon over de Vlaamse antisemiet Dyab Abou Jahjah weigerde, hoe hij die cartoon op Twitter plaatste, en hoe Benali vervolgens Oppenheimer, die een groot deel van zijn familie in de Shoa verloor, uitmaakte voor iemand die zich in de nazitijd ‘werkelijk uitgeleefd [zou] hebben’.

Weblog GeenStijl publiceert een passage uit een column van journalist Harald Doornbos in HP/De Tijd uit 2010, waarin hij verslag doet van een gesprek dat hij in Beiroet had met Benali in 2006. Hierin staan de gewraakte uitspraken over de vele Joden in Amsterdam-Zuid waarbij Benali zich als Marokkaan ongemakkelijk voelt. Die passage brengt Benali echt in de problemen. Het NIW weet dan al dat de schrijver tijdens de Gaza-oorlog in 2014 agressieve, polariserende tweets heeft geplaatst en hoe hij op zijn Facebookpagina de Joodse schrijver Leon de Winter een ‘zionist en opportunist’ heeft genoemd. Het woord ‘zionist’ kan hier niet anders dan negatief worden uitgelegd.

Stortvloed
Een dag later, na onze deadline, spreekt het NIW met Benali. Hij zegt excuses aan te willen bieden aan Ruben Oppenheimer, maar die heeft hem op Twitter geblokkeerd. Kunnen wij hen met elkaar in contact brengen? Benali heeft ook gesproken met het CIDI – uit wederzijdse tweets blijkt dat het CIDI zand over de kwestie gooit – en ‘een andere Joodse organisatie’. Dat blijkt het CJO te zijn. In het gesprek dat Benali met het NIW voert, ontkent hij de woorden zoals Doornbos die optekende niet. Maar hij was dronken, het was ‘kroegpraat en ironie’, aldus Benali. Het NIW confronteert hem ook met zijn uitspraak over Leon de Winter. Is hij een antizionist? Nee, antwoordt Benali, hij gelooft in een staat voor de Joden en voor de Palestijnen. Maar waarom dan toch het woord ‘zionist’ in zo’n negatieve context gebruikt? ‘Dat vond ik toen zo,’ antwoordt hij. Het gesprek is pittig. Benali gebruikt een stortvloed aan woorden. We stellen hem de vraag: waarom nu pas excuses aan Oppenheimer? Die tweet is uit 2016, genoeg tijd gehad om erover na te denken dus. Benali heeft daar geen antwoord op. Het NIW nodigt hem uit voor een nader, verhelderend interview. Daarop antwoordt hij positief.

Gerdi Verbeet Foto: Sebastiaan ter Burg

Zwarte humor
Intussen breekt paniek uit in het comité. Voorzitter Gerdi Verbeet, groot voorstander van Benali als spreker, zou geen tegenspraak over haar keuze hebben geduld. En hem veroordelen om een uitspraak uit 2006? Maar diezelfde woensdagavond plaatst een medewerker van Zondag met Lubach, Diederik Smit, op zijn Twitteraccount twee berichten van Benali uit 2013, zeven jaar later dus, met de volgende strekking: “Als ik op vrijdag de joden van zuid naar de sjoel zie gaan denk ik klein Jeruzalem. Is dat antisemi?” En: “Toen ik in Am-Zuid ging wonen, viel me de aanwezigheid van Joden op.” Smit merkt daarbij op dat Abdelkader over zijn opmerkingen uit 2006 zei: “Ik zei het in een dronken bui. Het was zwarte humor,” en voegt daaraan fijntjes toe: “Deze tweets van zeven jaar later suggereren toch dat het iets meer was dan een grapje.”

Ook met de opsomming van Benali’s uitspraken in het commentaar in het NIW dat op donderdagochtend online verschijnt, is het comité niet gelukkig. Er vindt koortsachtig overleg plaats en ’s middags rond halfvier plaatst het Comité 4 en 5 mei het bericht dat Benali zich terugtrekt. Plotseling verandert de schrijver op Twitter van toon: “Er is een hetze gevoerd. Laster verspreid. Om iemand monddood te maken. Ik heb daar niet aan toegegeven maar ik wil niemand kwetsen. Feit is wel dat er is georchestreerd [sic].” Georkestreerd, klinkt dat niet als een complot van de stereotiepe ‘Joodse lobby’?

Uiteraard springen diverse media voor Benali in de bres. Hij wordt door verschillende kranten geïnterviewd, speelt met verve de rol van slachtoffer en citeert in Trouw NIW-hoofdredacteur Esther Voet verkeerd. Zij zou gezegd hebben dat het CIDI al sinds 2014 een dossier over hem bijhoudt. Dat is onjuist. Voet heeft hem tijdens hun gesprek verteld dat zij, als directeur van CIDI, tijdens de Gazaoorlog zijn agressieve en opruiende tweets heeft verzameld. Ook Joodse mediapersoonlijkheden nemen het voor Benali op. Zoals Rosanne Hertzberger, Yasha Lange, Chantal Suissa, Lody van de Kamp en Natascha van Weezel. Geen van allen komt terug op de tweets van Benali uit 2013, 2014 of op zijn woorden tegen Oppenheimer.

Abdelkader Benali Foto: Svet Knihy

Met nesjomme
Het comité blijkt zich ook niet aan zijn woord te hebben gehouden. In 2012 waren toenmalig comitédirecteur Nine Nooter en voorzitter Joan Leemhuis-Stout persoonlijk betrokken bij een andere rel. Zij hadden een gedicht over een SS’er zo prachtig gevonden en dat het op de Dam moest en zou klinken. Na de rel daarover riep Nooter Joodse organisaties bijeen om ‘van deze zaak te leren’. Zij zegde toe haar oor te luisteren te leggen bij die organisaties. Die belofte is niet nagekomen. Tegelijkertijd werd een geldverslindend project opgetuigd om mensen in het land mee te laten praten over de invulling van 4 en 5 mei. Wat met die uitkomsten is gedaan, is niet duidelijk.

In 2015 trad Gerdi Verbeet aan als voorzitter. Jan van Kooten, die ook onder Nooter had gediend, werd directeur. Veel Nederlandse Joden slaakten een zucht van verlichting. Het beeld bestond dat Verbeet, mede dankzij haar betrokkenheid bij het Auschwitz Comité, haar positie ‘met nesjomme’ zou invullen. Daar wordt inmiddels anders over gedacht.

Op vrijdag 22 januari verklaart Verbeet op Radio 1 dat zij de uitspraken van Benali toch graag eerder had willen kennen. Maar nee, van vooraf screenen wil zij niets weten. Gealarmeerd door de feiten die vorige week aan het licht kwamen, onderneemt Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier, ook actie. Op vrijdagmiddag besluiten het JCK en Benali uit elkaar te gaan. Benali is tot dan toe lid van de raad van ambassadeurs van het Nationaal Holocaustmuseum dat onder het JCK valt, waarin onder anderen Lodewijk Asscher en Louise Fresco zitting hebben.

Typische, lastige Joden
In het comitébestuur van twaalf personen, is voormalig CIDI-voorzitter Onno Hoes het enige Joodse lid. Hoes is een man met bestuurlijke kwaliteiten, maar weinig contacten binnen Joods Nederland. Ter vergelijking: er zijn twee bestuursleden met een militaire achtergrond.

Robert Vuijsje scheen op dinsdag 26 januari in NRC licht op de denkrichting van het comité, toen hij schreef: “Gerdi Verbeet legde me uit dat ik het helemaal verkeerd zag: 4 mei ging niet over de 102 duizend vermoorde Joden in ons land, die waren daar slechts een onderdeel van en moesten niet te groot worden gemaakt.”

Na deze zoveelste discussie is het voorspelbaar dat zich in de toekomst situaties zullen herhalen waarbij er alleen maar verliezers zijn: het comité omdat het weigert zijn huiswerk te doen, sprekers die worden uitgenodigd maar ongeschikt blijken, Joodse Nederlanders die, wanneer zij het lef hebben te protesteren, opnieuw als ‘typische, lastige Joden’ worden afgeschilderd. En niet in de laatste plaats nog een keer Nederlandse Joden, die worden onderverdeeld in ‘goede’ (want progressief en inclusief) en ‘slechte’ Joden, die ‘racistisch’ bezig zijn omdat ze hun mond opentrekken tegen een Nederlander van Marokkaanse afkomst. Dat er in onze kleine groep niets dan hulde was voor de speech van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb in 2016, wordt voor het gemak maar even vergeten. In tegenstelling tot de goede bedoeling van het ‘verbinden’, heeft het comité alleen maar gepolariseerd. En dat is kwalijk. Er gaan inmiddels stemmen op dat Verbeet om deze faux pas haar functie zou moeten neerleggen. Zij heeft zelf al aangegeven dat ze daartoe niet bereid is. Het duo Verbeet-Van Kooten zal binnenkort het comitéstokje overdragen. Aan wie is nog niet bekend, maar er is reden het hart vast te houden.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (2)
Michael Jacobs 29 januari 2021, 15:46
Nederland heet tolerant te zijn, maar in de alledaagse praktijk is het volgens mij één van de meest onverdraagzame landen ter wereld - en dat niet alleen rond 4 en 5 mei, en ook niet alleen jegens Joden!
tiki 30 januari 2021, 11:35
Je maakt van een dubbeltje geen kwartje!
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *