Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Nieuws

De treife eisen van TRF

Het Wobverzoek dat The Rights Forum indiende bij Nederlandse universiteiten leidde tot veel onrust. Hoewel de meeste bestuurders het verzoek in eerste instantie klakkeloos naar hun medewerkers doorstuurden, lijkt daar nu een kentering in te komen. Een reconstructie.

Esther Voet 18 februari 2022, 08:00
De treife eisen van TRF

‘De behandeling en verspreiding van het Wobverzoek heeft binnen universiteiten geleid tot gevoelens van onrust en onveiligheid. Wij betreuren dit. Wij staan voor een veilig onderwijs-, onderzoeks- en werkklimaat voor al onze medewerkers en studenten. De signalen dat dit in het geding is gekomen door onze aanpak van het Wobverzoek trekken wij ons aan en bevestigen dat een zorgvuldige beoordeling van het verzoek noodzakelijk is.’

Deze tekst staat sinds 15 februari op de website ‘Universiteiten van Nederland’. Het is een aanvullende verklaring, na een eerdere tekst over het verzoek van The Rights Forum (TRF) in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De universiteiten werd niet alleen werd gevraagd hun banden met Israëlische instellingen, overheid en bedrijven bloot te geven, maar ook die met Nederlands-Joodse organisaties, tot aan de nationaal coördinator antisemitismebestrijding en het Centraal Joods Overleg (CJO) aan toe.

In de eerdere tekst stond onder meer: “Universiteiten mogen geen afwegingen maken over welk Wobverzoek zij moreel of anderszins niet wenselijk of ongepast vinden.” Een verklaring die bij lange na niet toereikend was. De aanvulling meldt echter: “Alle universiteiten die onder de Wob vallen gaan uitstel aanvragen (of hebben dat inmiddels al gedaan) bij de indiener van het Wobverzoek, The Rights Forum. Dit betekent dat er nu geen verdere stappen worden genomen voor het opvragen, verzamelen en/of versturen van informatie waar in het Wobverzoek om wordt gevraagd.” Het is te betreuren dat de academische instellingen alleen de onrust in eigen gelederen noemen en niet het verstrekkende karakter van het verzoek en de terechte onrust in de Joodse gemeenschap. De universiteiten beraden zich nu over de vraag of en in hoeverre ze aan het verzoek van The Rights Forum moeten voldoen.

De tweede verklaring viel samen met een persbericht van het Verbond voor Liberaal Jodendom en het CJO. Laatstgenoemde organisatie stelt: “De Nederlandse universiteiten zijn niet gehouden een verzoek op basis van de Wob klakkeloos uit te voeren en zouden moeten begrijpen dat dit onderdeel van het verzoek antisemitisch en discriminerend is. Medewerking veroorzaakt bovendien grote onrust binnen de Joodse gemeenschap, omdat het associaties oproept aan een duistere periode in de geschiedenis.”

Het CJO verzoekt de universiteiten aan dat antisemitische deel van het Wobverzoek geen gehoor te geven. “De indiener van het Wobverzoek, stichting The Rights Forum, zo kunnen we lezen op hun website, heeft zijn bedenkingen over de politiek in Israël. Dat heeft echter niets van doen met Joodse organisaties en antisemitismebestrijders,” stelt de organisatie. Daarnaast roept het overlegorgaan minister van OCW Robbert Dijkgraaf op tot spoedoverleg.

Kamervragen
Nadat het NIW op 3 februari op de website had gemeld dat de universiteiten een uitgebreid Wobverzoek hadden ontvangen, bleef lange tijd onduidelijk van wie dat verzoek afkomstig was. TRF had verzocht om ‘strikte vertrouwelijkheid’ en wilde anoniem blijven. Dat mag volgens de wet, maar is het geen gotspe dat een organisatie die zelf geheim wil blijven, ultieme openbaarheid van andere instellingen eist? Op donderdag 10 februari kon het NIW melden dat het om The Rights Forum ging. Het is onbegrijpelijk dat de juridische afdelingen van de universiteiten het discriminerende karakter van het verzoek niet hadden erkend en klakkeloos de opdracht naar hun medewerkers hadden doorgestuurd. Daarnaast moet de vraag worden gesteld of de universiteiten wel wisten waarnaar precies werd gevraagd. Het valt te betwijfelen of bestuurders weten wat een organisatie als B’nei B’rith inhoudt, of dat het eveneens verdacht gemaakte Mageen David Adom niets anders is dan het Israëlische Rode Kruis.

Diezelfde dag verscheen een artikel in De Telegraaf waarin onder anderen de voormalig voorzitter van het CJO, Ronny Naftaniel en opperrabbijn Binyomin Jacobs vertelden hoe abject dit Wobverzoek daadwerkelijk was. Andere media deden er het zwijgen toe. Tweede Kamerleden Ulysse Ellian (VVD), Gert-Jan Segers (CU) en Roelof Bisschop (SGP) dienden Kamervragen in bij de minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz, waaronder: ‘Vindt u dit soort Wobverzoeken met dit intimiderende karakter en deze antisemitische connotatie toelaatbaar?’ En: ‘Bent u bereid The Rights Forum te laten weten dat zij zich moeten onthouden van het stellen van dit soort irrelevante en tegelijk intimiderende vragen over contacten met Joden?’

Nadat de directeur van TRF, Gerard Jonkman, in De Telegraaf kortaf had verklaard: “Opvattingen van derden komen geheel voor rekening van degenen die die opvattingen formuleren,” verscheen op 11 februari een uitgebreider schrijven op de website van het Forum.

Omgekeerde wereld
TRF spreekt op de eigen website van een ‘lastercampagne’. Het Wobverzoek was volgens de organisatie uitgegaan na een vraag van academici en studenten die ‘dat niet zelf hadden durven doen uit vrees voor repercussies’. Jonkman verwijst naar een rapport van de ELSC, het European Legal Support Center. Dat klinkt als een keurige, onafhankelijke organisatie, maar in werkelijkheid is het een BDS-instelling, gelieerd aan TRF. Niemand minder dan Jonkman zelf zit in de driekoppige sturingscommissie.

TRF speelt het slachtoffer, terwijl het overduidelijk aantoont hoe antizionisme en antisemitisme naadloos in elkaar overvloeien

Het rapport waaraan gerefereerd wordt, heet De mond gesnoerd. De ondermijning van pro-Palestijns activisme in Nederland. Het is een aaneenschakeling van feitelijke onjuistheden en verdachtmakingen, waarin mensen en organisaties die weerwoord bieden aan de BDS-beweging en de antisemitische tendensen in die club, worden zwartgemaakt. Weerwoord bieden heet in dit rapport ‘ondermijning’.

Ook TRF keert in de verklaring de wereld om. Het zijn immers juist Joodse en Israëlische studenten en medewerkers die zich al geruime tijd bedreigd en onveilig voelen (zie de Mensch van vorige week en die van deze week op pagina 33). Vanwege de vijandige houding tegen Israël die op universiteiten heerst omdat BDS-krachten daar vrij spel hebben en niet voldoende tegenspraak krijgen, durven sommigen niet eens voor hun identiteit uit te komen. TRF speelt het slachtoffer, terwijl het juist die organisatie is die ook met dit Wobverzoek weer aantoont hoe antizionisme en antisemitisme naadloos in elkaar overvloeien. Zo worden onder meer het CJO, de nationaal coördinator antisemitismebestrijding en de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) die de internationaal geaccepteerde werkdefinitie antisemitisme opstelde, verdacht gemaakt.

Een typerend voorbeeld van indoctrinatie vanuit BDS-hoek is te lezen in het schotschrift van de ELSC, dat doodleuk stelt dat de IHRA-werkdefinitie alle kritiek op Israël de grond inboort. Terwijl er in die definitie overduidelijk staat dat het juist níét gaat om kritiek op Israël.

‘Antisemitische heksenjacht’
In De Telegraaf verschenen opinies van Nausicaa Marbe en Afshin Ellian die haarfijn blootlegden hoe vilein het Wobverzoek daadwerkelijk was. Enkele Joodse medewerkers schreven aan hun leidinggevenden hoe ongerust ze waren over de inhoud van het Wobverzoek. Zij werden bijgevallen door niet-Joodse medewerkers die hetzelfde gevaar onderkennen. Onder hen Jan Willems, oud-docent aan de Universiteit van Maastricht, die in het periodiek Observant schreef: “Het College van Bestuur moet zich schamen hier blindelings aan te hebben meegewerkt.” (zie ook de bijdrage van Fred Grünfeld in het Forum op pagina 12-13).

Zowel de European Union of Jewish Students als de Jewish Students from Dutch Universities kwam met een noodkreet. De EUJS verklaart ‘steun aan de Nederlandse Joodse studenten en de Joodse gemeenschap, en aan onze partners die worden aangevallen door deze antisemitische heksenjacht.’ De Joodse studenten aan Nederlandse universiteiten melden: “De IHRA-definitie is het kader dat Joodse studenten beschermt tegen het politiseren van hun identiteit. Het heldere kader van de IHRA kan bijdragen aan een veilige plek voor Joodse studenten waarin het Israëlisch-Palestijnse conflict bediscussieerd en bekritiseerd kan worden […] Wij kunnen niet worden gebruikt als wapen om een specifieke gemeenschap aan te wijzen en aan te vallen vanwege haar religie en nationaliteit. Joodse studenten voelen zich niet alleen buitengesloten, maar vrezen ook voor hun veiligheid. Wij, de Joodse studenten van uw universiteit, doen een dringend beroep op u niet aan dit Wobverzoek te voldoen.”

Uiteraard brak de discussie over deze zaak ook op sociale media los. Daarbij droegen BSD-aanhangers aan dat het Wobverzoek niet antisemitisch kan zijn, omdat er Joden aan hebben meegewerkt. Inderdaad maakt EAJG-voorman Jaap Hamburger deel uit van het bestuur van TRF. Maar sociale media zijn nu eenmaal niet de plaats om het complexe begrip van Joodse zelfhaat uit te leggen.

Raad van advies
De zwaarlijvige raad van advies van The Rights Forum bestaat uit: Hedy d’Ancona, Pieter Bekker, Theo van Boven, Laurens Jan Brinkhorst, Marcel Brus, Koos van Dam, John Dugard, Cees Flinterman, Tineke Lodders, Mairead Maguire, Egbert Myjer, André Nollkaemper, Jan Pronk, Lex Takkenberg, Bert de Vries, Klaas de Vries, Paul de Waart en Liesbeth Zegveld. Al deze personen staan ondanks de uitermate dubieuze actie van hun organisatie nog steeds op de website. Kennelijk is bij geen van allen een lichtje gaan branden over de vraag of zij hun naam nog wel verbinden aan TRF. Of, zoals Nausicaa Marbe schreef: “Wie zwijgt, stemt toe.” In NIW 19 onderwierpen wij dit omstreden gezelschap al aan een kritische beschouwing

Oproep
Naar aanleiding van de berichtgeving kreeg het NIW diverse meldingen van medewerkers en studenten aan universiteiten die zich niet meer veilig voelen in de veelal vijandige omgeving voor Joden en Israëli’s. Heeft u, Joods of niet-Joods, een situatie meegemaakt waardoor u uw gedrag aanpast of zich geïntimideerd voelt? Stuur een mail met uw gegevens naar esther@niw.nl. Wij verzekeren u dat uw reactie vertrouwelijk wordt behandeld.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (1)
Johan Smit 19 februari 2022, 19:46
Dat ene zinnetje over Jaap Hamburger: spijtig. Zegt voor mij genoeg.
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *