Mijn niet-Joodse vrienden begrijpen mij soms niet goed als ik over Israël vertel. Meermaals heb ik het land aangeraden als geweldige vakantiebestemming. Je hebt er immers alles: cultuur, zon, zee en strand, maar elke keer vinden mijn vrienden het er te gevaarlijk en daardoor ongeschikt voor vakanties met vrienden of familie. Opmerkelijk, vond ik altijd. Als ik vertel over hoe de sfeer daar is, lijken mijn verhalen zo lijnrecht op hun voorstelling te staan dat er eigenlijk amper naar geluisterd wordt. De beelden van opgeblazen bussen in de jaren negentig liggen dusdanig diep in de hoofden verankerd dat een herzien verhaal geen vat krijgt. Zelfs niet als ik vertel dat Tel Aviv zo ongeveer hipper is dan Amsterdam en er meer hipsters rondlopen dan in de Witte de Withstraat in Rotterdam. Om niet ‘die Joodse vriendin die Israël zit te verkopen’ te worden, houd ik er vaak maar over op.
Ergens begrijp ik de vrienden wel. Die beelden op het nieuws zag ook ik als kind en die vormden ook mijn voorstelling. Maar toen ik het land als volwassene bezocht, zag het er heel anders uit dan ik me had voorgesteld. Ja, er waren militairen, stoffige wegen, olijfbomen en grote groepen orthodoxe Joden die midden op straat in een kring aan het dansen waren. Maar het bleek óók een land met heel veel hippe jonge mensen die helemaal niet zo gelovig of fanatiek waren, een land met moderne steden en goede universiteiten en een land met ruimte voor discussie.
Ik ging de eerste keer met een Birthrightreis mee, die gaf zeker een gekleurd beeld waar ik zo nu en dan stevig tegen protesteerde maar ik was oud genoeg om door het rookgordijn heen te kijken, en dat deed ik. Door die reis besefte ik dat de documentaires, films en portretten vaak eenzijdige beelden (zowel voor als tegen) laten zien van het land. Veelal zijn de docu’s toch vanuit een religieus uitgangspunt gefilmd, enkel historisch van aard of sterk politiek gekleurd. Uit die documentaires had ik zo ongeveer mijn hele beeld van het land gehaald, want in ons gezin voelde niemand een heel hechte band met Israël. Slechts enkelen van mijn familieleden gingen op alia en thuis werd met een kritisch oog naar Israël gekeken. Alles kon besproken worden, er werd regelmatig heel fanatiek gediscussieerd aan de keukentafel en niemand koesterde per definitie warme gevoelens voor het land.
Afgelopen week zag ik de eerste twee afleveringen van Het Israël van Heertje en Bromet (NTR) en al in de eerste aflevering herkende ik precies dat land wat ik zelf ook had gezien. Niet alleen waren de beelden van het land, dus de keuze van wat zij wel en niet laten zien, heel herkenbaar, maar ook de houding van Heertje zorgde ervoor dat het voelde alsof ik naar een familielid keek.
Raoul Heertje vertelt in de serie dat hij een traditionele Joodse opvoeding heeft gehad. Hij is opgegroeid met zeer warme gevoelens voor Israël middels het motto ‘een land zonder volk voor een volk zonder land’, dat hij jarenlang bij jeugdbeweging Haboniem had gehoord. Na drie jaar lang in Israël studeren en wonen, raakte hij diep teleurgesteld. Er bleek al een volk te wonen, het was helemaal geen leeg land en er speelden zich verschrikkelijke dingen af die men soms heel krampachtig probeerde te relativeren. Daardoor voelde hij zich er niet helemaal thuis, en is hij er nooit permanent gaan wonen. Deze serie maakt hij omdat hij benieuwd is of hij destijds een goede keuze heeft gemaakt.
De eerste aflevering begint ermee dat Heertje een stand-up-avond doet bij De Vereniging voor Nederlandse Emigranten in Israël. De act begint goed. Hij grapt over de hoge leeftijd van sommigen in de zaal en dat ze, mochten ze het allemaal niks vinden, dan toch niet hard zouden kunnen weglopen. Je voelt de sfeer echter omslaan zodra hij zegt niet zo dol te zijn op Netanyahu. Na afloop zie je als kijker de geestige situatie van Heertje die een beetje rondhangt terwijl het publiek langs een buffet loopt en hem heel erg niet aanspreekt of aankijkt.
Je ziet Raoul Heertje praten bij oude studievrienden thuis en met fanatiekelingen bij de Klaagmuur. Vooral zie je hem alles vanuit een ontzettend oprechte nieuwsgierigheid bevragen, wat het heel prettig maakt om naar te kijken. Als ik mijn niet-Joodse vrienden iets zou willen aanraden om te kijken, dan is het deze serie – en dan na de serie even een ticket boeken naar het land zelf. Ik ga binnenkort ook weer.