Hebben Joden zich ‘als makke lammetjes door de gaskamers laten jagen’? Toine Beukering, nu senator voor Forum voor Democratie, stelde dat tegenover De Telegraaf (hij noemde Joden trouwens ook ‘een dapper, strijdbaar volk’). Hij moest hiervoor door het stof gaan, en deed dat ook. Van mij had dat niet gehoeven. Immers, het was zeer lang de heersende opvatting onder de lsraëlische politici: vermoord
als makke schapen. De helft van de Israëlische bevolking en de meerderheid van Joden wereldwijd denkt er waarschijnlijk nog steeds zo over. Daar komt bij dat slechts een handjevol weet dat
Joden naar verhouding juist veel verzet hebben gepleegd. Maar dat verandert het totale beeld niet. Beukering heeft zich, naar verluidt, in zijn jeugd stuk gelezen over de Shoa, en trok daaruit de
lovenswaardige conclusie: het leger in. Ik heb een onverdeelde sympathie voor een politicus die na een heel leven nog steeds worstelt met de vraag: hoe kon de Grote Moord op de Joden gebeuren? Waren alle Nederlandse politici maar zo. Ook Lodewijk Asscher. Maar nee, die viel over Beukering heen.
Vervolgens kreeg Asscher zelf een zogeheten ‘shit-storm’ te verduren. Terecht. Niet vanwege zijn overgrootvader, een van de leiders van de Joodsche Raad, maar vanwege zijn ontvangst, in Amsterdam,
vorig jaar van Jeremy Corbyn.
Terug naar de ‘makke lammetjes’. Na een leven van worstelen met diezelfde vraag – hoe? – ben ik tot de conclusie gekomen dat de nazi’s ons vermoorde volk hebben misleid met behulp van onze eigen geschiedopvatting. Juist wie opgevoed was met verhalen over de Exodus, over de verdrijvingen uit Frankrijk, Engeland, Spanje, Portugal, verdrijvingen van het ene land naar het andere, van de ene stad naar de andere, moet gedacht hebben: ‘Hier moeten we weg, maar in Polen beginnen we opnieuw’.
Het Joodse volk trok immers steeds weg en bouwde het leven elders weer op. Zo zou het dit keer ook gaan. Dat er geen nieuw leven wachtte, maar dodelijk gif kon niemand weten. En wie het wist, kon het niet geloven. Dat is de achtergrond van ‘als makke lammetjes’: dat gold voor de meesten. Er was wel verzet, maar weinig. Jood-zijn is geloven in een toekomst. Dat Joden zo goedgelovig waren, toen, blijft verbijsteren. ■
Tamarah Benima