De Gouden Eeuw ligt onder vuur. We mogen er niet meer trots op zijn, want slavenhandel en de koloniën enzovoort. Nu is de VOC vooral rijk geworden door de handel met de Oostzee en werden er tijdens de slavenhandel hoofdzakelijk goede zaken gedaan met Arabische handelaars, maar daarvoor wordt graag een gummetje gebruikt. De ‘westerse suprematie’ moet het onderspit delven, met wat voor selectieve denkbeelden ook.
Maar de Gouden Eeuw was meer dan handel. Het was de tijd van Rembrandt, van Spinoza, van vrijdenkers in doen en laten, van hoogstaande Nederlandse architectuur. En van zelfs vrouwen die zich na eeuwen van middeleeuwse onderdrukking mochten ontplooien.
Denk aan Rachel Ruys, tijdgenoot van Rembrandt. Zij was al tijdens haar leven zeer succesvol en werd geroemd om haar stillevens. Dat De Nederlanden juist voor vluchtelingen relatief tolerant was, blijkt uit de Joodse vluchtelingen die ze binnenhaalden. En daarmee groot kapitaal. De legers van prins Maurits werden ermee gefinancierd en zonder die financiering had hij het onderspit gedolven, had de Inquisitie hier ook voet aan de grond gekregen en hadden we wellicht allemaal Spaans gesproken. Het was een tijd waarin achterlijke, middeleeuwse, bijgelovige denkbeelden aan de kaak werden gesteld. Denkbeelden over heksen, over tovenaars, over vooroordelen tegenover andere groeperingen. De ratio en de menselijke nieuwsgierigheid kregen de overhand: waarom? Hoe? Zeer gezonde vragen.
Dit alles wil een conservator van het Amsterdams Museum gaan uitwissen. Zij eist schaamte van ons, want: slavenhandel en zo.
Ik zat vorige week in een rechtszaal waarin ik een Egyptische man hoorde verklaren dat hij dacht dat hij vergiftigd werd. Door zwarte magie. Bij Nieuwsuur zag ik lesboeken in het islamitisch onderwijs, waarin Joden gelijk werden gesteld aan tovenaars… in 2019.
Het was de man die twee Joodse mannen had neergestoken op de Albert Cuypmarkt. Hij had voortdurend in de Koran gelezen, en een psychiater die de man had onderzocht meldde zonder blikken of blozen dat “dat psychotische mensen rustig maakte.” Tja, het maakte deze verdachte verre van rustig, want hij hakte in op een – toevallig? – Joodse familie. En als die Joodse familie kon toveren, kon toveren, kon toveren, kon toveren, dan hielden alle mensen van elkaar.
De Gouden Eeuw was vooral en bovenal een tijdperk waarin de mens nieuwsgierig was naar het andere, het onbekende, en waar wij dat in De Nederlanden omarmden. En ja, dat heeft ons ver gebracht. En daar mogen we trots op zijn. Want wij geloven niet meer in tovenaars of zwarte magie.