De erfgenamen van de Joodse bankier Paul von Mendelssohn-Bartholdy klagen een Japanse verzekeringsmaatschappij aan vanwege een schilderij van Vincent van Gogh. Halverwege de jaren dertig verkocht de bankier zijn kostbare kunstcollectie omdat de dreiging van de nazi’s toenam. Volgens de erfgenamen deed hij dit onder druk en is het schilderij, Zonnebloemen, roofkunst.
Sompo Holdings heeft het schilderij opgehangen in het hoofdkantoor in Tokio. In 1997 werd het via veilinghuis Christies gekocht voor ruim 36 miljoen euro. De erfgenamen zeggen nu dat het bedrijf niet goed is nagegaan waar het doek vandaan komt en noemt de verkoop illegaal.
Opvallend is dat het Van Gogh Museum in Amsterdam eerder vraagtekens zette bij de afkomst van het beroemde schilderij. Experts konden na onderzoek niet uitsluiten dat het om roofkunst ging. De nazaten van de Joodse bankier eisen het schilderij terug. Mocht de onderneming dat weigeren, gaan ze akkoord met een schadevergoeding van maar liefst 690 miljoen euro.