Zondagochtend 11 uur. Zoals zovelen zat ik klaar voor de herdenking van de bevrijding van Kamp Westerbork, waar sinds de pensionering van Dirk Mulder kunsthistorica Gerdien Verschoor de scepter zwaait. Ik hoopte op een fris, nieuw gezicht voor het commentaar bij de beelden en de getuigenissen van mensen die in het kamp hebben gezeten, onder wie rabbijn Ies Vorst die altijd weer ontroert met het fotootje van zijn ouders dat hij standaard op zijn borst draagt.
Het liep anders. Verschoor blijkt ziek thuis te zitten en nu werden wij getrakteerd op voormalig directeur Dirk Mulder. Trad hij op namens Westerbork? Nou, nee. Uit navraag bleek dat niet alleen ik verbaasd was, ook medewerkers van Kamp Westerbork zelf waren – onaangenaam – verrast. De keuze van de NOS Mulder uit de mottenballen te halen, was volledig buiten Westerbork omgegaan. Een gemiste kans, omdat daar uitstekende jonge medewerkers rondlopen die aan de kijkers meteen het belangrijke signaal hadden kunnen afgeven dat het vertellen van de Westerbork-geschiedenis wordt overgenomen door een nieuwe generatie.
Daar bleef het niet bij. Mulder vertelde dat het algemene beeld van transport met veewagons niet juist was en dat ‘de overgrote meerderheid is vervoerd met personenrijtuigen’. En: “74 personen in zo’n goederenwagon, dat waren wel uitzonderlijke situaties.” Voor mijn geestesoog ontstond het beeld van mensen die vrolijk picknickend in een treinstelletje op weg gingen naar een vakantiebestemming, want er kwamen geen vervolgvragen. Daarom vroeg ik aan Guido Abuys, conservator van Westerbork, hoe dat nu zat. Abuys: “Een en ander is al beschreven in het boek De Nederlandse Spoorwegen in oorlogstijd. In de beginjaren is inderdaad gebruikgemaakt van – overvolle – derderangs personenwagons, die gingen bijvoorbeeld ook naar Theresienstadt. Daar moet je je echter geen luxe bij voorstellen. Wel waren er zitplaatsen. Van de in totaal 93 transporten die zijn onderzocht, bestonden – vooral aan het begin van de oorlog – zo’n 55 uit die personentreinen. De goederentreinen werden vanaf april 1943 ingezet.” In de tijd dus dat enorme aantallen Nederlandse Joden naar het oosten werden gedeporteerd.
Over de omstandigheden in de personenwagons repte Mulder met geen woord. Dat had beter moeten worden uitgelegd. Nu ontstond het beeld dat het ‘allemaal wat minder erg was’. Dat alles even los van het irritant vals spelende orkestje tijdens de uitzending. Ik wens Verschoor beterschap en hopelijk zien we haar volgend jaar wel voor de camera.