Goed nieuws’ twitterde de fractievoorzitter van de SGP, Kees van der Staaij, dinsdag nadat zijn motie, medeondertekend door Gert-Jan Segers (CU) en Raymond de Roon (PVV), was aangenomen door de Tweede Kamer. Waar ging het over? Wel, het is al lang duidelijk dat VN-organisaties disproportioneel veel resoluties tegen de Joodse staat aannemen. Sinds 2015 zijn dat er bijvoorbeeld bij de Mensenrechtenraad van de VN, de HRC, al 112. Ter vergelijking: Noord-Korea kreeg er in diezelfde periode zes aan de broek, Syrië acht, Turkije, Venezuela en China nul. Alleen al in 2020 bestond 73,9 procent van alle veroordelingen door de HRC uit aangenomen resoluties tegen Israël. Dus ja, we mogen best van disproportioneel spreken. In 2017 diende Van der Staaij een motie in om dit onrecht tegen te gaan. De Kamer was het met hem eens, de motie werd aangenomen.
Maar het stemgedrag van Nederland veranderde niet. Integendeel.
Tegen de gewoonte in – namelijk dat Nederland over het algemeen meestemt met Duitsland – werd er ondanks die motie voor gekozen regelmatig meer anti-Israël te stemmen dan onze oosterburen. Onze laatste vertegenwoordiger bij de VN, Karel van Oosterom, inmiddels ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk, zei destijds dat hij keurig het Nederlandse beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken volgde. Zijn opvolgster Joke Brandt, voorheen plaatsvervangend directeur van Unicef in New York, doet dat volgens BuZa nu net zo keurig. Hoe verhoudt het stemgedrag zich dan tot de aangenomen motie van Van der Staaij uit 2017?
Afgelopen week probeerde het SGP-Kamerlid het dus opnieuw. De motie roept op zich niet meer laf van stemming te onthouden bij weer zo’n anti-Israëlmotie, ‘maar ook tegen eenzijdige anti-Israëlische initiatieven te stemmen’. Ook deze motie werd aangenomen. Laten we zien of Buitenlandse Zaken dit keer wel luistert naar de wens van de Kamer, of dat het hardleers is en Oost-Indisch doof blijft.
In het verlengde daarvan: de VN houdt in september een feestje onder de titel Durban IV om de antiracismeconferentie in het Zuid-Afrikaanse Durban in 2001 te ‘vieren’, die in antisemitische risjes ontaardde. Joodse mensenrechtenorganisaties werd toen de toegang tot vergaderingen geweigerd, de leden fysiek en verbaal bedreigd. De slotverklaring was zo antisemitisch dat ook de officiële Nederlandse delegatie, net als veel andere westerse landen, haar biezen pakte. Een aantal landen heeft al aangegeven niet bij de septemberviering van deze schandvlek aanwezig te zullen zijn. Laten we eens kijken wat Nederland gaat doen.