Na bijna negen jaar is – naar het zich laat aanzien – een einde gekomen aan een slepende affaire die niet alleen in Joods Nederland, maar ook ver daarbuiten de gemoederen bezighield. Koppen in dikke chocoladeletters sierden de landelijke dagbladen, vooral gevoed door één partij in deze uitermate gevoelige zaak. De media sprongen op de zaak als wolven op hun prooi, want Jews are news. Ik heb het over de zedenzaak op de orthodoxe school Cheider. Nu is het logisch dat een buitenstaander meteen partij trekt voor de (vermeende) slachtoffers. Ook ik. Daar speelt bij mij nog een persoonlijke ervaring in mee. Zoals vaker voorkomt, maakte ik zelf als meisje van dertien een situatie mee van verregaand grensoverschrijdend gedrag. Het ging om een hoofd van een school van wie iedereen in het dorp waarin ik opgroeide, wist dat hij niet van jonge meisjes kon afblijven. Een publiek geheim waaraan niemand, inclusief de collega’s van de bewuste onderwijzer, iets deed. Gelukkig zijn de tijden veranderd.
Maar als journalist kun je het je niet veroorloven dit soort persoonlijke ervaringen te laten meespelen in een zaak als de bovenstaande. Je behoort te allen tijde je professionaliteit te bewaren. En je mag ook alle gesprekken off the record, waarin andere standpunten de revue passeren, niet gebruiken. Een kwestie van prudentie, hoe hard de koppen in andere media ook schreeuwen. Media die overigens, in tegenstelling tot het NIW, niet bij alle rechtszittingen aanwezig waren en dus – vaak ingefluisterd – maar één kant van het verhaal belichtten.
Die prudentie kwam het NIW bij sommigen duur te staan. Zo verweet NRC-columniste Rosanne Hertzberger ons onverbloemd deze Cheiderzaak onder het tapijt te willen schoffelen. Nee, mevrouw Hertzberger, integendeel. Wel vonden wij het essentieel hierover – nogmaals – prudent en niet schreeuwerig te berichten. Heel benieuwd hoe u zich nu voelt na deze vrijspraak.
Dan was er het geval van een vooraanstaand lid van de Joodse gemeenschap, voorzitter van een belangrijke organisatie, de advocaat Ronnie Eissenmann, onder wiens auspiciën een nepaccount op Twitter verscheen met als doel de rechtsgang te beïnvloeden. Hij bood al eerder zijn excuses aan voor deze faux pas, maar ik vraag me af hoe hij zich nu na de vrijspraak voelt. Hoe zit het nu met zijn geloofwaardigheid?
Ik had een wijze oma. Zij zei altijd: “Esther, zet een wachter voor je mond.” Ik slaag daar zelf ook niet altijd in, maar ik geef dat advies graag door aan degenen die zich in deze zaak actief verlaagden tot lasjon hara.