Asjer, wat een mooi verhaal stuurde je! De rosj van jouw jesjieve die het voor elkaar kreeg om bij de Kotel in gesprek te komen met zo’n schreeuwende nudnik die niets moet hebben van een actieve rol van vrouwen. En dat die twee mannen op voorhand het oordeel van de masjiach accepteren, als die eenmaal gekomen is, ook als die het gelijk van de ander zou bevestigen. Prachtig!
Jouw verhaal gaf me hoop. Had jij dat zelf ook? Hoop die we hard nodig hebben. Ik verzet me altijd tegen negativisme, maar soms word ik toch wat moedeloos. Misschien kun jij me moed inpraten.
Het IDFA heb ik dit jaar overgeslagen. Met de stupide boycot van Israëlische cineasten (stupide, want écht gericht op de verkeerde mensen) kan ik niet leven. Ik heb ze zeg maar teruggeboycot. Dat kostte me moeite, ook omdat ik vind dat we ons niet moeten terugtrekken uit de maatschappij. Die reflex is verklaarbaar door alle vervelende dingen die op ons afkomen. Toch moeten we daarvoor waken. Maar het wordt ons niet altijd makkelijk gemaakt. Ik heb me, bijvoorbeeld, vreselijk opgewonden over twee artikelen in Het Parool. Tja, moet ik die krant dan opzeggen? En welke krant zou ik dan wel kunnen lezen?
Eén artikel stond online, vorige maand al. Ene Mark van Assen schreef over de wederopbouw van Gaza. Hij geeft een treurigmakende opsomming van het aantal verwoeste gebouwen, de hoeveelheid puin die moet worden opgeruimd, et cetera. Echt verschrikkelijk. De cijfers haalt hij uit een rapport van Unep (pun not intended), het milieuprogramma van de Verenigde Naties. De genoemde cijfers zijn ongelooflijk hoog … en oncontroleerbaar. Ik gaf Van Assen en Unep graag het voordeel van de twijfel. Tot ik de kop boven het artikel las: “De wederopbouw van Gaza kan 350 jaar duren.” Natuurlijk, 350 jaar. Waarom geen 3500 jaar? Zouden de Gazanen over 35 jaar misschien al een heel eind zijn? Waarom zo’n belachelijke overdrijving? Het stoort me omdat het bij de argeloze lezer een beeld oproept. Een beeld dat zonder bizarre uitvergroting al erg genoeg is en dat extra kwaad bloed zet bij een argeloze lezer. En ja, dan vraag ik me af: stommiteit of risjes?
Ik geloof niet zo in de komst van de masjiach. Maar mocht ik me vergissen, kan hij of zij dan misschien een beetje haast maken?
Misschien nog wel erger was een Paroolartikel, een paar dagen geleden, van Marcel Wiegman. Nog erger omdat Wiegman een ervaren journalist is. Hij beschrijft de kritiek van een kwart van de werknemers van het Concertgebouw op het compromis over het optreden van chazan Shai Abramson. Diens band met de IDF blijft een obstakel. En dan schrijft Wiegman, zonder blikken of blozen: “Op filmpjes is hij in leger-uniform te zien, terwijl hij de oorlog in Gaza bezingt.” Waaaattt? Heb je die filmpjes zelf gezien, Wiegman? En is je Hebreeuws zo wonderbaarlijk goed dat je hoorde dat deze chazan over de oorlog in Gaza zong? En wat zong hij dan precies? Of blijk je gewoon een slechte journalist te zijn en heb je misschien een propagandatekst van een Hamas-persvoorlichter overgenomen?
Asjer, je moeder heeft Wiegman een vriendelijke mail gestuurd en naar zijn bedoeling gevraagd. Zijn reactie kun je raden: stilzwijgen. Dit soort ophitsende onzin lezen we bijna dagelijks. Het wordt tijd dat er iets drastisch verandert. Ik geloof niet zo in de komst van de masjiach. Dat wil zeggen: ik wacht op de komst van een ‘masjiachtijd’, niet zozeer op de masjiach als persoon. Mocht ik me vergissen, kan hij of zij dan misschien een beetje haast maken?