Abonneer op het NIW

Het opinietijdschrift en cultureel magazine in één, voor iedereen geïnteresseerd in de Joodse wereld. Abonneer nu »

Column

Held op sokken

Jelle Zijlstra 01 maart 2020, 08:00
Held op sokken

Vorige week stond ik met een tas vol boodschappen in een winkel. Dat wil zeggen: het kleine supermarktje om de hoek, waar ik tegenwoordig wel vaker kom. Ik had ergens gelezen dat het belangrijk is lokale ondernemers te steunen en ook hoorde ik dat de groenten en het fruit van veel betere kwaliteit zijn in dat soort zaakjes, dus daar stond ik. Blijkbaar hadden meer mensen iets gelezen over winkelen bij de zaak op de hoek, want het was er erg druk. Ik stond al enige tijd in de rij te doen alsof ik geduldig was. Achter de toonbank stonden twee jongens van een jaar of twintig de aanzwellende rij klanten van dienst te zijn. Terwijl ze boodschappen afrekenden voerden ze luidkeels een gesprek. Ik besteedde er geen aandacht aan en nam in gedachten mijn to-do-lijstje voor die middag nog eens door.

“Haha, Jood.”
Ik voelde dat mijn oren zich spitsten. Had ik het goed gehoord?
“Jóhood, je bent een Jood, man! En wanneer krijg ik die vijftig euro van je terug?”

Geen twijfel mogelijk. Ik had het goed verstaan. Mijn maag trok zich samen. Dit was antisemitisme. Op klaarlichte dag. In de lokale supermarkt om de hoek met de onbespoten pompoenen en bladspinazie. Ik keek om me heen. De winkel stond nog steeds vol met mensen. Mensen die mijn buren zijn. Allemaal hadden ze de uitwisseling tussen de twee winkelbedienden gehoord, dat kon niet anders. Zou iemand er iets van zeggen? Zou iemand durven opstaan tegen dit schaamteloze vertoon van Jodenhaat? Niemand reageerde. Iedereen bleef braaf wachten op z’n beurt. Er waren nog twee klanten voor me. Bij wie van de twee jongens zou ik straks mijn boodschappen moeten gaan afrekenen? Bij die antisemiet? Of bij zijn collega die blijkbaar niet te vertrouwen was met leningen, om over mijn wisselgeld maar te zwijgen?

Ik keek weer om me heen. In die volle winkel voelde ik me erg alleen. Zou ik er zelf iets van durven zeggen? Voor mijn geestesoog ontvouwde zich een imposante bloemlezing van spitsvondige opmerkingen die ik zou maken. In mijn fantasie stapte ik dapper naar voren en zei iets in de trant van: “Zo’n 78 jaar geleden hingen er nog gewoon bordjes in de etalages van winkels waar Joden niet welkom zijn. Vergeten op te hangen?” Of stoerder: “Zou je die opmerking over Joden van daarnet nog eens kunnen herhalen, recht in mijn gezicht?” De andere klanten zouden mij dan woedend bijvallen en de antisemiet zou stamelend zijn excuses aanbieden en mij mijn boodschappen cadeau doen. Ja, zo zou het gaan.

Mijn maag trok zich samen. Dit was antisemitisme. Op klaarlichte dag

Zebraprint
Terwijl ik zo stond te mijmeren over mijn gedroomde rol als social justice warrior, werd ik plotseling ruw gestoord door een vriendelijk klopje op mijn schouder. Ik draaide me om en keek in het zonnebankbruine gezicht van een dame op leeftijd met veel make-up, een permanentje op haar hoofd en een zebraprintjas om haar schouders. “Je bent aan de beurt, jongen,” glimlachte ze lief.

Dit was mijn moment… Ik stapte naar voren. De antisemiet achter de toonbank keek me breed glimlachend aan. De moed zonk me in de schoenen. De vlijmscherpe repliek die ik in gedachten had voorbereid, stokte in mijn keel. Schuchter rekende ik mijn boodschappen af, mompelde nog iets over een fijn weekend en voor ik het wist stond ik weer buiten in de drukke Jan Evertsenstraat.

Beschaamd nam ik me voor om voortaan gewoon weer naar de Albert Heijn te gaan. Daar hebben ze tegenwoordig van die kassa’s zonder mensen erbij, die alleen maar lief piepen en vriendelijke dingen zeggen als ‘bedankt’ en ‘tot ziens’ of je geduldig herinneren aan het scannen van je bonuskaart. Veel beter.

Abonneer op het NIW

Abonneer nu!
Tags dit artikel heeft geen tags
Opmerkingen (5)
Cees van Dijk 01 maart 2020, 10:37
Dit is ananas-gedrag (google op Dieudonne M’bala M’bala). Daar helpt alleen een, wat ik maar zal noemen, Ischa Meijer-reactie tegen. Snoeihard en zeer snel dit soort terugpakken op hun zwakste plek. Bijvoorbeeld op het feit dat ze als ‘loser’ hun minimumloon verdienen achter de toonbank van een supermarkt. (“Misschien maar eens naar een sjoel gaan? Zou je misschien nog boekhoudlessen kunnen krijgen van de rabbi daar. ”) Maar zo’n alerte gevatheid is niet iedereen gegeven. (En het kan in zo’n geval snel uit de hand lopen.)
philip van collem 01 maart 2020, 17:07
Ik had min boodschappen daar gelaten en de winkel uit
tiki 02 maart 2020, 09:06
Laten we het niet mooier maken dan het is of de ogen ervoor sluiten....openlijke Jodenhaat is 'cool & legitiem! De tijd van rapporteren & klagen is écht voorbij! Handelen of koffers pakken want Nederland & Europa weigeren de lessen van de Holocaust te leren. Joden doen dit hopelijk wel!
Mike 03 maart 2020, 05:13
Zwaar overdreven en overgevoelig dit. Latent antisemitische, uit onwetendheid misschien maar met haat heeft dit niets te maken. Als je deze jongens er wel op had aangesproken dan waren zij zich waarschijnlijk rot geschrokken.
Mike 04 maart 2020, 12:07
Jood is een scheldwoord bij velen in de islamitische gemeenschap. De moeder van Gökman Tanis zei in een over haar zoon: 'de helft van de tijd was hij moslim en dan was hij aan het bidden, de andere helft was hij een jood en gokte en dronk hij alcohol'. Dit stond eergisteren in de krant. Islam en jodenhaat gaat helaas vaan samen. Wie zijn hier de racisten ?
Plaats opmerking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *